Gemeente Rotterdam

2 december 2008

Rotterdam wil meer investeren in aansluiting bij Rotterdamse samenleving

Helft Poolse inwoners overweegt langere tijd in Nederland te blijven

30 tot 50% van de Poolse inwoners in Rotterdam overweegt voor langere tijd in Nederland te blijven, 40% verdient minder dan het minimumloon, 90% heeft minstens voortgezet onderwijs genoten en 50% werkt buiten de stad. Dit zijn de meest opvallende uitkomsten uit een onderzoek onder 400 Poolse inwoners van de Tarwewijk en Oud Mathenesse. Het is voor het eerst dat Polen zelf aan het woord komen over hun leefomstandigheden en toekomstperspectief. Volgens wethouder Hamit Karakus (Wonen en Ruimtelijke Ordening) onderschrijven de uitkomsten van het onderzoek het belang van meer investeren in huisvesting, het tegengaan van uitbuiting en een goede aansluiting op de Nederlandse samenleving. "We mogen ons niet blindstaren op het economisch belang. Het gaat hier om mensen: de Midden en Oost Europeanen zelf die uitgebuit, onderbetaald en slecht gehuisvest worden maar ook de wijkbewoners die overlast ondervinden door de overbewoning. Het is onze verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de mensen goede aansluiting vinden bij de Rotterdamse samenleving."

Rotterdam pleit al sinds vorig jaar voor een landelijke langetermijnvisie om een goede opvang van Midden- en Oost-Europeanen in ons land te waarborgen. Tot op heden is dit nog niet gebeurd vanwege de aanname van tijdelijk verblijf. In een kabinetsbrief aan de kamer van 28 november jl. wordt nog een keer benadrukt dat 'slechts een klein deel denkt aan een permanent verblijf'. Deze aanname blijkt niet overeen te komen met de gesprekken die gevoerd zijn met de Polen zelf. Hieruit blijkt dat 30 tot 50% overweegt om voor langere tijd in Rotterdam te verblijven. 45% van de ondervraagden geeft aan zich zeker thuis te voelen in Rotterdam.

Veel animo voor inburgeringscursussen

Tijdens de vraaggesprekken zijn de Polen ook geïnformeerd over de inburgeringscursussen. Dit heeft geleid tot een groot aantal inschrijvingen en een opkomstpercentage voor de taalleertoets van 100%. Een dergelijk hoge opkomstpercentage komt zelden voor. Uit het onderzoek blijkt dat op dit moment nog maar 14% van de Polen 'een klein beetje Nederlands' spreekt. Opvallend is het groot aantal hoogopgeleide werknemers. 1 op de 10 werknemers heeft aan een HBO of universiteit gestudeerd en 90% heeft minstens voortgezet onderwijs genoten. Rotterdam zal de komende tijd de doelgroep intensief informeren over de mogelijkheden voor een taalcursus en gaat ook vaker banenmarkten in de stad faciliteren, zodat de aanwezige talenten beter worden benut.

Uitbuiting

Het feit dat 40% van de ondervraagden onder het minimumloon werkt geeft aan dat er in veel gevallen sprake is van uitbuiting. Opvallend is ook het grote aantal (50%) dat in de tuinbouw of foodsector werkt. Deze ondervraagden werken niet in Rotterdam, maar worden door de uitzendbureaus wel gehuisvest in de stad. De goedkope woningvoorraad en de actieve huisjesmelkers in de kwetsbare wijken hebben een aanzuigende werking op malafide uitzendbureaus die hun werknemers zo goedkoop mogelijk en met te veel mensen in één ruimte willen huisvesten.

Tewerkstellingsvergunning voor Roemen en Bulgaren

Rotterdam heeft eerder gepleit voor het handhaven van de tewerkstellingsvergunning voor Roemenen en Bulgaren. Aanleiding is het feit dat de toestroom van Midden- en Oost-Europeanen naar Rotterdam groter bleek te zijn dan voorspeld. In plaats van de geschatte 5000 bleek het in werkelijkheid te gaan om 15.000 Midden ­ en Oost-Europeanen. Rotterdam besteedt jaarlijks meer dan 2 miljoen euro aan het in goede banen leiden van deze toestroom. Dit betekent een intensieve inzet van de controleteams op overbewoning, maar ook structurele oplossingen door het maken van afspraken met corporaties en uitzendbureaus over goede en betere spreiding van de huisvesting, het aanpakken van uitbuiting en goede voorlichting. Een van de grootste problemen blijft het feit dat Midden- en Oost-Europeanen zich niet hoeven te registreren. Dit maakt dat er geen grip is op de instroom en Rotterdam niet weet waar 10.000 Midden- en Oost-Europeanen in de stad verblijven. Volgens wethouder Karakus moet het Rijk eerst met een oplossing voor dit probleem én een langetermijnvisie komen alvorens de tewerkstellingsvergunning voor Bulgaren en Roemenen wordt opgeheven.

Noot voor de redactie (