28 Nov 08
VBM|NOV verheugd over afsluiten zaak Eric O.
De advocaten van Eric O., G.G.J. Knoops en C.J. Knoops-Hamburger,
hebben 28 november 2008 het volgende persbericht naar buiten gebracht:
"Deze week heeft Eric O. met de Staat der Nederlanden een schikking
bereikt i.v.m. zijn in 2006 ingediende schadevergoedingsvordering
wegens immateriële schade geleden ten gevolge van de tegen hem in 2003
ingestelde strafvervolging terzake een schietincident in december 2003
te Irak.
In twee instanties werd Eric O. door de Militaire Strafrechter
(Rechtbank en Hof) vrijgesproken. Het Gerechtshof Arnhem (Militaire
Strafkamer) stelde op 4 mei 2005 in het vrijsprekend arrest vast dat
Eric O. binnen de voor hem geldende Rules of Engagement en
Geweldsinstructies had gehandeld toen hij twee waarschuwingsschoten
loste bij het bergen van een container.
Eric O. heeft het altijd zeer betreurd dat, ook in de media, niettemin
is gesuggereerd dat door zijn toedoen een Irakees zou zijn gedood. Het
Hof heeft dit aspect uitdrukkelijk in het midden gelaten. Door deze
onterechte beeldvorming heeft Eric O. en zijn gezin extra geleden
onder de gehele kwestie. Het Hof overwoog namelijk op dit punt dat:
"Gelet op het vorenstaande kan in het midden blijven of door het
tweede door verdachte geloste waarschuwingsschot een persoon is gedood
of zwaar is verwond en zo ja, wat de identiteit van die persoon was."
Ook het vijftien maanden durend nieuwe Marechaussee-onderzoek dat
onder leiding van het Openbaar Ministerie Arnhem van 30 maart 2007 tot
12 juni 2008 liep naar aanleiding van nieuwe beschuldigingen door een
marinier geuit, betekende voor Eric O. en zijn gezin wederom een
periode van onzekerheid. De uitkomst van dit onderzoek (niet gebleken
van strafbare feiten) vormde voor Eric O. een afsluiting van een
5-jaar durend (strafrechtelijk) onderzoek.
Eric O. heeft begrip voor het feit dat het schietincident moest worden
onderzocht. Hij realiseert zich dat, dankzij zijn zaak, zich nu een
(rechts)systeem heeft kunnen ontwikkelen waarin de rechtspositie van
de militair tijdens buitenlandse missies, beter en meer afgewogen is
geregeld. De vraag die destijds in 2003 nog open lag, te weten wat
geweldsinstructies voor de individuele militair betekenen, is dankzij
zijn zaak nu beantwoord.
Hij is de Nederlandse bevolking, waaronder collega's binnen en buiten
het Korps Mariniers alsmede veteranen, erkentelijk voor de morele
steun die hij heeft mogen ondervinden gedurende de afgelopen jaren.
Ook dankt hij de vakbond VBM|NOV, en in het bijzonder haar Voorzitter
Jean Debie, voor hun steun. Voorts dankt hij zijn werkgever en de
voormalig Commandant van het Korps Mariniers, Generaal Majoor b.d.
Willem Prins voor hun steun en vertrouwen.
Eric en zijn gezin zijn het College van Procureurs-generaal en de
Minister van Justitie erkentelijk voor het feit dat zij met hem tot
een schikking in der minne zijn gekomen. Daardoor zijn zij nu in staat
om definitief het "schietincident Irak" af te sluiten. Op grond van de
rehabilitatieverklaring van de Nederlandse Staat is het thans mogelijk
naar de toekomst te kijken en niet meer naar het verleden. Eric hoopt
dat dit voor iedereen zal gelden."
De Vakbond voor Defensiepersoneel VBM|NOV is verheugd dat hiermee deze
zaak is afgesloten en heeft het volste begrip voor de wens van Eric O.
en zijn gezin om naar de toekomst te kijken en niet meer naar het
verleden. De VBM|NOV onthoudt zich van verder commentaar op deze zaak.
VBM|NOV