Kamerbrief inzake de geannoteerde agenda van de ministeriële bijeenkomst van
de Noord-Atlantische Raad (NAR) d.d. 2 en 3 december 2008 te Brussel
18-11-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij als bijlage de geannoteerde agenda aan ten
behoeve van de ministeriële bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad
(NAR) te Brussel op 2 en 3 december 2008.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Ingevolge het verzoek van uw Kamer voorafgaand aan ministeriële
bijeenkomsten van de NAVO Raad te worden geïnformeerd over de agenda
en de Nederlandse inzet bericht ik u als volgt.
Agenda
Op 2 en 3 december a.s. vindt te Brussel een bijeenkomst plaats van de
Noord-Atlantische Raad (NAR) in de samenstelling van ministers van
Buitenlandse Zaken. De agenda staat nog niet vast, maar naar
verwachting zullen de ministers spreken over de NAVO-operaties in
Afghanistan en Kosovo, de aanvragen van Oekraïne en Georgië voor een
Membership Action Plan (MAP), de relatie tussen de NAVO en Rusland,
alsmede over NAVO-hervormingen.
Het ziet ernaar uit dat de bijeenkomst op 2 december start met een
lunch met landen van de Mediterrane Dialoog. Naast twee werksessies
van de NAR zal er een NAVO Oekraïne Commissie (NUC) en een NAVO
Georgië Commissie (NGC) plaatsvinden. Het is de eerste keer dat de NGC
op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken bijeenkomt. Op de
avond van 2 december vindt op uitnodiging van de Belgische minister
van Buitenlandse Zaken een trans-Atlantisch diner plaats met Canada,
de Verenigde Staten en Europese niet-NAVO landen. Dit informele diner
staat los van de formele NAVO-agenda. Invulling is afhankelijk van de
actualiteit. Na de ministeriële zal ik, evenals een groot aantal
collega's, doorreizen naar Oslo om daar namens Nederland het
Clustermunitie verdrag te ondertekenen.
Operaties
Ministers zullen spreken over de uitvoering van de strategie in
Afghanistan (het in Boekarest aangenomen strategische
politiek-militaire plan). Aandacht zal worden besteed aan de relatie
met Pakistan. Ministers zullen naar verwachting ook willen spreken
over de wijze waarop de NAVO - na het besluit van de ministers van
Defensie in Budapest - met het vraagstuk van drugsbestrijding omgaat.
Tenslotte blijft training van Afghaanse veiligheidstroepen (zowel
leger als politie) topprioriteit in de aanloop naar de presidentiële
verkiezingen volgend jaar.
Met betrekking tot Kosovo zullen ministers de actuele stand van zaken
willen doornemen. KFOR blijft voorlopig in Kosovo aanwezig om de
stabiliteit en de veiligheid te waarborgen en richt zich daarnaast op
ondersteuning van de opbouw van de Kosovaarse veiligheidsstructuren.
Oekraïne en Georgië
Tijdens de NAVO-top in Boekarest is besloten dat Oekraïne en Georgië
vooralsnog geen MAP-status krijgen. Tegelijkertijd is aangegeven dat
beide landen te gelegener tijd lid van het Bondgenootschap zullen
worden. Afgesproken is ook dat de samenwerking tussen de NAVO en beide
landen zal worden geïntensiveerd en dat de ministers van Buitenlandse
Zaken in december een eerste beoordeling zouden maken van de in de
tussentijd geboekte voortgang. Dit moment is nu aangebroken.
Voor Nederland is het van belang dat de NAVO beide landen op hun eigen
merites blijft beoordelen en zich niet laat leiden door de
augustus-crisis in Georgië. Het gaat er vooral om vast te stellen in
hoeverre Oekraïne en Georgië op het gebied van politieke en militaire
hervormingen voortgang hebben geboekt, en in welke mate het zetten van
een volgende stap in de toenadering naar het Bondgenootschap bijdraagt
aan de veiligheid van de NAVO.
Ten aanzien van Oekraïne blijft de geringe politieke en publieke steun
voor toenadering tot de NAVO voor mij een punt van zorg. De politieke
situatie in Oekraïne maakt tevens dat voortgang op het gebied van
hervormingen beperkt is gebleven. Dit doet overigens niets af aan de
verstrekkende samenwerking tussen de NAVO en Oekraïne op het gebied
van operaties, waarvoor ik veel waardering heb.
Met betrekking tot Georgië blijf ik twijfels behouden over de
bestendigheid van eerder ingezette hervormingen. Ook speelt mee dat
-niettegenstaande de disproportionele inzet van militaire middelen
door Rusland- de Georgische opstelling van begin augustus in het
conflict over Abchazië en Zuid-Ossetië wel vragen oproept.
Vooralsnog is er binnen het Bondgenootschap geen overeenstemming over
de MAP-aanvragen van Oekraïne en Georgië. Het verschil van mening
waarover ik u na afloop van de Top in Boekarest berichtte (Kamerstuk
28676, nr. 57) bestaat nog steeds. Een aantal Bondgenoten meent dat
toekenning van MAP het hervormingsproces in beide landen verder zal
stimuleren en de veiligheid van de NAVO ten goede zal komen. Andere
Bondgenoten zijn hiervan niet overtuigd en menen dat niet zozeer MAP,
maar daadwerkelijke hervormingen de sleutel zijn naar meer stabiliteit
en Euro-Atlantische integratie. Het is van belang dat deze onenigheid
niet te lang voortduurt: de kracht van de NAVO schuilt in eendrachtig
optreden. Daar zal Nederland dan ook op inzetten.
Rusland
Gesproken zal worden over de relatie tussen de NAVO en Rusland op de
korte en langere termijn. Sinds de crisis in Georgië is het "no
business as usual" tussen de NAVO en Rusland en vindt er geen NAVO
Rusland Raad (NRR) plaats. Dit betekent niet dat er helemaal geen
zaken worden gedaan. Samenwerking op technisch niveau wordt van geval
tot geval beoordeeld en vindt bijvoorbeeld op het gebied van
drugsbestrijding en Afghanistan gewoon doorgang.
Nu de EU heeft aangekondigd onderhandelingen met Rusland over een
nieuw samenwerkings- en partnerschapsakkoord te zullen hervatten,
lijkt de tijd rijp om in NAVO-verband te spreken over de toekomstige
betrekkingen met Rusland. Hierover zijn de meningen binnen het
Bondgenootschap echter nog verdeeld. Nederlandse inzet is dat de
dialoog met Rusland ook over (veiligheids) politieke onderwerpen op
termijn moet worden hervat. Dit is des te belangrijker omdat er juist
op veiligheidspolitiek gebied een aantal meningsverschillen is met
Rusland. Nederland meent dat Rusland op een groot aantal dossiers deel
moet zijn van de internationale oplossing. Dat kan alleen wanneer de
kanalen voor dialoog vrij functioneren.
Hervormingen
De Secretaris-Generaal van de NAVO bereidt een pakket
hervormingsmaatregelen voor om de NAVO als organisatie slagvaardiger
en efficiënter te maken. Concrete voorstellen liggen nog niet op
tafel. Wel is duidelijk dat vooral gedacht wordt aan een nauwere
samenwerking tussen de civiele en militaire staven van de NAVO, aan
meer uitvoerende bevoegdheden voor de SG als het gaat om eenvoudige
beslissingen op het gebied van personele en financiële inzet van het
hoofdkwartier, aan een vereenvoudiging van het besluitvormingsproces
binnen de NAVO en aan stroomlijning van de gegroeide comitéstructuur.
Nederland is voorstander van een efficiënte en slagvaardige NAVO en
zal tijdens de ministeriële steun uitspreken voor de inspanningen van
de SG op dit terrein. Dit is nodig omdat er op onderdelen enige
weerstand bestaat onder Bondgenoten. Een Speciaal Vertegenwoordiger
van de SG is aangesteld om eventuele gevoeligheden met individuele
Bondgenoten te bespreken zodat een haalbaar pakket van concrete
voorstellen kan worden geformuleerd. In de aanloop naar de NAVO-top in
Straatsburg-Kehl (april 2009) zal moeten blijken in hoeverre op dit
onderwerp daadwerkelijk voortgang kan worden geboekt.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken