Partij van de Arbeid

Den Haag, 2 december 2008

Bijdrage lid Depla (PvdA) aan begroting WWI

Gesproken woord geldt!


1. Houvast en vooruitgang
Voorzitter,
Een belangrijke uitvalsbasis om de wereld aan te kunnen is een sterke buurt. In een sterke buurt voelen mensen zich veilig en thuis, is men in grote mate zelfredzaam en heeft men oog voor elkaar. Herstel van buurten vraagt een kabinetsbrede aanpak gericht op werk, veiligheid, onderwijs, jeugd en ondernemen. De PvdA heeft daarom bij alle begrotingsbehandelingen ingezet op leefbaarheid en veiligheid en op het sterker maken van bewoners.

Door meer handen in de wijken: 250 extra wijkverpleegkundigen, straatcoaches en 500 extra wijkagenten die de negatieve straatcultuur doorbreken. 900 extra conciërges en 15 mln eruo meer voor schoolmaatschappelijk werk om de schoolcultuur te versterken. Nu is het zaak dat u zorgt dat deze mensen er ook werkelijk komen.

Door mensen sterker te maken, door met opvoedingsondersteuning de thuiscultuur te versterken. Met beter onderwijs, veel extra geld voor beter taalonderwijs in het beroepsonderwijs en de schooluitval terug te dringen.

Door mensen aan het werk te helpen, onder meer door per 1 januari het participatiefonds van start te laten gaan.

Door meer sport en cultuur in de buurt. Er is nu geld voor jeugdsport- en jeugdcultuurfondsen. Meer kinderen kunnen zo ook in de zwakkere buurten gaan sporten. Maar de gemeente Amsterdam houdt bij het beschikbaar stellen van ruimte voor sportvelden in bv Amsterdam-Noord geen rekening met die groei. Bent u bereid de wethouder daar op aan te spreken?

Door achter de bewoners te gaan staan en hun kracht te mobiliseren.

Doel van de PvdA is om binnen 10 jaar achterstanden van buurten weg te werken! Buurten worden alleen weer van de bewoners als zij de kans krijgen om van hun wijk iets moois te maken. Daarom:

1. Bewonersinitiatieven
Ook de komende jaren is er, conform de wens van de PvdA-fractie, 25 miljoen euro per jaar beschikbaar voor bewonersinitiatieven. Voorwaarde voor inzet van het geld is betrokkenheid van bewoners. In veel gemeenten gaat dat goed. In sommige steden echter willen wethouders het geld zelf verdelen. Ik verwacht van de minister dat hij deze wethouders achter de broek zit om het geld daadwerkelijk door bewoners te laten besteden. En dat de minister het Landelijk Steunpunt Aandachtswijken weet te waarderen bij het sterker maken van bewonersgroepen zodat het geld terecht komt bij bewoners die zich organiseren en initiatief nemen.


2. lokaal handvest bij sloop en renovatie De Partij van de Arbeid wil bewoners meer rechten geven bij sloop of renovatie van hun eigen buurt. Plannen worden er beter van. Plannen hebben meer draagvlak. En bewoners hebben vooraf meer zekerheid dat ze ook in de toekomst betaalbaar kunnen wonen. Veel corporaties snappen dit, maar helaas niet allemaal.

Daarom moeten bewoners het recht krijgen om in een lokaal handvest afspraken te maken hoe zij beter betrokken worden bij de herstructurering van de buurt. Het is immers hun buurt of flatgebouw. In het lokale handvest kunnen ook afspraken gemaakt worden over het recht om terug te keren in dezelfde buurt of over een betaalbare vervangende woning. Een belangrijk onderdeel van het lokaal manifest is dat bewoners het recht krijgen een deskundige in te schakelen voor een second opinion over de plannen van de corporatie. Of ondersteuning om een eigen alternatief plan te maken. Door te werken met een lokaal handvest hoeft niet bij elke herstructurering het wiel opnieuw uitgevonden te worden. Is de minister bereid dit voorstel over te nemen? Ik wil vragen om het plan dat wij samen met de CU gemaakt hebben aan de handelingen toe te voegen.


3. Onderzoek LSA
Uit onderzoek dat in opdracht van de LSA is uitgevoerd blijkt dat in veel steden bewoners nauwelijks betrokken zijn bij de wijkactieplannen. Zo scoorde Amsterdam slecht. Maar ze hebben nav de uitkomsten van het onderzoek hun leven gebeterd. Ik verwacht van de minister dat hij wethouders en corporaties achter de broek zit als blijkt dat zij bewoners onvoldoende betrekken bij de uitvoering van de wijkactieplannen.. Ik ga er dan ook vanuit dat volgend jaar de LSA dit onderzoek weer laat uitvoeren. Graag uw reactie.


2. Corporaties
In de jaren negentig ontstond afstand tussen corporaties en overheid. Corporaties werden zakelijker en de politiek dacht dat sociale huisvesting de langste tijd had gehad. Corporaties blijken echter nog altijd een onmisbaar lid van de sociale zorg. Gericht op het zorgen voor huisvesting van mensen die financieel en/of sociaal niet in staat zijn om zich op de vrije markt te bewegen. Gericht op versterken van buurten en het leveren van een bijdrage aan een ongedeelde regio. .

Corporaties die deze taken goed uitvoeren ervaren last van de overheid als ze buiten het gekaderde werkveld acteren. Terwijl corporaties die onvoldoende presteren van niemand last hebben zolang de financiële continuïteit niet in gevaar komt. Daar moet snel verandering in komen. De Kamer vraagt daar al sinds 2004 vrij eensgezind naar, zie ook de unaniem aangenomen motie Depla cs bij de begrotingsbehandeling van vorig jaar. Corporaties acteren lokaal. Het zwaartepunt van de tegenmacht dient dan ook lokaal neergelegd te worden. De opgave van een corporatie in Boekel is een andere dan die in Amsterdam. Dus geen uniforme regels maar door middel van visitatie beoordelen of een corporatie presteert naar vermogen. En bewoners en gemeenten meer tegenmacht geven door hen goed te informeren en ze het recht op arbitrage te geven.

De commissie Schilder heeft ons geleerd dat extern toezicht noodzakelijk is. De kwestie van de SS Rotterdam leert ons onder meer dat we het toezicht niet te dicht bij de politiek moeten leggen. Daarmee loop je het risico dat de politiek te dicht op de schoot van het bestuur van de corporatie gaat zitten. En dat het departement te mild is omdat het een mooi project is of omdat er zorgen zijn over de relatie met de sector. Daarom een onafhankelijke externe publieke toezichthouder die opereert binnen beleidsregels die politiek zijn vastgesteld. Dit goed regelen is urgent en van groot belang om tevredenheid over het presteren van corporaties te vergroten. En mensen het gevoel te geven dat corporaties weer van ons allemaal zijn.

Net als in het onderwijs willen we dat de menselijke maat terugkeert bij corporaties. Corporaties moeten lokaal verankerd zijn. Gemeenten, bewoners en corporatie moeten tot elkaar veroordeeld zijn om er samen iets moois van te maken. Dan worden of blijven ze onderdeel van de lokale gemeenschap. Te ver doorgeschoten schaalvergroting heeft dit ondermijnd. Daarom willen we in de corporatiesector een fusietoets en de mogelijkheid tot defuseren op initiatief van de bewoners. Is de minister bereid dit in analogie met het kabinetsstandpunt over de menselijke maat in het onderwijs uit te werken?

Onderzoek naar integriteit en een onafhankelijk meldpunt voor corporatiesector Niemand kijkt meer op als bij vastgoedbedrijven fraude ontdekt wordt of bij aannemers geld onder de tafel geboden wordt. Helaas kent iedereen inmiddels ook voorbeelden van corporaties waar fraude is gepleegd. Ook vanuit de corporatiesector zelf krijgen we zorgelijke signalen. Zo blijkt dat 65% van de interne toezichthouders aan haar bestuurders geen kritische vragen heeft gesteld over integriteit. Terwijl toch zo'n 50% er een eigen b.v. op na houdt. Dat moet dus echt beter. En goed dat Aedes daar nu werk van gaat maken. Tegen die achtergrond wil de PvdA naast de rol van het extern toezicht twee dingen die daar aanvullend op zijn:
1. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom willen we het bewustzijn binnen corporaties vergroten door een soort nulmeting naar interne maatregelen die corporaties hebben genomen ter voorkoming van integriteitschendingen. Dan wordt snel duidelijk waar de zwakke plekken zitten.
2. Een onafhankelijk extern meldpunt voor (anonieme) klachten rond integriteit of vermoed falend bestuur en toezicht. Natuurlijk moet je binnen je eigen corporatie eerst je klacht kwijt kunnen. Maar als het de hoogste baas betreft durft niemand dat. Graag de reactie van de Minister


3. Bouwen: wachtlijsten aanpakken
In vrijwel het hele land hebben starters een lastige positie op de woningmarkt. Vaak hebben zij de keuze tussen lang wachten op een betaalbare huurwoning of veel geld steken in een net niet betaalbare koopwoning (als dat al lukt). Door de kredietcrisis verslechtert de positie van starters alleen maar. Uw voorganger heeft toegezegd met een actieplan te komen om de bouwproductie op peil te houden. En afgelopen vrijdag krijgen we brief dat het wel los loopt met terugval bouwproductie. Kunt u dat verklaren?

Er moeten voldoende betaalbare woningen gebouwd worden om starters een kans te geven. Ook in randgemeenten en kleine plattelandsgemeenten. De Kamer heeft de motie Bos, en later de motie Depla/v Bochoven, unaniem gesteund. Uw voorganger was bereid om randgemeenten rondom Rotterdam een aanwijzing te geven als ze de afspraak om genoeg betaalbare woningen te bouwen niet nakwamen. Mij bereiken signalen uit Rotterdam dat ingrijpen noodzakelijk is, met name in Rozenburg, Hellevoetsluis, Krimpen, Brielle en Lansingerland. Maar u ziet geen aanleiding tot ingrijpen. Graag een toelichting.

10 miljoen mensen wonen in gebieden waar woningnood is. Maar 6 miljoen mensen wonen in gebieden waar langzaam maar zeker krimp gaat optreden. Wij vragen in het verlengde van de motie v Bochove/Depla en later de motie Heijnen ook aandacht voor krimpgebieden. Welke acties kunnen we van u verwachten? Speciale aandacht vragen we voor de problemen met gebiedsprojecten in krimpgebieden. De huidige wetgeving lijkt hier niet voor te werken, met name de inbreng en waardebepaling van vastgoed. Bent u bereid dit te onderzoeken en een eventueel experiment te steunen dat in Heerlen wordt ontwikkeld.

De stad is van ons: geld voor ISV vanaf 2011
Als je de komende tijd alleen de markt zijn werk laat doen krijgen we ruimtelijke tweedeling en sociale en economische verzwakking van steden. Tweedeling omdat binnenstedelijke bouwen zonder subsidie alleen maar uit kan als er dure woningen worden gebouwd. Maar ook meer Vinex locaties aan de rand van de stad omdat dat goedkoper is. Het gevolg is dat de middenklasse de stad uit naar de Vinex trekt. In Rotterdam zien we waar het toe leidt als deze sociale steigers, uit de stad vertrekken. En in steden als Amsterdam, Utrecht en Leiden krijgt diezelfde middenklasse, maar ook lagere inkomens en starters geen kans om aan een betaalbare woning in de stad te komen. De PvdA vindt dat een ongewenste ontwikkeling. We kunnen die ontwikkeling alleen keren als het kabinet voldoende ISV budget beschikbaar stelt om de woningbouwafspraken voor de periode 2009-2014 te maken. Door de bezuiniging van het vorige kabinet is er vanaf 2012 te weinig geld. Deelt u onze analyse en wat gaat u hier aan doen zodat dit probleem wordt opgelost?

Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl