Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over regionale politiekorpsen die
onvoldoende gegevensbescherming waarborgen
26 november 2008
Antwoorden op kamervragen van de leden Van Raak en Gerkens (beiden
SP), ingezonden 16 oktober 2008.
1. Vraag
Wat is uw reactie op het onderzoek van het College bescherming
persoonsgegevens 1) waaruit blijkt dat de wettelijke waarborgen met
betrekking tot het verstrekken en bewaren van persoonsgegevens, die
juist ter compensatie van de mogelijkheid van ruimere
gegevensverstrekking in de wet zijn opgenomen, niet goed worden
nageleefd door de politiekorpsen?
1. Antwoord
In de periode van juni tot november 2007 heeft het College bescherming
persoonsgegevens (Cbp) onderzocht in hoeverre de infodesks van de
regionale politiekorpsen voorbereid waren op de komst van de Wet
politiegegevens (WPG). Het Cbp constateert dat ten tijde van het
onderzoek de meeste politieregio's geen volledig beeld hadden van de
in te voeren WPG, nog niet toegerust waren voor de situatie van na 1
januari 2008 en nog geen concrete plannen hadden de noodzakelijke
wijzigingen door te voeren. In dit rapport wordt op basis van
voornoemde bevindingen geconcludeerd dat "niet wordt voldaan aan de
eisen die de WPG stelt aan een zorgvuldige gegevensverstrekking". Over
het onderzoek rapporteert het Cbp een jaar later, in oktober 2008.
Op zichzelf acht ik een dergelijke conclusie zorgwekkend. In dit
concrete geval maak ik echter de volgende kanttekening. Het
Cbp-onderzoek werd verricht in een periode waarin de WPG nog niet van
kracht was. In die periode was zelfs de datum van inwerkingtreding nog
niet bekend. Dat veel korpsen ten tijde van het onderzoek nog niet
waren voorbereid op de komst van de WPG, is dus wel verklaarbaar. Het
voorstel van Wet politiegegevens werd pas eind juli 2007 aanvaard (en
in september 2007 uitgegeven). Het zou in werking treden op een bij
koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In nauw overleg met de
politieorganisatie is gekozen voor een inwerkingtreding van de WPG per
1 januari 2008. Om de korpsen bij de implementatie met raad en daad
terzijde te staan is het Project implementatie WPG in 2006 speciaal
voor dat doel ingericht door de Raad van Hoofdcommissarissen. In het
najaar van 2007 werden vanuit het project diverse - toen reeds
volledig voorbereide - trajecten gestart, waaronder een omvangrijk
opleidingstraject voor politiefunctionarissen, alsmede de inrichting
van een WPG-helpdesk. Ook werd - en wordt nog steeds - expertise
beschikbaar gesteld om korpsen te begeleiden bij het inrichten van hun
organisatie en werkwijzen conform de eisen van de WPG. Daarnaast
beschikken alle korpsen inmiddels over een eigen projectteam dat met
de implementatie is belast.
2. Vraag
Was u op de hoogte van het niet goed naleven van deze wettelijke
waarborgen door een aantal politiekorpsen? Zo ja, sinds wanneer? Zo
ja, welke maatregelen heeft u genomen? Zijn hiervan al effecten
merkbaar?
2. Antwoord
Zoals opgemerkt was ten tijde van het onderzoek geen sprake van
niet-naleving van de wettelijke waarborgen die de WPG stelt, om de
eenvoudige reden dat de WPG toen nog niet van kracht was. Wel was mij
op dat moment bekend dat niet alle korpsen waren voorbereid op de
komst van de WPG. Toch heb ik invoering van de wet per 1 januari 2008
verantwoord geacht omdat het Project implementatie WPG de korpsen, met
inbegrip van de Koninklijke marechaussee, alsmede de Voorziening tot
samenwerking Politie Nederland voor wat betreft de architectuur en de
ICT, intensief zou begeleiden met training en advies. Dat is ook
daadwerkelijk gebeurd en zal nog voortduren tot 2010. Naar mijn
overtuiging zou een nieuwe meting uitwijzen dat de huidige situatie
duidelijk is verbeterd ten opzichte van die ten tijde van het
Cbp-onderzoek. Ik ga ervan uit dat dit ook zal blijken uit de eerste
privacy audit, die in 2010 zal worden uitgevoerd.
3. Vraag
Deelt u de mening dat het op zichzelf niet bezwaarlijk is wanneer in
bepaalde welomschreven gevallen persoonsgegevens bewaard worden, maar
dat het van het grootste belang is hiermee zeer zorgvuldig om te gaan?
Deelt u eveneens de mening dat het voor het draagvlak in de
samenleving voor het verruimen van opslag en verstrekking van
persoonsgegevens van belang is dat de daarmee verbonden wettelijke
waarborgen worden nageleefd?
3. Antwoord
Ja, die mening deel ik. Daarom wordt bij de implementatie van de wet
bijzondere aandacht besteed aan de waarborgen rond de verruimde
mogelijkheden van de WPG, onder meer door het intensief trainen van
implementatieteams per korps, van de `bevoegd functionarissen' die
ingevolge de wet voorgenomen doelafwijkend verwerken van
politiegegevens moeten toetsen en van de privacyfunctionarissen die
namens de verantwoordelijke het interne toezicht uitoefenen.
4. Vraag
Hoe heeft u zich vooraf beraden op de uitvoerbaarheid en
handhaafbaarheid van deze wetgeving? Hoe kan het dat de meeste
regionale politiekorpsen niet voldoende voorbereid waren op de
inwerkingtreding van de Wet politiegegevens per 1 januari 2008? Is er
in dit geval sprake van een te ingewikkelde wet, onwetendheid bij de
korpsen, of weerstand of onwil?
4. Antwoord
In het najaar van 2007 zijn twee mogelijkheden afgewogen:
inwerkingtreding op het moment waarop alle bedrijfsprocessen binnen de
politieorganisatie voor de volle honderd procent zouden zijn ingericht
conform de WPG, of een snellere inwerkingtreding waarbij de WPG
gaandeweg zou worden ingevoerd. Laatstgenoemde optie had veruit de
voorkeur, omdat de nieuwe regelgeving beter aansluit bij de lopende
ontwikkelingen rond de informatiehuishouding en ICT van de politie.
Daarom is besloten de wet per 1 januari 2008 in te voeren.
Randvoorwaarde was uiteraard wel dat het verwerken van politiegegevens
in de zin van de WPG zal geschieden met inachtneming van de waarborgen
ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer die de WPG daar
tegenover stelt. Duidelijk was dat de WPG noch in de processen en de
producten, noch in de werkwijzen of de ICT, van meet af aan in al zijn
consequenties kon worden ingevoerd. Van weerstand of onwil bij korpsen
om de wet in te voeren, is mij niets gebleken. De politieorganisatie
is steeds intensief betrokken geweest bij de totstandkoming van de wet
en stond en staat daar positief tegenover.
5. Vraag
Is het waar dat er bepaalde korpsen zijn die niet voornemens zijn
wijzigingen door te voeren om zich wel aan de wettelijke waarborgen
houden? Wat gaat u daar aan doen?
5. Antwoord
Nee, dat is niet waar. Blijkens het Cbp-rapport hadden veel
geënquêteerden nog weinig kennis over de destijds op handen zijnde WPG
en heeft een aantal van hen verklaard niet op de hoogte te zijn van
voornemens om in de WPG gestelde waarborgen te realiseren. Hieruit kan
echter niet worden afgeleid dat de korpsen weigerachtig zijn hun
wettelijke plicht na te leven. Feitelijk is daarvan ook geen sprake.
6. Vraag
Op welke termijn zullen de waarborgen die uit de wet voortvloeien,
zoals het in de gaten houden wie er toegang hebben gekregen tot de
bijzondere politieregisters met gevoelige persoonsgegevens, in het
geheel worden nageleefd?
6. Antwoord
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 aangaf, worden de korpsen bij de
invoering van de WPG intensief begeleid door het Project implementatie
WPG. Vanuit dit project worden de korpsen geïnstrueerd over alle
aspecten van de WPG, waaronder ook het aspect van autorisaties waarmee
de toegang tot de diverse soorten van politiegegevens wordt
gereguleerd. Mede door deze handreikingen vanuit het project zijn de
korpsen in staat de waarborgen van de WPG na te leven.
1) `Politie infodesk. Onderzoek naar de inrichting van de politie
infodesk en de waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens'.
Onderzoeksrapport, College bescherming persoonsgegevens, oktober 2008
http://www.cbpweb.nl/downloads_rapporten/rap_2008_politie_infodesk.pdf
?refer=true&theme=purple (extern)
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties