Ministerie van Buitenlandse Zaken
Beantwoording vragen over de steniging van een verkracht meisje in Somalië
28-11-2008 |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door de leden Cörüz en Haverkamp over de steniging van een verkracht meisje in
Somalië. Deze vragen werden ingezonden op 5 november 2008 met kenmerk
2080904570.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken op vragen van de
leden Cörüz en Haverkamp
(CDA) over de steniging van
een verkracht meisje in Somalië.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat een Somalisch meisje van 13 jaar
gestenigd is nadat zij aangifte had gedaan van verkrachting? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoeveel incidenten van steniging zijn er in het afgelopen jaar geweest in
Somalië? Is er sprake van een toenemend aantal stenigingen in Somalië?
Antwoord
Volgens de beschikbare informatie hebben er de afgelopen jaren geen andere
stenigingen plaatsgevonden in Somalië. Er kan daarom op dit moment niet
gesproken worden van een toenemend aantal stenigingen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze vorm van zware marteling dan wel de doodstraf van
een minderjarige een flagrante schending van de mensenrechten betekent? Hebt u
reeds uw afschuw uitgesproken, bilateraal dan wel in ander verband, naar de
Somalische autoriteiten over deze praktijken? Zo neen, bent u bereid dit alsnog
te doen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Deze mening deel ik volledig. De Europese Unie heeft haar afschuw over de
steniging uitgesproken.
Vraag 4
Onderneemt de Somalische regering op enige wijze actie om dergelijke
stenigingen uit te bannen? Zo neen, wat wordt vanuit de internationale
gemeenschap c.q. Nederland ondernomen om dit bij de Somalische regering af te
dwingen?
Antwoord
De steniging heeft plaatsgevonden in een deel van Zuid-Centraal Somalië
waarover de Somalische overgangsregering geen effectieve controle uitoefent. Het
gebied wordt beheerst door islamitische milities waarop de internationale
gemeenschap c.q. Nederland weinig druk kan uitoefenen. De internationale
gemeenschap, waaronder Nederland, steunt wel het door de Verenigde Naties
geleide Djibouti Proces in Somalië, dat zou moeten leiden tot grotere
stabiliteit in het land. Alleen door vermindering en beëindiging van de
gewapende conflicten in Somalië kan wetteloosheid en straffeloosheid worden
aangepakt waarmee uiteindelijk de basis gelegd wordt voor het voorkomen van
mensenrechtenschendingen. Het bestraffen van daders van mensenrechtenschendingen
moet tegelijk met het Djibouti Proces door de internationale gemeenschap worden
bevorderd. Nederland zal zich inzetten voor een internationale
onderzoekscommissie naar mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in Somalië.
1) NRC, 3 november 2008: 'Somalisch meisje (13) gestenigd na verkrachting'
Ministerie van Buitenlandse Zaken