Cleveringa in Château de Crémat
`Een Cleveringalezing is een serieuze zaak en geeft de
deelnemers veel vermaak.' Dirk van Delft, hoogleraar Materieel
erfgoed van de Natuurwetenschappen en een van de 30
wetenschappers die een Cleveringalezing hield, toog naar Nice.
Op een heus wijnkasteel sprak hij over de driehoek Einstein -
Debye - Cleveringa. Van Delft doet verslag.
Afbeelding: Château de Crémat, locatie voor de
Cleveringbijeenkomst 2008 in Nice.
Van Heerenveen tot Tokyo
`Een Cleveringalezing is een serieuze zaak en geeft de
deelnemers veel vermaak.' Dat geldt in het bijzonder voor de
bijeenkomsten in het buitenland. De protestrede van mr. R.P.
Cleveringa van 26 november 1940, een daad van grote moed, is
aanleiding voor het jaarlijks organiseren op of rond die datum
van bijeenkomsten waarop Leidse hoogleraren (dikwijls vergezeld
door studentsprekers) Leidse alumni en hun introducés vertellen
over hun vakgebied. Dit alles op locaties variërend van
Heerenveen tot Tokyo, in een aimabele sfeer en gepaard gaand
met een lunch of een diner.
Afbeelding: Binnenkomst van de deelnemers in de zaal waar
lezing en lunch zich afspelen. Links Dirk van Delft.
Gepensioneerd diplomaat
Mij valt de eer te beurt in Nice te mogen aantreden. Al ruim
voor de zomervakantie kreeg ik op Museum Boerhaave bezoek van
mr. H.R. (Hans) van der Valk, gepensioneerd diplomaat en
woonachtig in de omgeving van Nice. Tweemaal eerder had hij een
Cleveringabijeenkomst georganiseerd, met als sprekers mr. Carel
Stolker (Wrongful life) en mr Laurens Jan Brinkhorst (Europese
integratie). Ik zou het, zo kwamen we overeen, onder de titel
`Einstein in Leiden, Debye in Berlijn' hebben over de driehoek
Einstein-Debye-Cleveringa. Peter Debye, fysisch-chemicus en
Nederlands Nobelprijswinnaar in Duitse dienst, was in 2006 in
opspraak geraakt vanwege zijn rol als voorzitter van de
Deutsche Physikalische Gesellschaft bij het verwijderen in 1938
van joodse leden. Er viel een mooie link te leggen naar het
optreden van Cleveringa. Op vrijdag 21 november zou ik mijn
lezing houden.
Nederlandse kolonie
Met een directe Transavia-vlucht arriveren echtgenote Petra de
Bruijn (turkologe en verbonden aan de Leidse universiteit) en
ik op donderdag 20 november om half tien 's avonds in Nice. We
worden opgewacht door het echtpaar Van der Valk, waarna we met
een 26-jaar oude Mercedes - `een aandenken uit mijn
diplomatentijd' - richting Grasse rijden. Na een half uur
draaien we de heuvels in, passeren het zwaar bewaakte
onderkomen van de sjeik van Koeweit en arriveren in huize Van
der Valk. In de serre met uitzicht op het dal genieten we van
een heerlijke maaltijd en worden we bijgepraat over de talrijke
Nederlandse kolonie in Nice.
Afbeelding: Aandacht tijdens de Cleveringalezing.
Eeuwige angst
Na een golfclub (44 bezoekers) en een restaurant (84 bezoekers)
is als locatie voor de derde Cleveringabijeenkomst gekozen voor
een wijnkasteel: Château de Crémat, fraai gelegen op een
heuveltop even buiten Nice. Er zijn 100 aanmeldingen. Het
echtpaar Van der Valk heeft de route zorgvuldig verkend en
deelnemers die zouden kunnen verdwalen zijn uit voorzorg extra
geïnformeerd. In het kasteel staan beamer en geluidsinstallatie
klaar, de laptop heeft Van der Valk van huis meegenomen.
Eeuwige angst van de spreker: doet mijn meegebrachte usb-stick
met powerpoint het? De presentatie is bij het ontbijt
probleemloos op de desktop gezet, nu gaat het erom of de
kasteelbeamer er mee uit de voeten kan. Nee. Iets met
breedbeeld, mijn slides zijn op het scherm aan de zijkanten
afgesneden. Uiteindelijk haalt een technicus de kasteellaptop.
Op mijn verzoek zorgt hij ervoor dat deze vier uur lang niet in
de slaapstand kan schieten - met bijbehorende ellende van het
moeten invoeren van een wachtwoord dat je niet kent.
Afbeelding: Eretafel, met op de voorgrond mr. H.R. van der Valk
en de spreker. Tegenover hen mevr. Jamila Kamerbeek en de
Nederlandse consul te Nice. Nog juist zichtbaar rechts: Cees
Kamerbeek.
Rosé
Gastheer en -vrouw zijn Cees en Jamila Kamerbeek. In 2000
hebben ze Château de Crémat gekocht, een wijnkasteel uit 1906
in neo-Italiaanse, neo-oosterse stijl in het oudste wijngebied
van Frankrijk. Er wordt uitstekende witte, rode en rosé wijn
geproduceerd, appellation Bellet contrôlée, die diverse prijzen
heeft gewonnen. De gasten betalen voor ontvangst, lezing,
déjeuner Cleveringa en wijnproeverij 45 euro - bij Hollanders
het maximaal haalbare, begrijp ik. Om elf uur is de ontvangst
met rosé. Koffie voor zo'n grote groep is maar lastig en geeft
geen pas in een wijnkasteel, vindt Kamerbeek.
Betonen van moed
Om twaalf verhuist het gezelschap naar de congreszaal met tien
gedekte tafels - de laptop is nog wakker. Aan mijn tafel een
oud-studente Italiaans die zich nu in Monaco bezighoudt met
energie uit golf- en getijdenbewegingen, en de Nederlandse
consul te Nice. Behalve Leiden zijn ook Rotterdam en Delft goed
vertegenwoordigd. In zijn openingstoespraak memoreert Van der
Valk hoe Cleveringa de oorlog heeft overleefd en legt zo het
bruggetje naar mijn verhaal. Het verschil tussen Debye en
Cleveringa, zo eindig ik, is het betonen van moed. Na het eten,
uitstekend verzorgd, is er gelegenheid tot discussie en komen
de tweede Gouden Eeuw en toponderzoek aan bod, en hoe de
overheid een stimulerend klimaat kan bieden. Tot besluit
vertelt Kamerbeek iets over Château de Crémat, waarna het
gezelschap afdaalt naar de wijnkelders. Rond vier uur is het
voorbij.
Deelnemers benaderen
's Avonds met zijn vieren naar de Opera van Nice, een
schitterend theater uit 1885. Het Orchestre Philharmonique de
Nice speelt de zevende symfonie van Sjostakovitch, Leningrad
uit 1942, met authentieke filmbeelden. Terug in huize Van der
Valk blikken we moe maar voldaan terug: het is een volle en
rijke dag geweest. Het LUF zou de deelnemers aan de
Cleveringabijeenkomst actief moeten benaderen met de vraag wat
ze voor de universiteit kunnen betekenen, vindt Van der Valk.
De volgende morgen om half zeven op. Het afscheid op het
vliegveld is allerhartelijkst.
Afbeelding: In de nieuwe wijnkelder van Château de Crémat.
Meer over Dirk van Delft
(25 november 2008/Dirk van Delft, tekst, en Petra de Bruijn,
foto's)
25/11/2008
Universiteit Leiden