Ingezonden persbericht
Persbericht
Amsterdam, 1 december 2008
Embargo tot 1 december 2008, 22.00 uur.
Verband tussen depressie en buikvet bij ouderen aangetoond
Ouderen met depressieve klachten ontwikkelen meer buikvet dan ouderen zonder depressie. Onderzoekers van VU medisch centrum tonen dit voor het eerst aan in een groot bevolkingsonderzoek over vijf jaar. Buikvet is een belangrijke risicofactor voor diabetes en hart- en vaatziekten. Met de resultaten van het onderzoek is nu meer inzicht gekomen in het verband tussen depressie en deze levensbedreigende ziekten.
Nicole Vogelzangs, onderzoeker bij VUmc en GGZ Buitenamstel, bestudeerde voor dit onderzoek de gegevens van 2088 ouderen in de leeftijd van 70 tot 79 jaar. De deelnemers werden bij de start van het onderzoek gescreend op depressieve klachten. Gedurende vijf jaar werden de veranderingen in hun gewicht gevolgd. De mate van zwaarlijvigheid werd gemeten aan de hand van de Body Mass Index (BMI) en het percentage lichaamsvet. Daarnaast werd bij de deelnemers door middel van een CT-scan nauwkeurig de hoeveelheid vet in de taille gemeten.
Na vijf jaar bleek er geen verschil in de BMI en het percentage lichaamsvet bij ouderen met en zonder depressieve klachten. Ouderen met symptomen van een depressie bleken echter aantoonbaar meer buikvet te hebben ontwikkeld. Volgens Nicole Vogelzangs zijn er verschillende verklaringen voor deze toename: "Chronische stress en depressie kunnen bepaalde hersendelen activeren en leiden tot een verhoogde aanmaak van cortisol. Dit hormoon stimuleert de opslag van vet in de buikholte. Een andere verklaring is dat depressieve mensen een ongezondere levensstijl ontwikkelen en daarmee een ander eetgedrag."
Toekomstig onderzoek zal meer duidelijkheid in dergelijke mechanismen moeten verschaffen. Depressieve klachten komen vaak voor; zo'n 10 tot 15% van de ouderen heeft hiermee te maken. De kans op hart- en vaatziekten is twee keer zo groot bij mensen met depressieve klachten.
De onderzoekers van VUmc baseerden zich bij dit onderzoek op Amerikaanse data. De resultaten verschijnen vandaag in de Archives of General Psychiatry (een medisch maandblad van de American Medical Association).
Noot voor de redactie,
Ingezonden persbericht