Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer

Datum Bijlage(n) 2 december 2008 1 Ons kenmerk Uw kenmerk VENW/DGMo-2008/4798 - Onderwerp
Toezeggingen AO 2 oktober 2008

Geachte voorzitter,

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de toezeggingen bij het Algemeen Overleg Groei op het Spoor d.d. 2 oktober 2008. Achtereenvolgens zal ik op de volgende toezeggingen ingaan:


1. De minister zal de Kamer voor de begrotingsbehandeling nader informeren over de vraag naar fietsenstallingscapaciteit.
2. De quick scan regionale spoorlijnen zal ten tijde van het verschijnen van de mobili- teitsaanpak aan de Kamer worden aangeboden.
3. De Kamer zal voor de begrotingsbehandeling worden geïnformeerd over de voortgang op het terrein van internet en cateringfaciliteiten in treinen.
4. De minister zal alsnog een reactie aan de Kamer doen toekomen op het rapport Grenzen aan benutting uit 2002.

5. De Kamer zal nader worden geïnformeerd over de rol van de rijksadviseur voor de infrastructuur.


1. Fietsenstallingscapaciteit.
In het kader van Ruimte voor de Fiets inventariseert ProRail jaarlijks wat de behoefte is aan fietsenstallingen bij stations. Deze prognoses worden altijd opgesteld in het voorjaar. De meest recente prognose is dat er in 2010 een tekort is van ruim 90.000 onbewaakte stallingsplaatsen. Bij deze prognose zijn de vijf nieuwe sleutelprojecten (NSP) stations (Utrecht, Rotterdam, Den Haag, Arnhem en Breda) niet meegenomen, omdat de stallingen bij deze stations meegenomen worden in de stationsprojecten zelf. Ook de projectstations Delft, Amsterdam Centraal (stationseiland) en de stations die in het kader Ministerie van Verkeer en Waterstaat Telefoon 070 - 351 6171 Postbus 20901 2500 EX Den Haag Fax 070.351 6591 Bezoekadres : Plesmanweg 1-6, Den Haag

Bereikbaar met tramlijn 9 of bus 22 vanaf station CS of met tramlijn 9 vanaf station HS

VENW/DGMo-2008/4798

van het project Vleugel worden verbouwd, zijn buiten de knelpuntenlijst gehouden. ProRail voert momenteel een nieuwe inventarisatie uit. Deze verwacht ik in het voorjaar van 2009.

Wellicht ten overvloede vermeld ik, dat u deze cijfers reeds in mei van dit jaar heeft ontvangen als antwoorden op vragen gesteld door de leden Duyvendak (GroenLinks) en Roemer (SP). In deze brief van de staatssecretaris van 16 mei is eveneens een overzicht van het capaciteitstekort per station gegeven.

In de eerdere brief van de staatssecretaris is eveneens aangegeven dat de inschatting van ProRail is dat er in totaal ongeveer 90 miljoen euro nodig is voor uitbreiding van bewaakte en onbewaakte fietsenstallingen. Aanvullend op het budget van Ruimte voor de Fiets is er in het Actieplan Groei op het Spoor 20 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast wordt in de tweede tranche quick wins voor 9,5 miljoen euro in fietsparkeervoorzieningen geïnvesteerd. Tenslotte is met de MobiliteitsAanpak 30 miljoen euro extra voor de fiets beschikbaar, waarvan ook een deel voor uitbreiding van de stallingcapaciteit zal worden ingezet.


2 Quick scan regionale spoorlijnen
Deze toezegging is reeds gestand gedaan. De Quick Scan is samen met de Mobiliteitsaanpak aan uw Kamer gezonden.


3. Internet en cateringfaciliteiten in treinen Over deze toezegging zal uw Kamer ­ naar verwachting voor het eind van het jaar ­ separaat worden geïnformeerd.


4. Reactie op het rapport `Grenzen aan benutting' uit 2002 Het Rapport grenzen aan benutting (NYFER) uit 2002 stelt in haar conclusies dat "het Nederlandse spoorwegnet het meest intensief benutte nationale net van alle onderzochte landen blijkt te zijn". Ook staat er "Op zichzelf is deze extreem hoge benutting op een relatief klein netwerk een mooie prestatie. Inzichten in de economische theorie en in de empirische wetenschappelijke literatuur roepen echter de vraag op, of deze situatie wel optimaal efficiënt is. Bovendien roept het de vraag op of verdere benutting in Nederland nog mogelijk is." En stelt het de vraag "Is het nog wel mogelijk de benutting van ons spoornet alsmaar verder op te voeren? En zo ja, tegen welke prijs?".

Dit rapport is meegenomen bij het opstellen van de beheer- en vervoerconcessie (najaar 2004). Mede op basis van dit rapport is de prioriteitsvolgorde als volgt aangepast: Veiligheid ­ Betrouwbaarheid ­ Benutten ­ Nieuwbouw. Dit houdt in dat de zorg voor veiligheid, die als gevolg van verdere benutting in het gedrang zou kunnen komen, hiermee de hoogste prioriteit heeft gekregen binnen de afweging. Het spoor moet veilig zijn. De tweede prioriteit is betrouwbaarheid. Een hogere betrouwbaarheid leidt immers tot een hogere punctualiteit en daarmee tot meer capaciteit. Benutten staat op de derde plaats: waar met slimme oplossingen meer capaciteit gecreëerd kan worden is dat een efficiënte oplossing. Tot slot is er ­ wanneer er daadwerkelijk knelpunten ontstaan in het netwerk ­ de noodzaak tot het bijbouwen van spoorcapaciteit.
---

VENW/DGMo-2008/4798

Deze prioriteitsvolgorde is vastgelegd in zowel de beheer- als vervoerconcessies als de Nota Mobiliteit, die beide staand beleid zijn. Dit betekent dat er dus niet alleen wordt benut, maar ook gebouwd indien nodig. Dit laatste blijkt bijvoorbeeld uit de planstudie OV SAAL en de overige planstudies voor spooruitbreidingen die momenteel worden uitgevoerd in het kader van het programma hoogfrequent spoorvervoer.


5. Rijksadviseur voor de infrastructuur
De Minister van VROM nam het initiatief om het instituut van de Rijksbouwmeester te verbreden met Rijksadviseurs voor: landschap, infrastructuur en cultureel erfgoed. Samen met de Rijksbouwmeester vormen de drie Rijksadviseurs sinds begin 2005 het College van Rijksadviseurs. Het College concentreert zich op de rol, het profiel en betekenis van het ontwerp en de ontwerpende disciplines. De focus ligt op het aansturen en stimuleren van het ontwerp en op ontwerpkwaliteit.

De Rijksadviseur Infrastructuur heeft dit jaar o.a. advies uitgebracht over de verschillende visies die zijn ingediend voor de Afsluitdijk. Dit heeft geresulteerd in een schriftelijk advies, mede namens de Rijksadviseur voor het Landschap. Voorts heeft de Rijksadviseur Infrastructuur mede advies uitgebracht voor projecten die via het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf aan het college van rijksadviseurs zijn voorgelegd, zoals: Klavertje 4 en herbestemming van voormalig vliegveld Valkenburg. Ook heeft hij zich intensief beziggehouden met het project Schiphol ­ Amsterdam ­ Almere.

Het College van Rijksadviseurs zal begin volgend jaar het werkprogramma presenteren voor het komende jaar.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Ir.Camiel Eurlings

---