Rechtbank Utrecht
12 maanden gevangenisstraf voor verdachte ontucht
Utrecht, 1 december - De rechtbank Utrecht heeft 12 maanden
gevangenisstraf, waarvan 4 voorwaardelijk, opgelegd aan een vader voor
het plegen van ontucht met zijn dochter en twee vriendinnetjes. Ook is
hij veroordeeld voor het bezit van kinderporno.
Vertrouwen
De rechtbank neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij het
vertrouwen tussen kind en vader heeft geschaad. Ontucht kan vaak
langdurige en ernstige schade toebrengen aan de geestelijke gezondheid
van slachtoffers. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat
hij daar nimmer bij heeft stilgestaan en zijn eigen bevrediging
vooropgesteld heeft. De rechtbank vindt het bovendien stuitend dat
verdachte van zijn dochter en haar vriendinnetje ontuchtige foto's
heeft gemaakt én heeft bewaard op zijn computer.
Houding
De rechtbank vindt de houding van verdachte tijdens de zitting en de
gehele procedure verwerpelijk. Op geen enkel moment heeft de verdachte
berouw getoond aan de slachtoffers. De verdachte wordt door de
rechtbank volledig toerekeningsvatbaar verklaard.
Eis
De officier van justitie had 18 maanden geëist. De rechtbank legt een
lagere straf op onder meer omdat de verdachte voor een aantal feiten
is vrijgesproken; het ging dan met name om het betasten en aaien van
diverse lichaamsdelen bij zijn dochter. Daarnaast heeft de rechtbank
in zijn overwegingen betrokken dat ruiten van de woning en auto van de
verdachte zijn vernield, dat er zeer veel media-aandacht voor deze
zaak is geweest en dat verdachte uit veiligheidsoverwegingen
genoodzaakt was om onder te duiken.
Voorwaardelijk
De door de rechtbank op te leggen gevangenisstraf wordt gedeeltelijk
voorwaardelijk opgelegd, om de verdachte ervan te weerhouden in de
toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Benadeelde partij
De rechtbank veroordeelt de verdachte voor het vergoeden van een deel
van de immateriële schade van de benadeelde partijen. Voor de ene
benadeelde partij gaat het om een bedrag van EUR 1.000. Voor de andere
is dat EUR 250. Voor het resterende deel kunnen de benadeelde partijen
een civiele procedure starten.
LJ Nummer
BG5730
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 1 december 2008 Naar boven