Senternovem
03-12-2008 | Dutch Wind Workshops: focus in windenergie-onderzoek
Wat is de status van windenergieonderzoek in Nederland? En wat zijn de
belangrijkste onderwerpen voor de toekomst? Die vragen stonden
centraal tijdens de op 27 en 28 oktober bij de TU Delft gehouden
`Dutch Wind Workshops'. De bijeenkomst, die voor de tweede keer werd
georganiseerd door ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland), TU Delft,
WMC (Windturbines, Materials & Constructions) en SenterNovem kreeg
ondersteuning vanuit het programma Energie Onderzoek Subsidie (EOS).
De Dutch Wind Workshops (DWW) zijn geen wetenschappelijke seminars.
Het is eerder een overlegforum waarin bedrijfsleven en de
organiserende partijen samenwerken. Samen bepalen zij zo de relevantie
voor korte en lange termijn ontwikkelingen in de windindustrie en
onderzoek wat daarvoor noodzakelijk is. Ditmaal bezochten 190
deelnemers uit binnen- en buitenland de TU Delft-faculteit Luchtvaart-
en Ruimtevaarttechniek,. Onder hen ingenieurs, onderzoekers en
technische ontwikkelaars van turbine- en rotorbladenbouwers. Zij
kregen in vijf presentaties een overzicht van de voortgang van
Nederlands windenergieonderzoek. Frank Witte van SenterNovem: "Juist
deze `etalagefunctie' maakt dat de DWW steun krijgen vanuit EOS."
Grootste draaiende objecten op aarde
Stond de eerste DWW in 2006 nog in het teken van de presentatie waar
het onderzoek zich mee bezighield. Deze keer lag het zwaartepunt op de
resultaten ervan. Er is de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt om
de efficiency van de inmiddels grootste draaiende objecten op aarde te
verbeteren. Belangrijke aspecten waren daarin onder andere offshore
windtechnologie, meteorologie, rotoraerodynamica, materialen en
constructie. Windprofessor Gijs van Kuik: "Mede door dat onderzoek
zijn de kosten van turbines sterk gedaald. Maar tegelijk nam de vraag
naar windenergie toe waardoor fabrikanten hogere marges berekenen.
Bovendien stegen de grondstofprijzen. Daardoor werd de `hardware'
uiteindelijk duurder."
2020: kilowattuurprijs wind lager dan fossiel
Theo de Lange, manager windenergie van ECN: "De resultaten geven nog
meer focus in de bestaande onderzoeksprogramma's. De R&D-agenda voor
windenergie concentreert zich op materialen, het netwerk, de
aandrijftrein (alles achter de rotorbladen) en `smart control'. Onder
dit laatste vallen bijvoorbeeld intelligente rotorbladen die zich
instellen op de wind en zich continu aanpassen aan de
bedrijfscondities, om zo het rendement van de windturbine te verhogen.
Veel onderzoek komt ten goede aan efficiëntere windturbines. "De
kostendaling van windenergie zet door," weet De Lange, "Ik verwacht
dat in 2020 de kilowattuurprijs van offshore windenergie onder die van
fossiel opgewekte stroom ligt." Van Kuik: "Nu al is windenergie
rendabel als je uitgaat van de beste plekken en windturbines, en
financiering uit eigen vermogen."
Betrouwbaarheid
Waarvoor heeft de windenergie-industrie veel belangstelling? Van Kuik:
"De meeste interesse gaat uit naar onderzoek dat de betrouwbaarheid
van componenten kan verbeteren. Daarnaast ligt er een gezamenlijke
belangstelling voor ontwerpsoftware die het gedrag van windmolens
`virtueel' kan onderzoeken. Er is namelijk veel behoefte aan
allerhande meetgegevens over windmolens. De vraag om aanlevering van
meetgegevens hebben we daarom ook neergelegd bij de industrie."
Delft offshore turbine
Gijs van Kuik: "Er zijn twee stromingen in onderzoek: één die leidt
tot steeds meer geavanceerde technologie en één die roept om eenvoud
en betrouwbaarheid. Want hoe verfijnder de technologie, hoe meer kans
op storingen. Dat laatste leidde tot een out of the box idee voor een
windturbine op zee: de Delft offshore turbine. Hierin wordt
elektriciteit niet in de molen zelf opgewekt, maar daarbuiten. Dat
gebeurt met water dat door de molen op druk wordt gebracht. Het water
gaat via een pijpleidingenstelsel naar een centrale plaats waar via de
waterdruk stroom wordt opgewekt."
Koppositie behouden
Het Nederlandse windenergieonderzoek staat sterk in de belangstelling:
zowel in omvang als resultaat behoort dit tot de kopgroep in Europa.
Zeker op gebied van park- en rotor-aerodynamica, maar ook offshore
technologie speelt het Nederlandse onderzoek een leidende rol. "Maar
het is wel belangrijk dat we deze koppositie behouden.'' Theo de Lange
van ECN: "Dat kan alleen als het huidige EOS-onderzoeksprogramma wordt
voortgezet."
Frank Witte zegt daarover: "In 2009 volgt een herijking van EOS. We
kijken dan naar de onderzoeksresultaten, de aansluiting bij
Energietransitiebeleid en de marktbehoefte. Bij dat laatste geven de
DWW veel input."
Externe links (worden geopend in een nieuw venster)
Dutch Wind Workshops