Erasmus Universiteit Rotterdam

Oratie prof.dr. J.J. Vromen

Titel oratie
Economics and philosophy: more than having fun and making fun
---

Leerstoel:
Methodologie en wetenschapsfilosofie, in het bijzonder van de economie

Datum
28 november 2008 16:00

---

Locatie:
Woudestein, Forumzaal

---

Faculteit
Faculteit der Wijsbegeerte (FW)

Filosofen moeten economische wetenschap serieuzer nemen

Economie is leuk, beweren steeds meer populariserende boeken. Deze wetenschap geeft een tegendraadse kijk op de meest uiteenlopende maatschappelijke verschijnselen. Het is de hoogste tijd dat filosofen economie niet langer meer als een armzalige wetenschap afschilderen, maar haar juist diepgaand analyseren, vindt prof.dr. Jack Vromen, hoogleraar Methodologie en wetenschapsfilosofie, in het bijzonder van de economie. Op vrijdag 28 november 2008 houdt hij zijn oratie Economics and philosophy: more than having fun and making fun, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

In het kielzog van de bestseller Freakonomics verschijnen regelmatig nieuwe populariserende boeken waarin de boodschap wordt verkondigd dat economie leuk is. Pop economics of cute-e-conomics worden de boeken ook wel geduid. "Economics is fun," zo wordt betoogd, vooral omdat het een verfrissende en verhelderende kijk biedt op soms onverdachte verschijnselen.

Pop economics kan niet worden afgedaan als een onbeduidend randverschijnsel in de economische wetenschap. Een aanzienlijk deel van gerenommeerde economische vaktijdschriften wordt inmiddels ingenomen door artikelen over verschijnselen die wij traditioneel niet associëren met economie zoals criminaliteit en autisme. Hoe onderhoudend en vermakelijk de economische analyses ook gebracht worden, de serieuze ondertoon is dat diepere onderliggende verbanden in de maatschappelijke werkelijkheid erin worden bloot gelegd. Niet zelden scheppen economen er een duivels genoegen in om heilige huisjes omver te werpen.

Het fenomeen pop economics kan worden opgevat als een teken van verzet dat economen aantekenen tegen het aloude verwijt dat economie een naargeestige en armzalige wetenschap (a dismal science) zou zijn. Filosofen hebben zich in het bekritiseren van de economische wetenschap niet onbetuigd gelaten. Veelvuldig hebben zij de draak gestoken met de economie als vakgebied. Het diepgewortelde superioriteitsgevoel dat filosofen koesteren jegens economie heeft een grondige kennisname van economie in de weg gestaan. Lange tijd werd het niet nodig gevonden om zich te verdiepen in wat economen echt doen en beweren. In plaats daarvan werd afgegaan op wat economen over hun eigen werk zeggen, of, erger nog, op wat andere filosofen over economen en economie zeggen. Gelukkig is dit aan het veranderen. Nauwgezette analyses van de feitelijke prakijk in economische theorievorming winnen aan terrein. Een beter begrip hiervan sluit een kritische stellingname geenszins uit. Maar kritiek heeft alleen zin als economie allereerst serieus genomen wordt.