ChristenUnie


Bijdrage Ed Anker over identiteitsvaststelling verdachten

Bijdrage Ed Anker over identiteitsvaststelling verdachten

dinsdag 25 november 2008 15:41

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is belangrijk dat de identiteit van verdachten, veroordeelden en getuigen in de strafrechtketen op een zorgvuldige manier wordt vastgesteld. De situatie dat mensen hun straf ontlopen door zich achter een andere identiteit te verschuilen, is op geen enkele manier goed te praten.

Een onjuiste registratie kan dergelijke, grote consequenties hebben. Dat is onwenselijk voor het verloop van het strafproces. Het vertrouwen van burgers in de rechtsstaat krijgt een enorme dreun als wij horen dat veroordeelden er bijvoorbeeld in slagen om anderen hun straf te laten uitzitten. Het is dus belangrijk om echt te weten met wie wij te maken hebben. Nu zijn daarvoor al middelen beschikbaar, maar met dit wetsvoorstel wordt gestreefd naar een integrale en systematische benadering van het vaststellen van de identiteit van verdachten en veroordeelden.

De fractie van de ChristenUnie had nog wel enkele vragen, waarvan de meeste in de nota naar aanleiding van het verslag afdoende beantwoord zijn. Op twee punten wil ik de minister om een nadere toelichting vragen. De ChristenUnie-fractie had vragen met betrekking tot de duur van de termijn waarop vingerafdrukken, foto's et cetera worden verwijderd als de betrokkene niet verder wordt vervolgd en als de zaak tegen hem geëindigd is of als hij is vrijgesproken. In de op te stellen algemene maatregel van bestuur zal worden geregeld dat de foto's en vingerafdrukken meteen zullen worden vernietigd nadat de beheerder van de strafrechtsketendatabank en van HAVANK een kennisgeving van de Justitiële Informatiedienst hebben ontvangen tot het vernietigen. Wat betekent dit nu precies? De fractie van de ChristenUnie gaat ervan uit dat daarmee wordt beoogd, deze gegevens zo spoedig mogelijk te verwijderen. Kan de minister dit bevestigen? Hoe is de ervaring hiermee met betrekking tot de DNA-profielen, naar analogie waarvan de regeling zal worden vormgegeven?

Het is belangrijk dat technologische mogelijkheden worden ontwikkeld om de voorgestelde wettelijke maatregelen in de praktijk ook daadwerkelijk meerwaarde te geven. Er moet dus nogal wat gebeuren. Informatiesystemen moeten worden aangepast, de procedures moeten worden beschreven, er moet opleidingsmateriaal worden ontwikkeld en apparatuur worden aangeschaft. De minister stelt dan ook dat er een omvangrijk implementatietraject in gang is gezet, dat ertoe moet leiden dat er technische mogelijkheden binnen enige jaren gerealiseerd zullen zijn. Bij een gefaseerde inwerkingtreding van het wetsvoorstel zal met het tempo van de introductie van de technische mogelijkheden rekening worden gehouden. Kan de minister dit implementatietraject nader schetsen? Bij de DNA-test ontstonden situaties dat er verschillende systemen van opslag ontstonden. Er was ook een verschil in hoeveelheid gegevens die per systeem werden opgeslagen. Dat betekent nu weer heel veel werk om tot één systeem te komen. Kan de minister garanderen dat zo'n situatie nu niet gaat ontstaan, dat wij op zijn minst telkens voortbouwen met hetzelfde systeem? Hoe ziet de minister het aparte HAVANK voor de vingerafdrukken? Gaat dat in de toekomst niet ook schuren met een goede aansluiting op de strafrechtsketendatabank?

Vandaag kregen wij nog een brief vanuit de MOgroep jeugdzorg, die zich zorgen maakt over de identiteitsvaststelling in de jeugdzorg in het kader van de jeugdreclassering. Het zou de vertrouwensrelatie onder druk zetten. Kan de minister hierop reageren? Hoe ziet de procedure er precies uit in de jeugdzorg? Hoe omvangrijk is deze? Wellicht kan hij enige zorgen wegnemen.