Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2080904970
Antwoorden op vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over het bericht `Bij COC was het crisis op crisis'.
(Ingezonden 12 november 2008)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht `Bij COC was het crisis op crisis'? 1)
Antwoord:
Ja.
2
Klopt de uitspraak van oud-voorzitter Van Dalen dat u de financiële problemen van het COC juist als
motivatie voor subsidie zag? Bent u ook van mening dat subsidies niet bedoeld zijn om organisaties uit
het slop te trekken?
Antwoord:
Ja, de heer Van Dalen heeft deze uitspraak gedaan.
In mijn antwoorden op vragen van Ortega-Martijn (ChristenUnie), Aanhangsel van de Handelingen,
2007-2008, nr. 2900, over de subsidieverlening aan COC Nederland, heb ik al gesteld dat ik op de
hoogte was van de schuldenlast uit oude jaren vóór het verstrekken van de subsidie voor 2008.
De subsidie is niet bedoeld om deze schuldenlast te verminderen of te saneren. In de beschikking van
2008 is vastgelegd, dat het doel van de subsidie is de infrastructuur op het terrein van homo-
emancipatie te versterken door het starten van een platform- en motorfunctie van COC Nederland voor
de homobeweging in haar geheel. In het bijzonder voor de kraamkamerfunctie, de consultatiefunctie
en de internationale functie op het gebied van homo-emancipatie.
De homobeweging heeft een centrale en onmisbare rol in het emancipatieproces van homoseksuelen,
biseksuelen en transgenders en in het bevorderen van de sociale acceptatie in de samenleving. Tijdens
het Algemeen Overleg van 28 februari en 5 maart 2008 heb ik tevens aangegeven het COC te
beschouwen als een onmisbare partner bij de verwezenlijking van de kabinetsdoelen zoals die zijn
opgenomen in het Coalitieakkoord `Samen Werken, Samen Leven' en in de kabinetsnota `Gewoon homo
zijn'.
In het periodiek overleg met COC Nederland, 21 november jl., is mij gebleken dat over de jaren 2006 en
2007 goedkeurende accountantsverklaringen zijn afgegeven.
3
Hoe beoordeelt u het gegeven dat de aangevoerde dekking voor exploitatietekorten alsnog
ontoereikend blijkt, nu de onderhandelingen met de wooncorporaties op niets zijn uitgelopen? 2)
Antwoord:
In het overleg met COC Nederland is mij van een ontoereikende dekking niets gebleken.
De duur en omvang van het bankkrediet is volgens COC Nederland ruim voldoende om de
exploitatietekorten uit de oude jaren te saneren, de liquiditeitspositie weer op orde te brengen en de
periode te overbruggen tot aan de verkoop van het eigendom in de Amsterdamse en Utrechtse
binnenstad.
4
Beschikt u inmiddels over gegevens ten aanzien van de accountantscontrole voor 2007? Zo neen,
wanneer verwacht u die?
Antwoord:
Op 24 november 2008 is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven over het boekjaar 2007.
5
Hoe beoordeelt u de uitlating van een medewerker `dat het COC regelrecht op de ondergang afstevent,
tenzij de overheid de boel overneemt'? 3)
Bent u voornemens het COC op korte termijn aan voorwaarden te binden met betrekking tot
continuering van subsidies?
Antwoord:
Ik kan niet beoordelen of de uitlating van de medewerker juist zó is gedaan.
Het feit dat de bank het overbruggingskrediet heeft verstrekt bevestigt mijn beeld dat COC Nederland
een solvabele instelling is.
Het COC heeft een goedkeurende accountantsverklaring 2007 gekregen.
Verder verwacht het COC het boekjaar 2008 met een bescheiden positief resultaat af te sluiten.
Ik zie daarom nu geen aanleiding om het COC aan nadere voorwaarden te binden.
De financiële gezondmaking zoals die door het COC bestuur in gang is gezet zal ik uiteraard blijven
volgen.
1) NRC Handelsblad, 8 november 2008
2) Aanhangsel van de Handelingen, 2007-2008, nr. 2897
3) http://www.gk.nl/index.php?id=9&a=bericht&bericht=5511