Verplaatsing van een broedstoof voor het wettelijk beschermde 'vliegend hert'
02 december 2008 - kamerstuk
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
11 november 2008
2008Z06402
DN. 2008/3358 2 december 2008
onderwerp 2080904790 bijlagen
Kamervragen over verplaatsing van een
broedstoof voor het wettelijk
beschermde vliegend hert
Geachte Voorzitter,
Hierbij geef ik antwoord op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over verplaatsing van een
broedstoof voor het wettelijk beschermde vliegend hert.
1 en 2
Kunt u uiteenzetten hoe een broedstoof van een vliegend hert in haar geheel verplaatst
kan worden, zonder dat eerst sprake is van ontmanteling?1
Heeft u kennis van de omvang van een broedstoof van vliegende herten, en waarop is uw
mening gebaseerd dat het verplaatsen van een broedstoof niet zou leiden tot verstoring of
beschadiging?
In het onderhavige geval gaat het niet, zoals gebruikelijk, om losse stukken afvalhout,
maar om een stamdeel, dat in zijn geheel kan worden verplaatst.
Directie Natuur 3 en 4
Is het u bekend dat vliegende herten een deel van hun leven ondergronds leven en een
deel van hun leven bovengronds? Zo ja, waarop is dan uw mening gebaseerd dat
kunstlicht, c.q. sportactiviteiten naast de broedstoof niet tot verstoring zouden leiden?
Zijn er vindplaatsen van vliegende herten bekend op plaatsen waar intensieve menselijke
activiteiten plaatsvinden en/of kunstverlichting wordt toegepast? Zo ja, waar? Zo neen,
hoe kunt u dan zo stellig zijn in uw opvatting dat verplaatsing en/of toepassing van
kunstlicht niet verstorend zou werken in onderhavig geval?
Volwassen vliegende herten leven bovengronds. Zij zijn actief in de periode van eind juni
tot midden augustus. In deze periode van het jaar wordt nauwelijks van kunstlicht gebruik
gemaakt bij sportactiviteiten buiten en, als wel kunstlicht wordt gebruikt, is de invloed
daarvan op de omgeving verwaarloosbaar.
1 Aanhangsel Handelingen nr. 501, vergaderjaar 2008-2009
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
2 december 2008 DN. 2008/3358 2
Het vliegend hert leeft in Nederland aan de rand van zijn verspreidingsgebied. De
broedplaatsen van het vliegend hert bevinden zich daarom in Nederland niet, zoals in
zuidelijker landen, in dichte loofbossen. In Nederland blijft in dichte loofbossen de
temperatuur te laag voor een volledige ontwikkeling van de larven. De broedplaatsen in
Nederland bevinden zich in halfopen landschap, waaronder ook stadsparken en zelfs
stadstuinen.
5, 6 en 7
Kunt u uiteenzetten waarom natuurcompensatie in de vorm van een broedstoof voor
vliegende herten doorgaans in de directe nabijheid van een verwijderde inlandse eik
binnen het leefgebied van het vliegend hert plaatsvindt, zoals ook in het onderhavige
geval is gebeurd?
Kunt u uiteenzetten waarom verplaatsing wordt overwogen binnen een jaar na aanleg van
de broedstoof, en hoe u zeker weet dat verplaatsing geen enkele invloed zal hebben op de
mogelijk ter plaatse aanwezige eitjes of larven?
Kunt u uiteenzetten welke plaats wordt overwogen als alternatief, en waarom niet eerder
voor die plaats is gekozen bij gelijke geschiktheid?
Compensatie buiten de bestaande leefgebieden heeft geen zin. De plaats die wordt over-
wogen als alternatief bevindt zich binnen het bestaande leefgebied. Voor het waarom en
waarheen van de verplaatsing zie het krantenartikel2 waarnaar u in uw vraag 1 van uw
eerdere set vragen over dit onderwerp verwijst.3
Zie verder mijn antwoord op de vragen 1 en 2.
8
Bent u bereid toe te zien op het feit dat er geen verplaatsing zal plaatsvinden zonder dat
daartoe vergunning is verleend? Zo neen, waarom niet?
Neen. Zie mijn antwoord op de vragen 4, 5, 6 en 7 van uw vorige set vragen over hetzelfde
onderwerp.4 (Kamernr. 501, d.d. 19 november 2008).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
2 http://www.destentor.nl/regio/veluwenoord/nunspeet/3869172/Broedstoof-voor-
vliegend-hert-verhuist.ece
3 Aanhangsel Handelingen nr. 501, vergaderjaar 2008-2009
4 Idem
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit