Universiteit Maastricht

Helpt kennis over eigen ziekte rokers te stoppen?
To smoke or not to smoke

"Roken is geen lifestyle waar je zelf maar vanaf moet zien te komen"

"Ja, roken is ongezond, maar dood moeten we allemaal." "Ach, mijn opa is met sigaret ook tachtig geworden, dus het zal bij mij wel meevallen." Het zijn slechts een paar smoesjes van rokers, waarmee ze hun rookgedrag goedpraten. Stoppen met roken blijkt voor een bepaalde groep ontzettend moeilijk. "Maar als ik wist dat ik een ziekte onder de leden had en het had zin om te stoppen, deed ik het meteen", voegen sommigen er nog aan toe. Op dat laatste werd in Maastricht de proef op de som genomen.

COPD is een veel voorkomende longziekte, die zo geleidelijk ontstaat dat de diagnose vaak pas volgt als er al veel schade is geleden. COPD staat voor 'chronic obstructive pulmonary disease', oftewel chronische bronchitis en longemfyseem. Kortademigheid, hoesten en slijm opgeven zijn de symptomen, waarvan veel rokers denken dat het 'erbij hoort'. Naar schatting krijgt dertig tot vijftig procent van de rokers op termijn met COPD te maken. Dat maakt de ziekte de komende vijftien jaar tot doodsoorzaak nummer drie. "Mensen verliezen hun longfunctie. Ze kunnen op een gegeven moment geen trap meer op lopen, fietsen, wandelen. De laatste jaren, voorafgaand aan een langzame, pijnlijke dood, brengen ze vaak door in een rolstoel, aan een zuurstoffles", zegt Daniel Kotz, onderzoeker bij de capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Maastricht. Op 21 november promoveert hij aan de UM op onderzoek naar de volgende vraag: 'Helpt het zwaar verslaafde rokers om te stoppen met roken als ze weten dat ze een vroeg stadium van COPD hebben?' "De schade aan de longen is weliswaar niet te herstellen, maar versnelde achteruitgang wordt wel voorkomen en het welbevinden van de patiënt gaat vooruit als hij alsnog stopt", aldus Kotz.

Confrontatie
Hij en zijn collega's in Maastricht zijn al jaren op zoek naar manieren om zwaar verslaafde rokers van hun sigaret af te helpen. Zo is zijn promotor, prof. dr. Onno van Schayck, bezig met onderzoek naar het anti-rookvaccin Nicvax. "Het idee van mijn onderzoek was de ziekte aan te grijpen als hulpmiddel om rokers te laten stoppen. Door ze keihard te confronteren met hun ziekte en ze tegelijkertijd hulp aan te bieden, zou je ze misschien beter kunnen helpen." Via een longfunctietest werden driehonderd rokers met beginnend COPD opgespoord, die zelf nog niet wisten dat ze de ziekte onder de leden hadden. Ze werden verdeeld over drie groepen. De experimentgroep kreeg te horen dat ze ziek was, waarna er vier confronterende gesprekken in vier weken volgden met een longverpleegkundige. Ook kreeg ze het stop-roken hulpmiddel Notrilen gedurende zeven weken. De eerste controlegroep werd op exact dezelfde manier behandeld, maar zonder de kennis over haar eigen ziekte. Aan het einde van de studie kregen de deelnemers deze informatie vanzelfsprekend alsnog. De tweede controlegroep werd, eveneens zonder COPD-diagnose, naar haar eigen huisarts verwezen, die het meestal bij een advies en een receptje liet.

Resultaten
Vijf weken na de stopdatum werden alle deelnemers onderzocht, net als een half en een heel jaar later. In groep 1 was 51% gestopt na vijf weken. In groep twee was dat 40% en in groep 3 18%. "Dat vonden we een behoorlijk verschil", vertelt Kotz. "De kennis over de eigen ziekte motiveerde blijkbaar tien procent meer mensen om te stoppen. Maar na een half jaar was dat verschil teruggelopen naar zeven procent en na een jaar was het helemaal weg. Het feit dat ze, door niet te stoppen met roken, op lange termijn een pijnlijke, langzame dood tegemoet gaan, weegt voor deze groep niet op tegen het korte termijn voordeel van een sigaret." Van groep 1 was na een jaar nog 11,2% gestopt, van groep 2 11,6% en van groep 3 (die de reguliere huisartsbehandeling had ontvangen) 5,9%. "Vergeleken met geen behandeling is de intensieve behandeling wel effectief gebleken. Counseling en medicatie verdubbelt de kans op succesvol stoppen met roken. Maar het heeft schijnbaar geen effect op lange termijn om mensen te confronteren met hun ziekte. Waarbij COPD natuurlijk wel een ander soort ziekte is dan een hartinfarct, wat voor veel rokers wel een goede motivatie is om te stoppen. COPD ontwikkelt zich heel langzaam, wat het een ver-van-je-bed-ziekte maakt."

Preventie
Het vervolgonderzoek van Kotz richt zich op de vraag waarom het die 11% uiteindelijk wel lukte om te stoppen: wat zijn hun kenmerken? Zo blijkt uit eerder onderzoek dat de sociale status van rokers een rol speelt bij het volhouden van een stoppoging. Preventie van roken heeft nog niet veel prioriteit in de Nederlandse gezondheidszorg, tot verbazing van Daniel Kotz. "Elk jaar dat je na je 35e doorrookt, verkort je leven met drie maanden. Veel chronische ziekten kunnen voorkomen worden als mensen stoppen of überhaupt niet beginnen. Uit eerder onderzoek is gebleken bepaalde (niet-)medicamenteuze behandelingen rokers kunnen helpen om te stoppen en dat het vergoeden van dergelijke behandelingen meer mensen stimuleert om een poging te ondernemen. Maar tot nu toe zeggen ministers dat roken een lifestyle is, waar mensen zelf maar vanaf moeten zien te komen. Ik denk persoonlijk dat het beginnen met roken een redelijk autonome keuze is, maar het kunnen stoppen met roken behelst meer dan een keuze. Het huidige Nederlandse beleid zegt tegen rokers: 'Zoek het maakt uit.' Dat vind ik eigenlijk schandalig."

Daniel Kotz is als onderzoeker verbonden aan de capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Maastricht. Zijn proefschrift, waarop hij 21 november promoveert, heet 'Confronting smokers with previously undetected airflow limitation for smoking cessation'. Zijn promotie werd voorafgegaan door het wetenschappelijk symposium 'Understanding tobacco addiciton and improving smoking cessation strategies'. Contact: D.Kotz@hag.unimaas.nl

drs. Annelotte Huiskes
Persvoorlichter

Universiteit Maastricht
Communicatie & Relatiebeheer
Bezoekadres: Bonnefantenstraat 2, Maastricht
Postadres: Postbus 616, 6200 MD Maastricht
Tel: +31 43 388 5230 Fax: +31 43 388 5225
e-mail: annelotte.huiskes@ssc.unimaas.nl
website: www.unimaas.nl