4. Betreft zorg aan chronisch zieke kinderen in dagverblijf Kiddion
Betreft zorg aan chronisch zieke kinderen in dagverblijf Kiddion
Kamerstuk, 3 december 2008
* Aanleiding
* Recente ontwikkeling
* Continuering van de zorg
* Vervolg
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ/KZ/U-2898741
3 december 2008
Naar boven
Aanleiding
Op 2 december jl. heb ik u een brief doen toekomen over de zorg aan
chronisch zieke kinderen die wordt geleverd door specialistische
dagverblijven (DLZ-CB-U-2893719). Deze brief was in reactie op een
door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
ontvangen petitie van Kombino Specialistische Kindzorg. Deze brief was
tijdens de regeling van 2 december jl. nog niet door uw kamer
ontvangen. Op het moment waarop ik deze brief aan u heb verzonden, was
mij nog niet bekend dat de directeur van Kiddion had besloten om met
ingang van janauri 2009 de activiteiten van Kiddion te beëindigen (zie
hierna). Het was derhalve niet mogelijk deze nadere informatie in de
brief van 2 december jl. te verwerken, anders had ik dat uiteraard
gedaan.
De petitie bevat een oproep tot behoud van specialistische
zorgverlening voor chronische zieke en gehandicapte kinderen. De
petitie roept tevens op tot behoud van de zorg die wordt geleverd door
Kombino. In mijn reactie heb ik aangegeven dat de zorg aan deze
cliëntengroep noodzakelijke zorg is en geleverd moet worden. Terwijl
voor een definitieve oplossing van het vraagstuk wat meer tijd nodig
is (zie ook hierna) is voor de korte termijn reeds een oplossing
gevonden doordat de leden van ZN zeker zullen stellen dat deze zorg
voor deze groep patiëntjes gecontinueerd zal worden. Ik maak hierbij
onderscheid tussen de continuïteit van de zorgverlening en de
organisatie die deze levert.
Naar boven
Recente ontwikkeling
Kombino Specialistische Kindzorg bestaat uit meerdere
kinderdagverblijven, waaronder Kiddion. De verschillende
kinderdagverblijven die deel uitmaken van Kombino leveren zowel zorg
in natura als PGB-gefinancieerde zorg. Zoals u bekend valt zorg
ingekocht met een PGB onder de verantwoordelijkheid van de
PGB-houders. Op 1 december jl. heeft de directeur van Kiddion laten
weten dat Kiddion haar werkzaamheden per 1 januari a.s. zal
beëindigen. Ik hecht eraan u omtrent deze ontwikkeling op de hoogte te
stellen.
Zodra bekend werd dat Kiddion per 1 januari a.s. haar werkzaamheden
zal beëindigen is zowel bij Kiddion als bij ZN en het zorgkantoor
Haaglanden navraag gedaan met betrekking tot de continuïteit van de
zorg. Hieruit ontstaat het volgende beeld. Allereerst hecht ik eraan
om te benadrukken dat er geen acuut financieel probleem en dat de
zorgverlening niet in gevaar is.
Tevens is mij gebleken dat Kiddion een kleine organisatie is die
uitsluitend zorg levert aan PGB-houders. Er is derhalve geen contract
met het zorgkantoor waardoor de continuïteit van de organisatie
samenhangt met het aantal PGB-houders dat in zorg is. Naast Kiddion
bieden ook andere zorginstellingen in de Haagse regio vergelijkbare
zorg. Diverse patiënten/cliënten kiezen voor deze andere aanbieders;
hetgeen de financiële continuïteit van Kiddion bemoeilijkt.
Hoewel er geen contract tussen Kiddion en het zorgkantoor Haaglanden
is, heeft het zorgkantoor wel getracht om tot afspraken met Kiddion te
komen. Daarnaast zijn de gesprekken tussen het zorgkantoor, de
zorgverzekeraars en Kiddion over de financiële continuïteit nog
gaande. Eén en ander wordt echter door de directeur van Kiddion als
een te zware belasting gezien. Deze stapeling van factoren heeft de
directeur van Kiddion tot de beslissing gebracht de activiteiten van
Kiddion per 1 januari a.s. te staken.
Hoewel kleinschalige initiatieven zoals Kiddion in zichzelf sympathiek
zijn, is wel de vraag aan de orde of er geen sprake is van een té
kleine schaal om tegenvallende omstandigheden en reguliere
bedrijfsrisico's te kunnen opvangen.
Aangezien het hier om PGB-gefinancierde zorg gaat (en er dus geen
contract met het zorgkantoor is) ben ik niet in de positie om
bijvoorbeeld met de hulp van de NZa de continuïteit van de organisatie
Kiddion te bevorderen.
Naar boven
Continuering van de zorg
Desondanks staat voor mij de continuering van de zorg aan de kinderen
die bij Kiddion in zorg zijn voorop. Ik heb reeds aangegeven dat er
geen acuut financieel probleem is waardoor van discontinuïteit van
zorg op dit moment geen sprake is. Gezien het belang van deze zorg heb
ik echter wel het zorgkantoor Haaglanden gevraagd om in overleg te
treden met betrokken ouders om te bezien hoe de zorg voor deze groep
patiënten/cliënten geborgd kan worden binnen de zorgvoorzieningen in
de regio Den Haag. Een afschrift van deze brief treft u hierbij aan en
heb ik ook verstuurd naar de Raad van Toezicht van Kiddion. Ik zal mij
op de hoogte blijven stellen van de voortgang hieromtrent.
Naar boven
Vervolg
In mijn brief van 2 december jl. heb ik reeds aangegeven dat er hier
sprake is van noodzakelijke zorg die geleverd moet worden. Op het
moment van verzenden van deze brief was nog niet bekend dat de
directeur van Kiddion had besloten de activiteiten van Kiddion te
beëindigen. Ook heb ik aangegeven dat het feit dat de bekostiging van
deze zorg plaats vindt via zowel de WMO, de jeugdzorg, de AWBZ en de
Zvw mag niet leiden tot discontinuïteit in de zorgverlening. Ik ben
van mening dat er voor cliënten sprake moet zijn van een `vloeiende
lijn' van continue zorgverlening. Tegelijkertijd is de afstemming van
bekostigingsregimes en indicatiestelling ingewikkeld en zijn daarbij
meerdere partijen betrokken (NZa, CVZ, CIZ). Ik vind het belangrijk om
hierin zorgvuldig te handelen zodat de systemen qua aanspraak en
bekostiging/declaratie dusdanig zijn geharmoniseerd dat de
noodzakelijke zorg aan cliënten zeker is gesteld.
De komende weken zal VWS met de relevante partijen werken aan het
vaststellen van een `spoorboekje' waarin de verschillende stappen en
verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Ik zal u hierover begin 2009
informeren.
Naar boven
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Naar boven
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport