Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Belgie
uitvoeringsmaatregelen gepubliceerd
Pleegzorgverlof : uitvoeringsmaatregelen gepubliceerd
Artikel 30quater van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 kent
aan de werknemer, die is aangesteld als pleegouder, het recht toe om
van het werk afwezig te zijn voor de vervulling van verplichtingen en
opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien
uit de plaatsing in zijn gezin van één of meerdere personen die in
het kader van die pleegzorg aan hem zijn toevertrouwd.
Thans is in het Belgisch Staatsblad een koninklijk besluit verschenen
dat de nadere modaliteiten vastlegt waaronder dit pleegzorgverlof kan
worden opgenomen. Deze maatregel treedt in werking met ingang van 23
november 2008.
Duur van het pleegzorgverlof.
De duur van het pleegzorgverlof is bepaald op maximaal 6 dagen per
kalenderjaar.
Tijdens deze dagen wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
geschorst en kan de werknemer geen aanspraak maken op loon ten laste
van zijn werkgever. Om dit loonverlies te compenseren is voorzien in
een uitkering voor de werknemer die gebruik maakt van zijn recht op
pleegzorgverlof (zie verder).
Indien het pleeggezin bestaat uit twee werknemers, die gezamenlijk als
pleegouder zijn aangesteld, dienen de 6 dagen pleegzorgverlof onder
hen beiden te worden verdeeld.
Daartoe dient elk van hen een verklaring op erewoord te bezorgen aan
zijn of haar werkgever, waarin precies wordt aangegeven hoe het aantal
dagen pleegzorgverlof jaarlijks onder hen zal worden verdeeld.
Wie heeft recht op pleegzorgverlof.
Het pleegzorgverlof vormt een recht voor iedere werknemer die
officieel als pleegouder is aangesteld:
* door de rechtbank,
* door een erkende dienst voor pleegzorg,
* door de diensten van lâAide à la Jeunesse,
* of door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand.
Ten aanzien van de werkgever wordt het bewijs van de hoedanigheid als
pleegouder geleverd door de formele aanstellingsbeslissing die uitgaat
van één van deze organismen.
Het recht op pleegzorgverlof geldt voor alle vormen van plaatsing in
het gezin waartoe kan worden besloten door één van de hierboven
vermelde organismen, zowel de plaatsing van minderjarige personen, als
de plaatsing van personen met een handicap.
Welke gebeurtenissen openen het recht op pleegzorgverlof.
De werknemer, die is aangesteld als pleegouder, kan het
pleegzorgverlof enkel maar opnemen voor gebeurtenissen die specifiek
verband houden met de pleegzorgsituatie en waarbij zijn tussenkomst
vereist is, doch verhinderd wordt door de uitvoering van zijn
arbeidsovereenkomst.
De werknemer mag het recht op pleegzorgverlof uitsluitend gebruiken om
het hoofd te bieden aan deze gebeurtenissen en niet om redenen die met
de pleegzorgsituatie niets te maken hebben.
Het gaat met name om de volgende specifieke gebeurtenissen:
* het bijwonen van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve
autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin,
* het hebben van contacten met de natuurlijke ouders of met andere
personen die belangrijk zijn voor het pleegkind of de pleeggast,
* het hebben van contacten met de dienst voor pleegzorg.
In andere dan de drie hierboven vermelde situaties, geldt het recht op
pleegzorgverlof slechts voor zover de bevoegde plaatsingsdienst een
attest aflevert dat verduidelijkt waarom dat verlof noodzakelijk is en
voor zover die situaties niet reeds worden afgedekt door het verlof om
dwingende redenen. Dit betekent bv. dat, bij ziekte van het
pleegkind, de werknemer geen gebruik kan maken van zijn recht op
pleegzorgverlof, maar net zoals een gewone ouder een beroep moet doen
op het verlof om dwingende redenen. Dit laatste verlof wordt
geregeld door artikel 30bis van de Arbeidsovereenkomstenwet en de CAO
nr. 45 van 19 december 1989 houdende invoering van een verlof om
dwingende redenen.
Hoe moet men het pleegzorgverlof aanvragen.
De werknemer die gebruik maakt van het recht op pleegzorgverlof, is
ertoe gehouden de werkgever hiervan ten minste twee weken op voorhand
te verwittigen. Indien dit niet mogelijk is, moet hij of zij de
werkgever zo spoedig mogelijk verwittigen.
Wanneer de werkgever hem daarom verzoekt, moet de werknemer het bewijs
leveren van de gebeurtenissen die zijn afwezigheid van het werk met
het oog op het verstrekken van pleegzorgen rechtvaardigen. Dit kan
gebeuren aan de hand van gepaste documenten (bv. oproepingsbrief van
de rechtbank) of, bij gebreke hieraan, door ieder ander bewijsmiddel.
Met het oog op het verkrijgen van een uitkering voor de dagen
pleegzorgverlof, dient de werknemer een aanvraag te richten aan het
werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening
(R.V.A.) in het ambtsgebied waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft.Â
Voor meer informatie omtrent deze aanvraagprocedure kan men terecht op
de website van de R.V.A.: www.rva.be.
De uitkering voor pleegzorgverlof.
Tijdens de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens pleegzorg heeft
de werknemer recht op uitkeringen ten laste van de Rijksdienst voor
arbeidsvoorziening (R.V.A.).
Het bedrag van deze uitkering is forfaitair vastgesteld op 82% van het
loonplafond zoals voorzien in de artikelen 212, eerste lid en 223bis
van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Dit bedrag komt overeen
met de maximale daguitkering die geldt in het kader van de regelgeving
op het vaderschapsverlof. Voor meer informatie omtrent de concrete
hoogte van deze uitkering kan men eveneens terecht op de website van
de R.V.A.: www.rva.be.
Regelgevende tekst: Koninklijk besluit van 27 oktober 2008
betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken
van pleegzorgen (Belgisch Staatsblad van 13 november 2008).
Â
Â
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg -