Brussel, 27 november 2008
Verlaagd btw-tarief voor paarden: De Europese Commissie daagt Nederland voor
het Hof van Justitie en opent de tweede fase van de inbreukprocedure tegen
Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Oostenrijk
De Europese Commissie heeft besloten Nederland voor het Hof van Justitie te
dagen wegens de toepassing van het verlaagde btw-tarief op paarden, en met
name renpaarden. Tevens heeft de Commissie Duitsland, Frankrijk, Luxemburg
en Oostenrijk een met redenen omkleed advies gezonden waarin deze lidstaten
wordt gevraagd hun wetgeving over soortgelijke kwesties te wijzigen. Indien
deze lidstaten zich binnen twee maanden niet conformeren aan dit met redenen
omklede advies, kan de Commissie hen ook voor het Hof brengen.
Bijlage III bij de btw-richtlijn bevat een lijst van goederen en
diensten waarop bij levering verlaagde btw-tarieven mogen worden
toegepast. Tot deze goederen behoren levensmiddelen voor menselijke en
dierlijke consumptie, levende dieren, zaaigoed, planten en producten
die normalerwijze bestemd zijn bij de bereiding van levensmiddelen
(punt 1) of als landbouwproductiemiddel te worden gebruikt (punt 11).
Verlaagde tarieven zijn uitzonderingen op het normale btw-tarief en de
desbetreffende wetgeving moet daarom strikt worden geïnterpreteerd.
Verlaagde tarieven mogen niet worden toegepast op gezelschapsdieren
(honden, katten, dwergkonijnen, marmotten, kanaries enz...) en evenmin
op ponies en renpaarden die niet bestemd zijn voor de productie van
levensmiddelen of voor gebruik als landbouwproductiemiddel.
Nederland past op de levering van bepaalde dieren, en met name
renpaarden, die normaal niet voor de productie van levensmiddelen
bestemd zijn, en die dus niet in bijlage III zijn genoemd, een
verlaagd btw-tarief van 6 % toe.
De Commissie heeft Nederland in october 2007 een met redenen omkleed
advies toegezonden (zie IP/07/1545). Daar Nederland zijn wetgeving
niet binnen de gestelde termijn heeft gewijzigd, heeft de Commissie
besloten de zaak voor het Hof van Justitie te brengen.
In oktober 2007 heeft de Commissie een onderzoek ingesteld naar
soortgelijke wetgeving in andere lidstaten.
Een van die lidstaten was Italië. Na door de Commissie ingebreke te
zijn gesteld, heeft Italië zijn wetgeving aangepast zodat deze vanaf 1
januari 2008 met de richtlijn in overeenstemming is.
Duitsland, dat een tarief van 7% toepast, Frankrijk dat een tarief van
2,1% of 5,5% toepast (al naar gelang de koper een belastingplichtige
is of niet), Luxemburg, dat een tarief van 3% toepast en Oostenrijk,
dat een tarief van 10% toepast, zijn het niet met de Commissie eens.
Daarom heeft de Commissie aan deze lidstaten een met redenen omkleed
advies gezonden over de onjuiste toepassing van een verlaagd
btw-tarief op de levering van bepaalde levende dieren, en met name
paarden, die niet zijn genoemd in bijlage III bij de richtlijn.
De nummers van deze zaken zijn: Nederland (2005/2278), Duitsland
(2007/4168), Frankrijk (2007/4169), Luxemburg (2007/4170) en
Oostenrijk (2007/4167).
Voor persmededelingen over inbreukprocedures op het gebied van
belastingen en douane:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/infringements/infringement
_cases/index_en.htm
Voor de laatste algemene informatie over inbreukprocedures tegen
lidstaten:
http://ec.europa.eu/community_law/index_en.htm
European Union