Actualisatie Aanvalsplan OV-chipkaart
28 november 2008
1
Inleiding
Voor u ligt de Actualisatie van het Aanvalsplan. Het oorspronkelijke Aanvalsplan OV-chipkaart
van 29 februari 2008 ("het Aanvalsplan") bevat een overzicht van afspraken die begin 2008
onder regie van de staatssecretaris van VenW zijn gemaakt. Deze Actualisatie van het
Aanvalsplan gaat in op de voortgang die door de bij de OV-chipkaart betrokken partijen is
geboekt op de verschillende deelonderwerpen.
Het is goed om nog eens stil te staan bij de vraag wat er wordt verwacht van de OV-
chipkaart. De belangrijkste doelstelling is en blijft dat de OV-chipkaart de reiziger gemak zal
brengen: `op weg naar één kaart voor tram, trein, bus en metro.' Met één kaart reizen door de
OV-keten. In plaats van het huidige tarievensysteem dat gebaseerd is op voor de reiziger
onduidelijke zones komt er een tariefsysteem gebaseerd op kilometers. Dit is een eerlijker
systeem. Daarnaast betaalt de reiziger niet meer vooraf zoals op de strippenkaart maar wordt
er afgerekend op het moment dat er wordt uitgecheckt. De OV-chipkaart zal ook het
zwartrijden verminderen en daarmee de sociale veiligheid vergroten. Met deze en andere
veranderingen wordt het gemak vergroot van reizigers die nu al dagelijks met het openbaar
vervoer reizen. Daarnaast wordt het reizen per openbaar vervoer met de OV-chipkaart
aantrekkelijker voor mensen die nu niet of weinig gebruik maken van het openbaar vervoer.
Vast staat ook dat de OV-chipkaart zal bijdragen aan een optimalisatie van de
opbrengstverdeling binnen de openbaar vervoersector. OV-bedrijven zullen de mogelijkheid
hebben meer reizigers te verleiden om gebruik te maken van hun diensten. De invoering van
de OV-chipkaart leidt daarmee uiteindelijk tot een nog betere aansluiting van het openbaar
vervoer op de wensen van de reiziger.
In de afgelopen periode hebben de verschillende vervoerders, overheden en andere
betrokkenen hard gewerkt om dit gemeenschappelijke doel een stap dichterbij te brengen. De
Regiegroep OV-chipkaart onder leiding van de staatssecretaris van VenW heeft de voortgang
op de diverse deeldossiers gemonitord. Partijen zijn het er over eens dat belangrijke stappen
zijn gezet, maar dat andere stappen nog nadrukkelijk gezet moeten worden. Het werk is
kortom nog niet klaar. De Regiegroep OV-chipkaart zal dan ook haar werk voortzetten,
monitoren wat er gebeurt en bijsturen waar nodig. Partijen hebben met elkaar belangrijke
vervolgafspraken gemaakt die zijn vastgelegd in deze Actualisatie van het Aanvalsplan OV-
chipkaart.
Hieronder volgt per deelonderwerp een nadere toelichting over de in de afgelopen periode
geboekte resultaten. De indeling van het document volgt de indeling van het oorspronkelijke
Aanvalsplan, voorafgegaan door enkele belangrijke onderwerpen die sindsdien zijn aangepakt:
kostendossier, organisatie van de implementatie en overleg met consumentenorganisaties.
---
Kosten
Meerkosten in kaart gebracht
Naar aanleiding van het oorspronkelijke Aanvalsplan heeft de Regiegroep OV-chipkaart aan
Dhr. A.W. Kist verzocht om de meerkosten van de stads- en streekvervoerders ten opzichte
van de ramingen en begrotingen met betrekking tot de invoering van de OV-chipkaart, die
ten grondslag lagen aan het Go-besluit in 2006, in kaart te brengen. Het rapport van de
onderzoekscommissie onder leiding van de heer Kist ("Commissie Kist") is aan de Tweede
Kamer aangeboden op 7 oktober 2008. Het rapport van de Commissie Kist behelst een
ordening van de meerkosten van stads- en streekvervoerders die zijn veroorzaakt door
vertraging bij de invoering van de OV-chipkaart te verkrijgen en te analyseren en ordenen
naar herkomst, oorzaak, aard en omvang. Daarnaast brengt de Commissie Kist in het rapport
advies uit over de manier waarop meerkosten in de toekomst beperkt kunnen worden.
Inhoud gegeven aan aanbevelingen
Op de volgende wijze wordt inhoud gegeven aan de aanbevelingen van de Commissie Kist:
- Over reeds gemaakte meerkosten maken opdrachtgevers en opdrachtnemers die het
aangaan afspraken hoe met de meerkosten wordt omgegaan.
- Door decentrale overheden wordt een Stuurgroep Decentrale Invoering OV-chipkaart
ingericht. Deze Stuurgroep richt zich onder meer op de (toekomstige) vermijdbare
meerkosten, waarbij ook de vervoerders worden betrokken.
- Door de decentrale overheden wordt in het verdere implementatietraject inzichtelijk
gemaakt hoe zij de voor de OV-chipkaart verkregen rijksmiddelen besteden.
---
Uitvoeringsorganisatie
Afspraken zijn gemaakt ter verbetering van besluitvormingsprocessen en communicatie
De verschillende betrokken partijen hebben de aanbeveling van de Commissie Kist om de
overlegstructuren en interne communicatie te verbeteren teneinde vermijdbare meerkosten te
voorkomen ter harte genomen. Daartoe zijn de volgende afspraken gemaakt.
1 Onderscheid naar eerste-implementatiegebieden en vervolggebieden
De decentrale overheden (Provincies en Stadsregio's) hebben geconstateerd dat het verder
verkrijgen en overdragen van kennis van het volledige OV-chipkaartsysteem van groot
belang is. Daarbij valt voor de korte termijn een onderscheid te maken tussen gebieden die
kennis gaan vergaren en beschikbaar stellen (de eerste-implementatiegebieden) en
gebieden die de kennis gaan gebruiken voor hun invoering van het OV-chipkaartsysteem
(de vervolggebieden). Er is daarom een proces georganiseerd om tot goede besluitvorming
te komen op de verschillende niveaus en de kennisoverdracht naar alle gebieden goed te
waarborgen. Dit zal geschieden door middel van het vaststellen van een referentiebeeld
OV-chipkaart uit de eerste-implementatiegebieden. Dit geeft de mogelijkheid aan de
decentrale overheden en niet bij eerste implementatiegebieden betrokken vervoerders om
hun eigen situatie goed te beoordelen op alle voor hen relevante facetten.
2 Implementatiegroep van start gegaan
Om een nog verbeterde implementatie mogelijk te maken is de eerder genoemde
koplopersgroep omgebouwd tot een implementatiegroep onder leiding van de heer L.
Verbeek. In deze groep zitten overheden en vervoerders van eerste-
implementatiegebieden en van de pilotregio Rotterdam aan tafel. Ook NS neemt aan dit
overleg deel. In deze groep vindt afstemming plaats ten behoeve van adequate
besluitvorming voor de invoering in deze eerste-implementatiegebieden. Verder wordt
kennis vergaard en geschikt gemaakt voor overdracht aan de vervolggebieden. Inmiddels
is deze implementatiegroep van start gegaan en wordt verdere kennisuitwisseling rondom
de pilot voortvarend ter hand genomen.
3 Stuurgroep Decentrale Implementatie ingesteld
Tevens is door de decentrale overheden uitsluitend voor de OV-chipkaart een Stuurgroep
Decentrale Implementatie ingesteld. Besluiten die door de eerste-implementatiegebieden
genomen moeten worden maar waarbij de vervolggebieden niet vrij meer zouden zijn om
andere besluiten te nemen, worden, afgestemd met achterbannen, in deze stuurgroep
vastgesteld. De Stuurgroep Decentrale Implementatie staat onder leiding van de heer L.
Verbeek, tevens de voorzitter van de implementatiegroep, en bestaat daarnaast bestuurlijk
uit een IPO en SkVV bestuurder. De stuurgroep heeft de mogelijkheid om vanuit de
opdrachtgevende decentrale overheidsrol agendapunten in deze samenstelling te
behandelen. De voorzitter zal zoveel mogelijk de vervoerders in een adviserende rol voor
deze vergaderingen uitnodigen. Daartoe zal de vervoerders worden gevraagd een
vertegenwoordiger vanuit respectievelijk stads-, streekvervoer en NS aan te wijzen.
De decentrale overheden gebruiken de pilot- en eerste-implementatiegebieden voor het
opdoen van ervaring met de invoering van de OV-chipkaart. Voor de decentrale
overheden is het van belang informatie te verkrijgen met betrekking tot de variabelen
gehanteerd bij de financiële onderbouwing van het Go- besluit. Die informatie wordt
binnen de bestaande governance structuren aan de decentrale overheden gegeven. Op
basis van deze informatie kunnen decentrale overheden beoordelen of er voor hun gebied
sprake is van afwijkingen ten opzichte van de bij het Go-besluit gehanteerde business
cases. Zonodig kunnen de decentrale overheden in overleg met hun vervoerders besluiten
---
welke maatregelen eventueel getroffen moeten worden om meerkosten in de hand te
houden.
4 Volledige landelijke uitrol maximaal 1 jaar na complete invoering OV-chipkaart en
uitzetten NVB in een vervoersregio
De verdere uitrol van de OV-chipkaart zal plaatsvinden op basis van de hierboven
beschreven organisatie. Zoals in de brief van 30 mei 2008 gemeld aan de Tweede Kamer
(23 645, nr. 207) is afgesproken dat tussen het moment van het uitzetten van het NVB in
de eerste regio('s) en het operationeel hebben van het OV-chipkaartsysteem in de
provincies maximaal één jaar zit.
5. Regionale implementatieplan begin 2009 gereed en gebaseerd op uitrol op basis van
logische vervoersgebieden; boeteclausules vanuit te volgen uitrol bezien
Decentrale overheden en vervoerders werken gezamenlijk aan het opstellen van een
integrale planning die de te volgen regionale implementatie samenvat. Deze planning zal
begin 2009 worden opgeleverd, waarbij het streven is te implementeren op basis van
logisch samenhangende vervoersgebieden. Het punt van in sommige concessies
opgenomen boeteclausules wordt vanuit deze implementatie bezien. Daar waar
vervoerders constructief meewerken om deze overeen te komen regionale implementatie
samen met decentrale overheden te realiseren, bestaat er voor decentrale overheden geen
aanleiding onverkort vast te houden aan de inhoud van de boeteclausules.
---
Overleg met consumentenorganisaties
Dialoog met uit landelijk overleg gestapte consumententenorganisaties vindt plaats
In het landelijk consumentenoverleg (LCO) is de OV-chipkaart één van de onderwerpen
waarover wordt gesproken. Landelijke consumentenorganisaties (ANWB, Consumentenbond,
Rover, LVsb, Viziris) zijn onlangs uit dat overleg gestapt. Inmiddels wordt met hen door
vervoerders, decentrale overheden en het Rijk overleg gevoerd over een gezamenlijk gedragen
eindbeeld van de OV-chipkaart. De zorgpunten van de landelijke consumentenorganisaties
worden daarbij in de afweging meegenomen. De resultaten zullen worden teruggekoppeld
aan de bestuurlijke vertegenwoordigers van overheden, vervoerders en
consumentenorganisaties. Het streven is er op gericht om begin volgend jaar de situatie te
bereiken dat de uitgetreden consumentenorganisaties weer ingaan op uitnodigingen om deel
te nemen aan het LCO.
Aan de consumentenorganisaties is reeds toegezegd dat het besluit om het NVB in de metro
van Rotterdam uit te zetten het opstellen van het gezamenlijk gedragen eindbeeld niet
hindert. Eventuele aanpassingen die naar aanleiding van dat eindbeeld nodig zijn, zullen ook in
de metro in Rotterdam worden doorgevoerd.
De OV-chipkaart zal na de introductie in de Rotterdamse metro vanaf 2009 stapsgewijs
landelijk worden uitgerold. Dit zal regionaal plaatsvinden. De regionale
consumentenorganisaties (Rocov's) spelen hierbij een belangrijke rol. In de gekozen structuur
van decentralisatie hebben de Rocov's een adviserende verantwoordelijkheid als het gaat om
de introductie van de OV-chipkaart in de diverse regio's.
---
Beveiliging
Geen fraude geconstateerd met OV-chipkaarten. Alertheid blijft onverminderd hoog.
Aanvullende onderzoeken naar beveiligingsrisico's leidden tot aanbevelingen die door TLS /
vervoerders zijn overgenomen. RHUL blijft betrokken bij uitwerking aanbevelingen.
Oplevering eventualiteitenplan voor migratie verwacht in zomer 2009. Wetenschappers en
consumentenorganisaties blijven betrokken bij vervolgstappen.
Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor de acceptatie van de OV-chipkaart. Discussies
rondom de veiligheid vormden de aanleiding voor het oorspronkelijke Aanvalsplan. Inmiddels
is aanvullend onderzoek gedaan en zijn maatregelen getroffen. Daarnaast is gewerkt aan
scenario's om in de toekomst indien dat nodig blijkt te zijn over te kunnen gaan naar een
nieuwe chip.
1 Geen fraude geconstateerd met OV-chipkaarten
De discussies omtrent beveiliging hebben niet geleid tot problemen bij TLS. Er heeft zich
geen fraude met OV-chipkaarten voorgedaan. De alertheid bij TLS en de vervoerders blijft
onverminderd hoog om adequaat op eventualiteiten te kunnen reageren. Het noodplan
van TLS is en blijft operationeel als onderdeel van de normale bedrijfsvoering van TLS en
de OV-bedrijven. Wel is in de afgelopen periode enkele malen uit voorzorg, op basis van
transactiepatronen, een zeer beperkt aantal kaarten geblokkeerd. Dit bleek achteraf in alle
gevallen te wijten aan verklaarbare afwijkingen. In geval van persoonsgebonden OV-
chipkaarten zijn vervangende kaarten vervaardigd en geleverd aan kaarthouders.
Misbruik wordt bij de verwerking van transacties gedetecteerd, waarna de betreffende
kaart of kaarten kunnen worden geblokkeerd. Misbruik of manipulatie van
vervoersbewijzen is strafbaar. Na overleg met het Openbaar Ministerie in Rotterdam is
afgesproken dat het Openbaar Ministerie extra alert is en direct overgaat tot handhaving,
mocht van grootschalige fraude of vandalisme sprake zijn. Bij de uitvoering van de
maatregelen staat het reisgemak van de bonafide kaarthouder voorop, waarbij het tegoed
van de reiziger steeds gegarandeerd is.
2 Regelmatige tests detectiemechanisme en klantserviceprocessen
TLS voert op regelmatige basis tests uit met gemanipuleerde kaarten. Hierbij gaat het niet
alleen om het testen van het detectiemechanisme maar tevens om het testen van de
daaropvolgende klantserviceprocessen. Van kaarten die worden geblokkeerd wordt
vooraf, indien deze gegevens bekend zijn, contact opgenomen met de betreffende
kaarthouder. Tevens geldt een versnelde procedure voor het beschikbaar stellen van een
vervangende OV-chipkaart en bestaat de mogelijkheid van het verstrekken van een
tijdelijke kaart voor de tussenliggende periode. Mocht een kaarthouder onverhoopt en
tegen alle verwachtingen in toch gedupeerd worden als gevolg van een
beveiligingsprobleem met zijn of haar kaart dan wordt deze klant door TLS en de OV-
bedrijven schadeloosgesteld voor eventuele directe financiële schade.
3 TNO-onderzoeken naar beveiliging OV-chipkaart afgerond. Contra-expertise op TNO-
onderzoek eind februari gestart, resultaten in april bekend gemaakt
Het onderzoek door TNO (in opdracht van TLS) en het contra-expertiseonderzoek door
RHUL (in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat) zijn respectievelijk in
februari en april 2008 afgerond. Onder operationele aansturing van TLS is door TLS en
OV-bedrijven een beveiligingsprogramma gestart ter opvolging van de conclusies en
aanbevelingen in beide onderzoeken. Zoals aanbevolen door RHUL wordt in een drietal
hoofdprojecten binnen het programma gewerkt aan:
- fraudebeheersing en continue verbetering daarvan;
- korte termijn maatregelen binnen het huidige systeem die het risico van misbruik met
de Mifare classic chip sterk verminderen; en
---
- een eventualiteitenplan (contingency-plan) om te migreren naar een andere chip
indien dit noodzakelijk blijkt te zijn.
De uitrol van de OV-chipkaart wordt gecontinueerd op basis van de huidige chip. Het
projectplan om tot een gedegen eventualiteitenplan voor migratie te komen is in opdracht
van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat getoetst door RHUL. De uitkomsten van
deze toets zijn door het Ministerie betrokken in de besluitvorming om de acceptatieplicht
voor het NVB bij RET af te schaffen. Een toets door RHUL op het eventualiteitenplan voor
migratie zal plaatsvinden bij oplevering in de zomer van 2009.
4 Regionaal fraudebeheersingsplan Rotterdam opgesteld
Voornoemde zaken zijn voor de regio Rotterdam ten aanzien van het gebruik van de OV-
chipkaart bij RET vastgelegd en verder uitgewerkt in een regionaal fraudebeheersingsplan.
Dit plan is in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat getoetst door Royal
Holloway University of London (RHUL), dat tevens verantwoordelijk is voor het contra-
expertise onderzoek. RHUL heeft naar aanleiding van haar toets aanbevelingen gedaan
over het fraudebeheersingsplan. De Stadsregio Rotterdam en TLS volgen deze
aanbevelingen op. Daarmee is voldaan aan de voorwaarden die op dit punt zijn gesteld.
5 Geen grootschalige fraude voorzien als gevolg van publicaties
Naast de wetenschappelijke publicaties omtrent de beveiligingsproblematiek van de Mifare
classic chip verschenen afgelopen weken enkele niet-wetenschappelijke publicaties van
broncodes betreffende de kraak en kraaksoftware. Publicatie van broncodes maakt een
aanval op de OV-chipkaart niet aantrekkelijker. De ervaringen in Engeland leren dat ook
daar fraude met een OV-chipkaartsysteem niet grootschalig plaatsvindt. Het
fraudebeheersingsplan gaat er van uit dat dergelijke zaken toegankelijker zijn geworden
voor mensen met enige kennis en interesse. Er zijn echter nog voldoende maatregelen om
de enkeling die wel zou kunnen en willen frauderen aan te pakken. Dat is niet anders dan
nu met de strippenkaart.
6 TLS betrekt consumentenorganisaties en wetenschappers bij vervolgstappen
TLS heeft het Wetenschapsforum OV-chipkaart opgericht en de universiteiten van
Nederland uitgenodigd aan dit forum deel te nemen. De meeste universiteiten hebben
hun medewerking toegezegd en inmiddels is het forum vier maal bij elkaar geweest. Het
forum staat onder voorzitterschap van onafhankelijk voorzitter professor Paans, verbonden
aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
TLS heeft op regelmatige basis sessies met consumentenorganisaties, specifiek ten aanzien
van de beveiligingsperikelen en ontwikkelingen rondom de OV-chipkaart. In het afgelopen
jaar hebben reeds zes van dergelijke sessies plaatsgevonden.
---
Privacy
Privacy reiziger blijft gewaarborgd
In januari 2008 hebben OV-bedrijven van het College bescherming persoonsgegevens (Cbp)
een rapportage ontvangen over de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de
OV-chipkaart bij het GVB Amsterdam. Op basis van de conclusies van het onderzoek hebben
de OV-bedrijven en TLS een aantal maatregelen aangekondigd en getroffen. OV-bedrijven
hebben de afgelopen maanden intensief samengewerkt om concrete voortgang op het
privacyvlak te boeken. Over het gebruik van reisgegevens voor marketing hebben de
vervoerbedrijven met het Cbp afspraken gemaakt. Hieronder treft u de stand van zaken op
basis van de conclusies uit het onderzoek van het Cbp.
1 Geen verwerking meer van persoonsgegevens van OV-chipkaarten zonder
persoonsgebonden product
De OV-bedrijven zijn gestopt met het verwerken van persoonsgegevens van OV-
chipkaarten zonder persoonsgebonden product (geen abonnement bij een vervoerder). De
verwerkte persoonsgegevens van aangevraagde OV-chipkaarten zonder product zijn
verwijderd.
2 Overeenstemming bereikt met Cbp over gebruik afgeleide reisgegevens
De OV-bedrijven hebben met het Cbp overeenstemming bereikt over de uitwerking van
het gebruik van bepaalde reisgegevens voor marketing. In een brief van 6 november jl laat
de voorzitter van het Cbp weten dat de door de OV-bedrijven geschetste weg de politiek-
maatschappelijke wensen die gesteld worden aan het OV (zoveel mogelijk mensen met
het OV laten reizen en als het enigszins kan ook buiten de spits), de bedrijfseconomische
belangen van de OV-bedrijven en de bescherming van persoonsgegevens van reizigers op
harmonieuze wijze met elkaar in evenwicht zijn gebracht. De OV-bedrijven mogen onder
voorwaarden een zeer beperkt aantal afgeleide reisgegevens, bijvoorbeeld of een reiziger
wel of niet in de spits reist, gebruiken. Een dergelijk gegeven kan worden aangewend voor
communicatie om reizigersspreiding te stimuleren. Daar is dan een gerechtvaardigd belang
voor aanwezig. Het Cbp stelt strikte eisen aan de technische inrichting en beveiliging van
systemen ten behoeve van afgeleide reisgegevens. Van het gebruik van gedetailleerde
reisgegevens voor marketing zonder ondubbelzinnige toestemming van de reiziger zal
geen sprake zijn.
3 Informatievoorziening aan de reiziger verbeterd
OV-bedrijven hebben waar nodig de informatievoorziening aan reizigers over de
verwerking van persoonsgegevens verbeterd. Concrete aandachtspunten hebben geleid
tot meer en beter toegankelijke informatie over de bescherming van persoonsgegevens op
websites, formulieren en in brochures.
4 Privacy audit GVB afgerond
De privacy-audit bij GVB Amsterdam is afgerond en resultaten worden gebruikt voor
verdere verbetering van de bescherming van persoonsgegevens. Hierover is het Cbp
geïnformeerd.
5 Overleg over bewaartermijn reisgegevens vindt plaats
OV-bedrijven hebben in juli het Cbp inzicht gegeven in de maximale bewaartermijnen van
reisgegevens. Het gaat hier om bewaartermijnen van reisgegevens van klanten voor zowel
fiscale doeleinden (bijvoorbeeld reiskostenaftrek) en andere bedrijfsvoeringsdoelen, zoals
controle op zwartrijden achteraf (fraudebestrijding), informatieverzoeken en verzoeken om
geld-terug-bij-vertraging. De OV-bedrijven zullen de komende tijd de noodzaak en
termijnen van het bewaren van bepaalde reisgegevens verder in kaart brengen.
---
Met de belastingdienst is onder voorzitterschap van het ministerie van VenW intensief
overlegd over de vereiste fiscale bewaartermijnen van reisgegevens (kosten) voor de
verschillende belastingsoorten. OV-bedrijven faciliteren de standpuntbepaling van de
belastingdienst door in workshops uitleg te geven over de werking van het OV-
chipkaartsysteem. Bovendien wordt met de Belastingdienst een gezamenlijk
beleidsvoorstel uitgewerkt voor verschillende belastingsoorten. De verwachting is dat dit
begin 2009 jaar gereed is en kan worden overlegd aan het Cbp.
10
Tarieven
Uitgangspunt van opbrengstneutraliteit van strip naar chip gehandhaafd
Onveranderd ten opzichte van het Aanvalsplan is het uitgangspunt dat de reizigers er bij de
overgang van de strippenkaart naar de OV-chipkaart gemiddeld genomen niet op achteruit
gaan. Er zijn verschillende afspraken gemaakt die dit borgen.
1 Opbrengstneutraliteit opgenomen in Landelijk Tarievenkader (LTK)
De afspraak uit het Aanvalsplan dat in het eerste jaar na introductie van de OV-chipkaart
geen algemene tariefverhogingen zullen plaatsvinden is opgenomen in het LTK. De
vervoerders en decentrale overheden gaan uit van de in dit kader afgesproken
opbrengstneutraliteit bij het maken van berekeningen ten behoeve van de vaststelling van
de nieuwe tarieven. De overheden overleggen met de verschillende Regionale
Overlegorganen Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (ROCOV) alvorens de
tarieven worden vastgesteld.
2 Landelijk tarievenkader vastgesteld; geen wirwar aan tarieven
De koepels SkVV en IPO hebben op 21 april 2008 het LTK in ontwerp vastgesteld en het
vervolgens aangeboden aan de betrokken decentrale overheden. Het LTK heeft de vorm
van een convenant tussen de decentrale overheden. Verwacht mag worden dat het
uiterlijk begin 2009 door alle decentrale overheden is ondertekend.
Het LTK bevat een aantal afspraken over de regionale tarieven (bijvoorbeeld definities van
`oudere', `spits'), over de overgangssituatie en over een aantal landelijke reisproducten.
Deze afspraken dragen bij aan het voorkomen van een wirwar aan tarieven. In het LTK is
een alternatief opgenomen voor de huidige stad-streeksupplementen: reizigers in het bezit
van een NS traject of netwerkkaart kunnen voor 15 euro per maand een landelijk geldig
reisproduct kopen dat 40 procent korting geeft op het basistarief en op het
kilometertarief. De streekvervoerders hebben te kennen gegeven dat zij hier nog nader
overleg over willen voeren met NS en overheden. Bovendien zullen concessieverleners
bevorderen dat ter vervanging van de huidige NS-trajectkaarten die ook geldig zijn op het
regionale spoor, nieuwe reisproducten worden ontwikkeld die geldig zijn bij NS en de
desbetreffende regionale spoorvervoerder.
Voorts is in het LTK afgesproken dat de concessieverleners samen met NS en vervoerders
onderzoeken of en hoe het opnieuw heffen van de vaste voet bij een overstap tussen
regionaal treinvervoer en NS in de toekomst achterwege kan blijven. Doel van de studie is
één vaste voet in de railketen, zoals dat nu het geval is. Dat zal niet direct bij introductie
mogelijk zijn, maar is wel het streven als eindbeeld. De haalbaarheid daarvan wordt dus
nog onderzocht.
3 Decentrale tarievenkaders en tariefsplannen vastgesteld door de decentrale overheden
Nog dit jaar hebben de meeste decentrale overheden een tarievenbeleid voor de OV-
chipkaart vastgesteld. Twee overheden zullen dit begin 2009 gaan vaststellen. Mede
afhankelijk van de fase waarin de invoering van de OV-chipkaart zich bevindt, is dit beleid
reeds geheel in detail uitgewerkt dan wel betreft het de kaders en vindt de uitwerking
momenteel plaats. Ook het overleg met de Rocov's moet in een aantal gevallen nog
plaatsvinden.
4 Resultaat onderzoek: geen wirwar aan tarieven
In april hebben IPO en SkVV een onderzoek laten verrichten door AGV/Movares naar de
inhoud van het regionale tarievenbeleid. Het primaire doel was na te gaan of er, na
invoering van de OV-chipkaart, een wirwar van tarieven komt. Dit lijkt geenszins het geval
te zijn. Per regio ontstaan er naast de landelijke reisproducten ook maximaal vijf regionale
---
producten. Momenteel, in het papieren tijdperk, zijn er meer verschillende tarieven. De
incidentele reiziger kan ook na invoering van de OV-chipkaart makkelijk gebruik maken
van het openbaar vervoer: wagenverkoopkaartjes blijven overal bestaan. In de automaten
bij de metrostations zulle wegwerpchipkaarten kunne worden aangeschaft. Voor die
reiziger verandert er dus weinig.
12
Distributie
Distributie vormt één van de belangrijkste aandachtspunten bij de verdere implementatie van
de OV-chipkaart. Districhip heeft zijn werk gedaan en er is veel kennis verzameld over
inkoop, beheer en onderhoud. Districhip wordt evenwel opgeheven omdat het
bedrijfseconomisch efficiënter is de organisatie van het derdennetwerk meer toe te spitsen
op de specifieke eisen van het landelijk gebied en het stedelijk gebied. De eis van een
uniform derdennetwerk voor klanten blijft vanzelfsprekend gehandhaafd.
1 Een voor klanten uniform derdennetwerk wordt opgeleverd
Decentrale overheden en vervoerders hebben afgesproken een voor klanten uniform
derdennetwerk op te leveren bij de verdere introductie van het OV-chipkaartsysteem.
Hiermee zal er uniformiteit richting de reiziger in de zin van herkenbaarheid worden
gerealiseerd. Vervoerders en decentrale overheden zijn tot de conclusie gekomen dat één
centraal systeem van organiseren niet de voorkeur verdient. De verschillende eisen die er
vanuit het stedelijk gebied en het landelijk gebied worden gesteld aan het derdennetwerk
komen in de nadere uitwerking terug. De coördinatie hiervan wordt ter hand genomen
door de eerder genoemde Stuurgroep Decentrale Invoering OV-chipkaart. Bij de
implementatie van het derden distributienetwerk zullen de ervaringen die opgedaan
worden bij de verdere launch van het OV-chipkaartsysteem in Amsterdam zo veel als
mogelijk worden gebruikt.
2 Besluit tot bestellen apparatuur binnen kader Stuurgroep Decentrale Invoering OV-
chipkaart
Het onomkeerbare besluit tot het bestellen van apparatuur zal door decentrale overheden
en vervoerders worden genomen binnen het kader van Stuurgroep Decentrale Invoering
OV-chipkaart.
3 NS-distributievoorzieningen aanvulling op andere distributievoorzieningen
De NS-distributievoorzieningen zijn een aanvulling op andere distributievoorzieningen.
Reizigers moeten bij introductie van de OV-chipkaart ook bij voldoende punten van het
derdennetwerk en internet een OV-chipkaart kunnen kopen en saldo kunnen laden. Dat is
van belang om de belasting van distributiepunten goed te spreiden.
13
Reisgemak
Verbeteringen in systeem en informatievoorziening aangebracht
De ervaringen in Rotterdam tonen aan dat het OV-chipkaartsysteem in de praktijk werkt. Een
aantal belangrijke aandachtspunten resteert nog, met name bij de overstap tussen
verschillende modaliteiten. Daar zal hard aan gewerkt moeten worden.
1 Rotterdamse reizigers tevreden over OV-chipkaart
Reizigers bij RET in Rotterdam zijn tevreden over de werking van de OV-chipkaart.
Inmiddels worden maandelijks 2.500.000 ritten met de Rotterdamse tram, bus en metro
gemaakt met de OV-chipkaart. In de afgelopen periode is het aantal reizigers en ritten
stabiel gebleven en zijn knelpunten opgelost. Met name in de metro is het aantal klachten
teruggebracht naar een zeer laag niveau. Reizigers zijn meer en meer gewend aan de
nieuwe manier van reizen. Het aantal restitutieaanvragen (terecht of binnen coulance
regeling) omdat reizigers zijn vergeten uit te checken is zeer gering. De aanvragen kunnen
ook online worden geregeld.
De nieuwe generatie controleapparatuur voor conducteurs en controleurs op de tram, bus
en metro werkt naar behoren. Voor reizigers die vanuit gebieden waar de chipkaart nog
niet is ingevoerd willen overstappen op de metrolijnen in Rotterdam is een
compensatieregeling ontwikkeld. Dit is een tijdelijke regeling die van kracht is tot ook in
omliggende gebieden met de OV-chipkaart kan worden gereisd.
Op de trams en bussen van de RET blijft voor reizigers voorlopig de mogelijkheid bestaan
om te kiezen tussen reizen met de OV-chipkaart of reizen met papieren vervoerbewijzen.
2 OV-chipkaart vanaf september 2008 ook voor reizigers in trams en bussen in Amsterdam
Reizigers bij GVB in de Amsterdamse metro reizen al sinds 2006 met de OV-chipkaart. Er
is veel ervaring opgedaan en geleerde lessen uit Rotterdam en Amsterdam worden
uitgewisseld en over en weer overgenomen. Sinds 1 september 2008 kunnen ook de
reizigers van Connexxion in de concessies Amstelland Meerlanden en Haarlem IJmond met
de OV-chipkaart naar Amsterdam reizen en overstappen op de metro, trams en bussen
van GVB. Stap voor stap zullen reizigers worden geïnformeerd over de nieuwe manier van
reizen, de meest geschikte kaart en producten, introductieaanbiedingen et cetera.
3 NS ondersteunt uitrol in Amsterdam met verkoop anonieme OV-chipkaarten en het
mogelijk maken van laden van saldo
De voorbereidingen voor de verkoop van anonieme OV-chipkaarten en het laden van
saldo bij NS automaten liggen op schema. NS kiest voor een stapsgewijze uitrol die
aansluit bij de planning van andere OV-bedrijven en de daaruit voortvloeiende wensen ten
aanzien van distributie.
Uitgangspunt is verder dat de nieuwe functies van de NS-automaten worden aangezet op
het moment dat dit in een regio ook daadwerkelijk voor reizigers relevant is. Het activeren
van NS-automaten gebeurt in goed overleg met andere OV-bedrijven.
4 Stap voor stap worden verbeteringen doorgevoerd
Op basis van de ervaringen van de reizigers voeren de OV-bedrijven continue
verbeteringen door in het systeem. Verbeteringen in het systeem worden onderling
afgestemd tussen de OV-bedrijven. Dit in lijn met de stapsgewijze invoering van de OV-
chipkaart.
14
5 Stationsinrichting en informatievoorziening inzichtelijker, begrijpelijker en herkenbaarder
gemaakt
Rotterdam
De inrichting van de metrostations en informatievoorziening in Rotterdam is na de
introductieperiode aangepast. De actiematige inrichting en informatie op de metrostations,
bedoeld om reizigers te attenderen op de veranderde manier van reizen met de OV-
chipkaart is inmiddels vervangen door bewegwijzering die informatief is, maar minder
nadrukkelijk aandacht vraagt. Dit maakt het beeld rustiger en overzichtelijker.
Werkgroep Stations met meerdere vervoerders
NS coördineert de werkzaamheden van de Werkgroep `Stations met meerdere
vervoerders' en werkt aan diverse oplossingsrichtingen. Zo is er een gemeenschappelijke
pilot opgestart door GVB, Prorail en NS. De pilot heeft als doel inzicht te verkrijgen in de
bewegwijzering en de uiterlijke kenmerken van voorzieningen -zoals poortjes, kaartlezers
en automaten - in stations met meerdere vervoerders. Daarnaast gaan Prorail en NS
onderzoek doen naar de loopstromen op stations met meerdere vervoerders.
6 Nieuwe manier van reizen en betalen vraagt gewenning bij de reiziger; extra aandacht
aan communicatie en verbeteringen die het gemak van de reiziger vergroten
In regio's waar de OV-chipkaart nu al in gebruik is wordt blijvend aandacht besteed aan
communicatie naar de reizigers en medewerkers van de OV-bedrijven. Een concreet
voorbeeld hiervan is de intensieve communicatie over het in- en uitchecken in Rotterdam.
Uit tevredenheidsmetingen onder reizigers in Rotterdam blijkt dat dit werkt.
De voorlichtingscampagne informeert vooral over de nieuwe manier van reizen en betalen.
In regionale media wordt basisinformatie gegeven. Voor meer specifieke informatie wordt
verwezen naar www.ov-chipkaart.nl. Een nieuwe brochure die breed landelijk is verspreid
zorgt er voor dat ook reizigers die geen gebruik kunnen maken van het internet zich goed
kunnen informeren. De campagnes van de vervoerders zijn bij de introductie van de OV-
chipkaart ook gericht op voorlichting over de nieuwe manier van reizen en zijn instructief
van aard. Daarnaast informeren zij de reizigers over de aanschaf van kaarten, producten
en speciale acties. Voorbeelden van acties zijn reductie van kaartprijs, gratis kaart en reizen
voor 65+ en reductie van reiskosten.
Ter ondersteuning zijn ook instructiefilmpjes gemaakt die worden getoond via de
vernieuwde website OV-chipkaart.nl. Deze instructiefilmpjes zijn ook beschikbaar voor de
websites van OV-bedrijven.
7 Speciale informatie en toepassingen voor slechtzienden en gehandicapten
Bij het ontwikkelen van de uitingen van de landelijke campagne is rekening gehouden met
de adviezen van de consumentenorganisaties. Voor slechtzienden zijn specifieke middelen
en functionaliteiten beschikbaar gekomen:
- Stickers voor op de OV-chipkaart (braille en groot lettertype) zijn breed verkrijgbaar,
ook via de belangenorganisaties
- De website OV-chipkaart.nl is ingericht volgens de "drempels weg"-richtlijnen van het
Landelijk Bureau Toegankelijkheid, die er op zijn gericht om een website toegankelijk
te maken voor mensen met een functiebeperking
- Er komen lijnen op de vloeren op stations en andere speciale bewegwijzering om
nieuwe routes aan te duiden
- De persoonlijke OV-chipkaart biedt de mogelijkheid van automatisch opladen,
waarmee het reisgemak ten opzichte van de huidige papieren wereld wordt vergroot.
15
Planning
Planning op hoofdlijnen geformuleerd
Begin 2008 is er door alle partijen hard gewerkt om de planning inzichtelijk te maken. Inzet
was te komen tot een zeer gedetailleerde integrale planning waarin onderlinge
afhankelijkheden benoemd waren, zodat deze gemanaged konden worden. Echter door de
geconstateerde onzekerheden op de dossiers kosten en beveiliging bleek dit resultaat niet
volledig bereikt te kunnen worden. Daarmee werd het initiële doel dat de integrale planning
zou moeten leiden tot versnelling van de implementatie niet gediend. Daarom heeft de
Regiegroep ervoor gekozen de planning op hoofdlijnen te formuleren, door een aantal
duidelijke mijlpalen te benoemen. De ruimte tussen de mijlpalen kan door de partijen gebruikt
worden om eigen stappen te bepalen, afhankelijk van de totale voortgang van het project op
dat moment. Tevens hebben partijen op deze manier meer ruimte om de opgedane kennis
over het uitrollen te gebruiken in nieuw uit te rollen regio's en concessies. De
uitvoeringsorganisatie die bestaat uit de implementatiegroep en de stuurgroep centrale
implementatie werkt deze gezamenlijk gedragen implementatiestrategie verder uit.
1. De gekozen uitrol in twee fases wordt nader concreet ingevuld.
In de brief van 30 mei 2008 aan de Tweede Kamer (23 645, nr. 207) wordt melding
gemaakt van een uitrolscenario in twee fases.
- Fase 1: De eerste implementatiegebieden hebben naar verwachting uiterlijk medio
2009 het OV-chipkaart systeem operationeel. Het verzoek van Rotterdam om het
NVB in de metro uit te zetten per 29 januari 2009 is inmiddels gehonoreerd. De
leerervaringen uit fase 1 worden gedeeld met de overige partijen. Die worden zo in
staat gesteld om de eerder opgedane ervaringen te gebruiken om de eigen uitrol te
optimaliseren.
- Fase 2: De niet direct bij de eerste implementatiegebieden betrokken regio's maken bij
de implementatie gebruik van de ervaringen van de eerste groep, waardoor zij minder
dan met kinderziektes zullen worden geconfronteerd, wat de uitrolsnelheid ten goede
zal komen. Afgesproken is dat tussen het moment van het uitzetten van het NVB in de
eerste stadsregio('s) en het operationeel hebben van het OV-chipkaartsysteem in de
provincies maximaal één jaar zit.
Decentrale overheden hebben toegezegd dat begin volgend jaar bekend is welke
regio's gaan behoren tot de eerste implementatiegebieden. Het uitgangspunt hierbij is
dat de implementatie gebaseerd is op een uitrol via logische vervoersgebieden.
2. Stapsgewijze introductie NS
De planning van de NS is dat per 1 oktober 2009 reizen op saldo in haar basisvorm met de
OV-chipkaart landelijk mogelijk is. Daarop volgend zullen vooraf gespecificeerde
producten in verchipte vorm aangeboden worden. Daarnaast zal het distributienetwerk
van NS in verchipte gebieden ondersteuning bieden aan dat van de stad- en
streekvervoerders en het aanvullende netwerk. De afspraak is dat de distributieapparatuur
van de NS per 1 januari 2009 in technische zin operationeel is en dat de uitrol is
opgehangen aan de uitrolplanning van stads- en streekvervoerders en de NS zelf. Hiermee
kiest de NS voor een stapsgewijze introductie van de OV-chipkaart.
16
Communicatie
Informeren van de reiziger is en blijft van groot belang
In de afgelopen maanden is er op communicatiegebied hard gewerkt om de gestelde doelen te
bereiken. Binnen het domein communicatie zijn twee hoofdlijnen te onderscheiden: de
landelijke introductiecampagne en het inrichten van een Monitor klantacceptatie.
1 Landelijke introductiecampagne OV-chipkaart van start gegaan
In de afgelopen maanden zijn de campagnevoorbereidingen geïntensiveerd. Vanuit de
bestaande communicatiestrategie is een nieuw concept (`magenta lijn concept')
ontwikkeld. Inmiddels is vanuit het landelijke campagneteam begin oktober 2008 een
informatiecampagne ingezet in de regio Amsterdam om de uitrol naar bus en tram binnen
de stadsregio te ondersteunen. Daarnaast zijn afspraken gemaakt om de daar geleerde
lessen in praktijk te brengen en toe te passen bij volgende introducties in het land. De
focus van de campagne ligt op de ondersteuning van de regionale uitrol. Er is dus geen
landelijke communicatie voorzien (bijvoorbeeld op radio en TV) zolang de kaart niet in
voldoende mate is uitgerold. Doel van de uitrolondersteuning is het werken aan één beeld
voor de reiziger over de OV-chipkaart. Daarvoor is een digitale gereedschapskist
ontwikkeld met beelden- en vormentaal en teksten waar iedereen vrij gebruik van kan
maken. Ook is een nieuwe versie van de landelijke publieksfolder uitgebracht en in ruime
mate verspreid naar bijvoorbeeld Vervoerders, consumentenorganisaties en Postbus 51.
Qua inhoud richt de landelijke campagne zich op het informeren van de reizigers over de
mogelijkheden van en het reizen met de OV-chipkaart. Voor meer specifieke informatie
wordt verwezen naar www.ov-chipkaart.nl. Bij de totstandkoming is uitgebreid afgestemd
en overlegd met betrokken partijen.
2 Monitor klantacceptatie van start gegaan
Een ander belangrijk punt in het Aanvalsplan is het inrichten van een Monitor
klantacceptatie. Doel is het volgen van de implementatie inspanningen en het
onderzoeken van de communicatie voor, tijdens en na de invoering van de OV-chipkaart
in de verschillende regio's met het oogmerk daar lessen uit te trekken voor het vervolg. De
OV-ambassadeur is gevraagd deze rol op zich te nemen. Inmiddels is ook hier in
uitgebreide onderlinge afstemming met alle betrokken partijen- een opzet tot stand
gekomen die inmiddels in uitvoering is. De OV-ambassadeur rapporteert haar bevindingen
aan de Regiegroep.
17
Ministerie van Verkeer en Waterstaat