Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Handhaving rookvrije horeca

Handhaving rookvrije horeca

Kamerstuk, 27 november 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-2896303

26 november 2008

Geachte voorzitter,

In uw brief van 21 november 2008 verzoekt u mij om de nog openstaande vragen over ontwikkelingen rond het rookverbod binnen een week aan de Kamer te zenden. Met deze brief kom ik aan uw verzoek tegemoet.

Op 17 november 2008 heb ik u een brief gestuurd over het feit dat het kabinet de handhaving zeer serieus neemt.

Naast het huidige regime van bestuurlijke boetes in de Tabakswet zal de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) in het kader van de handhaving van de rookvrije horeca gebruik gaan maken van de Wet op de Economische Delicten. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met het Openbaar Ministerie (OM). Begin november heb ik daarover gesproken met mijn ambtgenoot van Justitie.

Afgelopen week is er overleg geweest tussen de VWA en het OM om te bezien op welke wijze het strafrecht aanvullend kan worden ingezet bij de handhaving van het rookverbod in de horeca. Met deze brief wil ik u, mede namens de Minister van Justitie, nader hierover informeren.

De VWA heeft inmiddels vanaf 1 oktober ruim 2350 bedrijven geïnspecteerd en in totaal ruim 600 boeterapporten of processen-verbaal opgemaakt. De VWA zal deze wijze van handhaving onverminderd continueren en haar capaciteit voor het toezicht op de naleving van de rookvrije horeca, indien nodig, (tijdelijk) uitbreiden.

Afgesproken is dat de controleurs van de VWA in ieder geval proces-verbaal zullen opmaken in die gevallen waarin horeca-ondernemers reeds tweemaal of vaker een bestuurlijke boete is aangezegd. Nadat de processen-verbaal zijn beoordeeld, zullen de zaken zo spoedig mogelijk voor de economische politierechter worden gebracht. De officier van justitie kan volgens de wet een boete eisen van maximaal EUR 18.500,-, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke stillegging. De strafeis hangt af van de aard en omstandigheden waaronder de overtreding is geconstateerd.

De VWA en het OM hebben voor deze aanpak gekozen omdat er sinds enige tijd binnen de horeca sprake lijkt van een min of meer gecoördineerde actie om het rookverbod te overtreden. De betrokken handhavingsorganisaties willen met deze inzet het signaal afgeven dat het in een rechtsstaat niet te verdedigen is dat democratisch vastgestelde wetten bewust worden overtreden. Het is vanzelfsprekend aan de rechter om in individuele zaken uitspraak te doen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

TK, vergaderjaar 2008-2009, 22 894, nr. 199.