Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Vragen van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over het oneigenlijk gebruik in de kinderopvang. (Ingezonden 31
oktober 2008)
1
Kent u het artikel `Staat betaalt grote zus voor oppassen'? 1)
Antwoord 1:
Ja.
2
Is het waar dat het oppassen op een jonger broertje of zusje onder de gastouderregeling valt? Zo ja, is
dit volgens u wenselijk?
Antwoord 2:
Gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang is alleen mogelijk als dat gebeurt door een andere
persoon dan de ouder van het kind dat opvang behoeft of een andere persoon dan de partner van de
ouder. Daarnaast kwalificeert gastouderopvang alleen voor kinderopvangtoeslag als het plaatsvindt
door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.
Op grond van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) worden broers en zussen van
het kind dat opvang behoeft niet als partner gezien. Zij zijn dus niet uitgesloten van het
gastouderbegrip.
Ik ben geen voorstander van het feit dat onder de huidige wetgeving broertjes en zusjes onder de 18
jaar als gastouder voor elkaar kunnen optreden. In het wetsvoorstel rondom de gastouderopvang dat ik
in februari 2009 uw Kamer zal aanbieden, neem ik een voorstel tot wetswijziging op waarmee dit zal
worden uitgesloten.
3
Op welke schaal komt het voor dat gezinsleden zich als gastouder inschrijven? Kunnen (stief)ouders
zichzelf ook als gastouder inschrijven van hun eigen kind?
Antwoord 3:
Omdat er, afgezien van de ouder en diens partner, geen wettelijke eisen worden gesteld aan de relatie
waarin de gastouder staat tot het kind, zijn er geen structurele gegevens beschikbaar van gezinsleden
die zich inschrijven als gastouder (ten behoeve van een eigen broertje of zusje).
Stiefouders hebben een formele relatie met de natuurlijke ouder in de vorm van een huwelijk of
geregistreerd partnerschap. Zo lang zij een partner zijn van de ouder van het kind vallen zij onder het
ouderbegrip van de Wet kinderopvang en kunnen dus niet als gastouder worden beschouwd.
4
Kunt u aangeven hoeveel het oneigenlijk gebruik van de kinderopvang de staat jaarlijks kost?
Antwoord 4:
De ons bekende gevallen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet kinderopvang zijn alle
aangetroffen als gevolg van gericht toezichtbeleid en toezichtsacties op basis van steekproeven door de
Belastingdienst. Hierdoor kan er geen gekwantificeerde uitspraak worden gedaan over de totale
omvang van voorkomende fraude. De aangetroffen casussen zijn voor mij aanleiding genoeg om waar
mogelijk al maatregelen te nemen. Deze zullen u worden voorgelegd bij het wetwijzigingsvoorstel
rondom de gastouderopvang.
Tevens zijn bij nota van wijziging bij het Belastingplan 2009 twee voorstellen ingediend die het risico
op misbruik en oneigenlijk gebruik verkleinen. De ene maatregel betreft een verbetering van de
gegevensuitwisseling tussen de twee toezichthouders van de wet (GGD en Belastingdienst). De andere
betreft een maatregel waardoor in bepaalde gevallen de directe betaling van kinderopvangtoeslag aan
een derde, zoals een gastouderbureau, weer rechtstreeks naar de aanvragers kan worden
overgemaakt, bijvoorbeeld in geval van faillisementen of vermoedens van fraude.
5
Is het met terugwerkende kracht aanvragen van toeslag mogelijk?
Antwoord 5:
Aanvragers van kinderopvangtoeslag moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de
opvangorganisatie geregistreerd staan bij de gemeente, de aanvrager en partner moeten werken of
studeren of aan een traject gericht op arbeidsinschakeling deelnemen, er moeten (eind)facturen van
gemaakte kinderopvangkosten zijn etc.
Als aan alle voorwaarden is voldaan en er is aanspraak op kinderopvangtoeslag is het op basis van de
Awir mogelijk dat ouders ten behoeve van een bepaald berekeningsjaar, bijvoorbeeld 2008, tot uiterlijk
1 april van het daaropvolgende jaar (2009) een aanvraag over 2008 kunnen indienen. Als ouders
aangifte inkomensbelasting moeten doen en hiervoor uitstel hebben gekregen, dan kan een aanvraag
ook na 1 april van een betreffend jaar worden ingediend.
6
Waarom komt u pas in 2010 met een herziene regeling? Betekent dit dat tot 2010 broers en zussen
gastouder kunnen zijn en ouders kinderopvangtoeslag kunnen ontvangen voor de uren dat men op
vakantie is of andere bezigheden heeft dan werken? Zo ja, acht u dit acceptabel?
Antwoord 6:
Ik acht het onacceptabel dat het gebruik van de Wet kinderopvang zodanige vormen gaat aannemen
dat de houdbaarheid van het stelsel in gevaar komt. Waar mogelijk handel ik zo spoedig mogelijk.
Aanpassingen echter die van invloed zijn op een wettelijk recht van ouders vergen uiteraard
wetswijziging.
Bij Voorjaarsnota heb ik uw Kamer aangekondigd dat ik een aantal maatregelen en wetswijzigingen
voorbereid waarmee het gebruik van kinderopvang kan blijven groeien terwijl de ongewenste
neveneffecten worden beëindigd. Deze aanpassingen worden op dit moment voorbereid en zullen na
goedkeuring door uw Kamer, zo spoedig mogelijk van kracht worden.
7
Deelt u de mening dat een ondeugdelijke regeling per direct gestopt moet worden en niet nog tot eind
2009 kan doorlopen omdat de belastingdienst dit nu eenmaal in een computerprogramma heeft zitten?
Antwoord 7:
Ik ben voornemens zo spoedig als juridisch en uitvoeringstechnisch mogelijk is bestaande risico's
binnen de huidige wetgeving aan te pakken, dan wel voorstellen hiertoe die wetswijziging vergen bij uw
Kamer in te dienen.
8
Kunt u toezeggen dat u het oneigenlijk gebruik per direct uit de kinderopvangregeling zult halen, zodat
de misstanden zo snel mogelijk uit de kinderopvang verdwijnen en de bonafide gastouders niet langer
de dupe worden van gastouders die misbruik maken van de regeling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8:
Zie mijn antwoord op vraag 6.
1) De Telegraaf, 29 oktober 2008