abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
26 november 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
CEND/HDJZ-2008/1654 sector I&O 31721/2008DJ6822
Onderwerp
aanvullend verslag wetsvoorstel 31 721
Geachte voorzitter,
Met tevredenheid hebben wij gelezen dat de vaste commissie (hierna: commissie) dit
wetsvoorstel met voorrang wil behandelen. In het onderstaande gaan wij in op de
opmerkingen in het aanvullende verslag.
1. De commissie acht het raadzaam om de Commissie versnelling besluitvorming
infrastructurele projecten of het Critical Support Team te verzoeken een reactie op het
onderhavige wetsvoorstel te geven en de Kamer over de uitkomsten daarvan te
informeren.
Zoals de vaste commissie zelf constateert is de Commissie versnelling besluitvorming
infrastructurele projecten inmiddels ontbonden. Het Critical Support Team heeft,
binnen de kaders van het kabinetsstandpunt, een rapporterende taak aan de ministers,
voorafgaand aan besluitvorming door de ministers en het kabinet. Het onderhavige
wetsvoorstel is het voorstel van de regering aan de Staten-Generaal waarover de
besluitvorming in de ministerraad al is voltooid en waarover de Raad van State in zijn
positie als belangrijkste en laatste adviescollege van de regering advies heeft
uitgebracht. Advisering door het Critical Support Team is in de huidige fase dus niet
aan de orde.
2. In de tweede opmerking geeft de commissie aan de indruk te hebben dat het advies
van de Raad van State onvolledig is geweest en dat het verstandig zou zijn de Raad
van State alsnog te verzoeken advies uit te brengen.
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
CEND/HDJZ-2008/1654 sector I&O
Deze indruk is onjuist. De Raad van State heeft over het onderhavige wetsvoorstel
advies uitgebracht. Daarna is het aangepaste wetsvoorstel aan de orde geweest in de
ministerraad en ingediend zoals het thans in de Kamer ligt. Ter toelichting hierop het
volgende.
Overeenkomstig de regel dat de Raad van State wordt gehoord over wetsvoorstellen
van de regering, voordat deze bij de Staten-Generaal worden ingediend, is op 16 juli
2008 het voorstel van wet tot wijziging van de Spoedwet wegverbreding
(vereenvoudiging onderzoekslast), met memorie van toelichting, aanhangig gemaakt
bij de Raad van State. Op 14 augustus heeft de Raad van State dit advies uitgebracht.
Daarin heeft de Raad in overweging gegeven het voorstel van wet niet te zenden aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal dan nadat met het advies rekening is
gehouden. De opmerkingen in het advies van de Raad van State voor het onderhavige
wetsvoorstel betroffen de volgende onderdelen: 1. Geldigheid van
onderzoeksgegevens, 2. Luchtkwaliteit en 3. Niveau van regulering. In het nader
rapport is aangegeven op welke wijze hiermee rekening is gehouden. De Raad van
State heeft geen opmerkingen gemaakt over de aard of het open aantal van de
projecten waarop het wetsvoorstel al betrekking had, door de oorspronkelijke
mogelijkheid bij algemene maatregel van bestuur projecten daaraan toe te voegen.
Het onderhavige wetsvoorstel is, met het nader rapport, aan de orde geweest in de
ministerraad van 19 september 2008. Daarin heeft de ministerraad het aangepaste
wetsvoorstel aanvaard en ingestemd met verzending daarvan aan de Tweede Kamer.
Dit aangepaste wetsvoorstel omvatte tevens de in het wetsvoorstel opgenomen
wijziging van de Tracéwet. Het is daarbij niet noodzakelijk geacht over het aangepaste
wetsvoorstel hernieuwd advies van de Raad van State te vragen, nu het niet een
wijziging van ingrijpende aard betreft.
De overwegingen om met het onderhavige wetsvoorstel ook in de Tracéwet zelf te
voorzien in een vereenvoudiging van de onderzoeklast, in plaats van projecten over te
hevelen naar de Spoedwet wegverbreding en alleen daar te voorzien in een
vereenvoudiging van de onderzoeklast, zijn de volgende.
Onder de Spoedwet wegverbreding dienen de aanvragen voor uitvoeringsbesluiten
(vergunningen) die nodig zijn voor een project, tegelijkertijd ter inzage te worden
gelegd met het wegaanpassingsbesluit. Ze worden daarom ook tegelijkertijd
voorbereid met het wegaanpassingsbesluit. Onder de Tracéwet worden
uitvoeringsbesluiten na vaststelling van het tracébesluit ter inzage gelegd en dus niet
parallel met het wegaanpassingsbesluit voorbereid. Het overbrengen van
tracéwetprojecten naar de Spoedwet wegverbreding om van de vereenvoudiging van
de onderzoekslast te kunnen profiteren betekent voor die projecten dan ook een
wijziging in procedurele werkwijze. Omdat het veelal gaat om lopende projecten
waarvan de organisatie, inclusief de aanbestedingen al in gang zijn gezet, zou de
noodzaak om te schakelen naar een andere werkwijze averechts kunnen werken,
doordat de aanpassing aan een andere wettelijke procedure vertragingen voor het
---
CEND/HDJZ-2008/1654 sector I&O
project met zich mee zou brengen. Het spreekt voor zich dat dit zich niet goed
verhoudt met de doelstelling van het wetsvoorstel.
Om deze reden is ervoor gekozen, om de vereenvoudiging van de onderzoekslast niet
enkel in de Spoedwet wegverbreding te regelen en allerlei tracéwetprojecten aan die
wet toe te voegen, maar om de projecten zoveel mogelijk af te wikkelen via de al
ingezette procedures (tracéwetprojecten via de tracéwetprocedure, spoedwetprojecten
via de spoedwetprocedure), en binnen die bestaande procedures in een
vereenvoudiging van de onderzoekslast te voorzien, overeenkomstig het regime
waarover de Raad van State zijn advies heeft uitgebracht.
Daarom is het wetsvoorstel zo aangepast, en aanhangig gemaakt in de Kamer, dat de
vereenvoudiging onderzoekslast voor spoedwetprojecten in de Spoedwet
wegverbreding plaatsvindt, de vereenvoudiging onderzoekslast voor
tracéwetprojecten in de Tracéwet, en dat de mogelijkheid om tracéwetprojecten bij
amvb toe te voegen aan Spoedwet wordt geschrapt.
Dit betreft géén ingrijpende wijziging, omdat de aanpassing inhoudelijk niet leidt tot
een wijziging in het regime van de vereenvoudiging van de onderzoekslast, het
oorspronkelijke wetsvoorstel al betrekking had op een open aantal projecten vanwege
de inmiddels geschrapte amvb-constructie en de aanpassing dus vooral betrekking
heeft op de verdeling van projecten over de Tracéwet en de Spoedwet wegverbreding
en niet op de mate waarin projecten kunnen profiteren van de vereenvoudiging van
de onderzoekslast. Om deze redenen is geen hernieuwd advies gevraagd aan de Raad
van State.
Hoogachtend,
Mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat