4. Gemeenten en bedrijven: maak het verschil voor mantelzorgers
Gemeenten en bedrijven: maak het verschil voor mantelzorgers
Toespraak, 10 november 2008
Mantelzorgers maken het verschil voor de samenleving en u kunt het
verschil maken voor mantelzorgers. Dat zei staatssecretaris Bussemaker
tijdens de Mantelzorgtop en zij deed daarmee een oproep aan gemeenten
en bedrijven om mantelzorgers beter te ondersteunen.
Dames en heren,
Allereerst wil ik mijn dank uitspreken voor deze Mantelzorgtop waarbij
deze bijzondere vorm van zorg nog eens extra voor het voetlicht komt.
Daarbij wil ik wel meteen aantekenen, dames en heren, dat
mantelzorgers eigenlijk élke dag onze aandacht verdienen, niet alleen
vandaag. Want zij zijn, net als vrijwilligers trouwens, dagelijks van
grote betekenis voor de samenleving.
Vorig jaar mocht ik op de `Dag van de mantelzorg' in Amsterdam een
aantal mantelzorgers toespreken. Gelukkig bent u er nu ook bij, want
ondersteuning begint wat mij betreft bij erkenning. Mantelzorg levert
veelal voldoening op, maar kost ook veel energie en tijd. Welke
invloed dat heeft op iemands leven, dat realiseert zich lang niet
iedereen. Terwijl toch zo'n 2,6 miljoen mensen mantelzorg verlenen
volgens de laatste meeting van het CBS. (In 2003 waren het er trouwens
nog 2,4 miljoen).
Mantelzorgers handelen uit persoonlijke solidariteit, vanzelfsprekend,
voor een langere tijd en zonder tegenprestatie.
Mantelzorg heeft grote persoonlijk waarde én voorkomt dat mensen niet
meteen een beroep moeten doen op zwaardere zorg die zij op dat moment
feitelijk (nog) niet nodig hebben. Mantelzorgers verdienen onze
ondersteuning!
Daarom richt ik mijn pleidooi vandaag met name tot vertegenwoordigers
van gemeenten, werkgevers en andere partijen. Dames en heren,
mantelzorgers maken het verschil voor onze samenleving! U kunt het
verschil maken voor onze mantelzorgers!
Dit jaar reiken we voor de tweede keer een mantelzorg compliment uit.
Dat is slechts een tegemoetkoming en zeker niet genoeg. Bovendien
kunnen we op dit moment nog te weinig mensen vinden, maar dat gaat
verbeteren.
Professionele zorg, vrijwilligers werk en mantelzorg moet zo goed
mogelijk op elkaar afgestemd worden. En mantelzorgondersteuning moet
beschikbaar zijn. Dat bekent dat inzicht nodig is centrale vragen:
- Hoe besluiten zorgvragers dat ze informele hulp nodig hebben?
- Waarom besluiten ze geen professionele zorg in te roepen, terwijl
die objectief gezien wel op zijn plaats zou zijn?
- Moet je de mantelzorgers soms tegen zichzelf beschermen?
Dat inzicht is er nog niet. Ik wil dat dan ook op korte termijn laten
onderzoeken.
Dames en heren,
een andere ontwikkeling die vandaag al wel aan de orde is geweest, is
dat vrouwen betaald werk doen en carrières hebben. Terwijl juist
vrouwen zo vaak mantelzorg verrichten. Er zitten maar 24 uur in een
dag, zorg en werk staan niet per se op gespannen voet, maar als we
willen dat meer vrouwen gaan werken zonder dat het ten koste gaat van
de mantelzorg, dan zullen we onze uiterste best moeten doen om de
combinatie werk en zorg te vergemakkelijken. Huidige mantelzorgers
ontlasten en meer mensen in staat stellen mantelzorg op zich te nemen.
Ik stimuleer dat op verschillende manieren.
Gemeenten hebben via de Wmo een hele duidelijke regiefunctie bij de
ondersteuning van de mantelzorgers. Ik zie al wel goede voorbeelden
van versteviging. De gemeente Den Haag heeft met het plan `Zuinig op
mantelzorg' duidelijke speerpunten in het belang van mantelzorgers. En
Rotterdam heeft als eerste Nederlandse gemeente de vrijwillige
`Mantelzorgovereenkomst' ingesteld. Een soort contract tussen de
gemeente en de mantelzorger waarin precies staat wat ze van elkaar
mogen verwachten.
Ik heb gemeenten vorig jaar 32 miljoen euro extra gegeven, uit het
overschot van het mantelzorgcompliment. Toch blijkt dat nog lang niet
alle gemeenten het bedrag ook hebben besteed aan de verbetering van
mantelzorgondersteuning. Ik zeg: doe wat met de goede voorbeelden van
andere gemeenten! In 2009 wordt de regeling van het
mantelzorgcompliment aangepast. Bij zorgvragers die een AWBZ-indicatie
hebben wordt dan verondersteld dat mantelzorg aanwezig is. Dat hoeft
de mantelzorger niet meer te bewijzen. Het uitgangspunt wordt verder
dat de mantelzorg 12 maanden is verleend, omdat het compliment is
bedoeld voor intensieve en langdurige zorg.
In aanvulling op wat al mogelijk is via de Wmo, hebben Mezzo, de VNG
en mijn ministerie de eerder beloofde Basisfuncties ontwikkeld. Een
totaalpakket aan concrete functies waarbij het grofweg draait om
informatie en advies, diverse vormen van ondersteuning, bijvoorbeeld
trainingen of materiele middelen. Maar denk ook aan respijtzorg als
aanvulling op de AWBZ-georganiseerde respijtzorg.
In `mijn beleidsbrief `Mantelzorg en Vrijwilligerswerk' heb ik al
duidelijk aangegeven dat ik verwacht dat de basisfuncties in 75
procent van de gemeentelijke plannen zijn opgenomen. Daarom nogmaals
mijn oproep: Gemeenten, ondersteun de mantelzorgers. Aan gebrek aan
geld kan het niet liggen.
Maar niet alleen gemeenten moeten aan de slag voor onze mantelzorgers.
Andere partijen spelen duidelijk een belangrijke rol. Met name
bedrijven. Ik wil bondgenootschappen aangaan met grote bedrijven die
het goede voorbeeld geven als het mantelzorgvriendelijk
personeelsbeleid gaat. Met Achmea, bijvoorbeeld, heb ik al goede
gesprekken gehad.
Eén op de acht werknemers is mantelzorger. Daar kunnen werkgevers niet
omheen. Goed werkgeverschap, houdt rekening met medewerkers. Gebrek
aan flexibiliteit heeft immers, hoe vervelend ook, ook nare gevolgen
voor werkgevers zelf en kan zelfs leiden tot verhoogd ziekteverzuim,
of tot verlies van personeel. Een cultuuromslag is nodig. Medewerkers
moeten met een gerust hart mantelzorg kunnen verrichten. Ook als dat
betekent dat zij tussen het werk door even weg moeten. Betrokken
partijen - bedrijven, gemeenten, mantelzorgers - moeten inzien dat
erkenning van de combinatie van zorg en arbeid op den duur voor
iedereen winst oplevert. Ik denk dan bijvoorbeeld aan aanspraken op
flexibele werktijden of mogelijkheden om thuis te werken, of aanspraak
op kinderopvang. En dat ook formeel vastleggen in het
personeelsbeleid. Dames en heren, werkgevers: hoe
mantelzorgvriendelijk is uw organisatie eigenlijk?
Mensen wíllen voor elkaar zorgen, maar als dat betekent dat zij hun
baan moeten opgeven is die solidariteit, begrijpelijk ook, in het
geding. Ik sta daarin niet alleen. Ook Mezzo en Qidos zetten zich in
om, samen met mij, brede aandacht te krijgen voor de combinatie van
arbeid en zorg.
Met het project "Werk & mantelzorg" sporen zij via een
netwerkbenadering gemeenten en bedrijven aan, aandacht te besteden aan
de combinatie van zorg en arbeid. En dat nadrukkelijk te integreren in
de bedrijfscultuur. Met dit project komen goede voorbeelden
bovendrijven die weer vertaald kunnen worden naar andere organisaties.
Ik verwacht daar veel van.
Verder wil ik vandaag nog onderstrepen dat iedereen moet nadenken over
de eigen zorgtoekomst. Want onze samenleving raakt steeds meer
ingericht op het streven zo lang mogelijk zelfstandig te blijven.
Gelukkig worden we ook ouder en blijven we veelal langer gezond. We
hebben dus ook meer tijd om elkaar te helpen.
In Duitsland heeft dat al creatieve oplossingen gebracht. De zogeheten
Seniorengenossenschaften herbergen kleine groepen ouderen, die elkaar
de hand toe steken met allerhande hulp: tuinonderhoud, schoonmaak,
boodschappen, of gewoon wat gezelschap. Het voordeel van zo'n
oplossing is dat bewoners ook meer zekerheid hebben in de te
verwachten hulp. Ondersteuning is immers gebaseerd op het eeuwenoude
principe van wederkerigheid en persoonlijke betrokkenheid. We zien een
versterkte beweging naar zorg van buiten de familiekring. Dat moeten
we koesteren en stimuleren. Als mensen meer of beter in de gelegenheid
zijn te helpen, dan zullen zij die zorg ook makkelijker op zich nemen.
Wij zijn vandaag bij elkaar met mantelzorgers én vertegenwoordigers
van alle partijen die iets voor mantelzorgers kunnen betekenen. Ik
hoop dat u zich vandaag hebt weten te verbinden. Dat u nieuwe
inzichten heeft gekregen en creatieve oplossingen kunt bedenken om
mantelzorgers blijvende aandacht te bieden, om het voor hen
makkelijker te maken werk, zorg en het privé leven te combineren. Aan
geld en stimulering zal het niet liggen. Mantelzorgers maken het
verschil en ú maakt het verschil voor onze mantelzorgers!
Hartelijk dank voor uw aandacht.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport