'Plaatsing Baby J. in crisisopvanggezin in belang van het kind'
27/11/2008 18:46
PR Newswire
UTRECHT, Nederland, November 27 /PRNewswire/ --
- Onderwerp Beschikking Rechtbank Zwolle
- Zaak 'Baby J.'
Raad voor de Kinderbescherming:
De Rechtbank Zwolle heeft vandaag Bureau Jeugdzorg Overijssel belast met
de voorlopige voogdij over het kind dat bekend staat als 'Baby J.' De Raad
voor de Kinderbescherming had de Rechtbank hier om gevraagd. De Raad heeft
aan Bureau Jeugdzorg verzocht het kind in een crisisopvanggezin te plaatsen.
Van daar uit kan in het belang van het kind een definitieve oplossing worden
gerealiseerd. Gezien de nog zeer jonge leeftijd van baby J. heeft hij zich
nog niet zodanig kunnen hechten aan de wensouders, dat uithuisplaatsing een
bedreiging voor zijn ontwikkeling vormt.
Baby J. kwam afgelopen zomer uit België naar Nederland. Naar de precieze
omstandigheden doen politie en openbaar ministerie op dit moment nader
onderzoek. Vast staat dat het kind in België is aangegeven als was het een
eigen kind van de wensouders. Het ouderlijk gezag dat zij hierdoor over het
kind verkregen is naar het oordeel van de Raad onwettig.
Verduistering van zijn werkelijke identiteit is zeer schadelijk voor een
kind. Het is voor een opgroeiend kind van fundamenteel belang helderheid te
hebben over zijn ontstaansgeschiedenis. Een kind heeft daar op grond van het
Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) ook recht op.
Adoptie naar het buitenland is conform het Haags Adoptie Verdrag pas
mogelijk wanneer geen geschikt vervangend gezin in het land van herkomst
gevonden kan worden.
De biologische ouders hebben afstand gedaan van het kind, zonder dat ze
de wettelijke verplichtingen in acht hebben genomen, die daarover in België
gelden. Daardoor zijn er onvoldoende waarborgen voor een zorgvuldige afstand
van het kind.
Het afgestaan zijn is voor een geadopteerde ingrijpend. Het is daarom
belangrijk dat voor een geadopteerde helder is dat opgroeien bij de eigen
ouders niet mogelijk was en dat (interlandelijke) adoptie de enige
mogelijkheid was om wel in een gezin op te groeien. Daarom moet een rechter
hierover beslissen.
Om een kind te adopteren moeten de Nederlandse aspirant adoptief ouders
bovendien door de Raad voor de Kinderbescherming gescreend zijn op hun
geschiktheid voor adoptie en op grond daarvan Beginseltoestemming hebben
gekregen. Ook dat is hier niet gebeurd.
Baby J. is in strijd met de wettelijke voorschriften in het gezin
opgenomen. De Raad voor de Kinderbescherming is van oordeel dat dit niet in
zijn belang is. Voor de Raad staat het belang van het kind voorop. Veilige
hechting en helderheid over ontstaansgeschiedenis spelen daarbij een grote
rol. Het zal voor baby J. moeilijk zijn een onvoorwaardelijke vertrouwensband
met de wensouders op te bouwen, nu die bij het verkrijgen van baby J.
onbetrouwbaar zijn gebleken. Juist pleegkinderen, die per definitie kwetsbaar
zijn, hebben recht op bijzondere bescherming en bijstand vanuit de overheid
(art. 20 IVRK).
Noot voor de redactie (