dinsdag, november 25, 2008
Aangifte bedreiging bibliotheek
Betreft: schriftelijke vragen ter schriftelijke beantwoording
Onderwerp: aangifte bedreiging
Geacht College,
Wij hebben van meerdere burgers gehoord dat aangifte doen van
bedreiging wordt afgeraden of ronduit geweigerd. Het gaat hier vaak om
slachtoffers die door een groep worden bedreigd. Als argument om geen
aangifte op te nemen, wordt vaak gebruikt dat hier het woord van één
persoon tegenover dat van een groep staat. Dat het meestal gaat om
groepen die bij de politie al bekend staan vanwege overlastgevend en
hinderlijk gedrag, weegt klaarblijkelijk niet mee.
Op 18 november vond een dergelijk incident plaats in de Centrale
Bibliotheek aan de Hoogstraat. Een gepensioneerde man sprak hier een
drietal overlastgevende jongeren aan op hun gedrag en werd vervolgens
getrakteerd op antisemitische uitlatingen en met de dood bedreigd.
Meerdere aanwezigen in de bibliotheek en geüniformeerde beveiligers
waren van het voorval getuige. De inmiddels gealarmeerde politie was
snel ter plaatse en nam hierop het drietal mee. Toen het slachtoffer
op het politiebureau arriveerde, werd aanvankelijk echter geweigerd de
aangifte op te nemen. Er werd gezegd dat de groep jongeren dan ook
aangifte kon doen en hier leek de meeste stemmen tellen te gelden.
Hierover heb ik aan het college de volgende vragen:
1. Hoe kijkt het college tegen de geschetste gang van zaken aan?
2. Is na te gaan hoe vaak het voorkomt dat mensen op het politiebureau
besluiten af te zien van het doen van aangifte van bedreiging? Zo ja,
hoe vaak is dit in 2007 en 2008 gebeurd?
Toen het slachtoffer duidelijk aangaf hier geen genoegen mee te nemen,
kon alsnog aangifte gedaan worden, maar nu werd hem verteld dat er
niets met de aangifte gedaan zou worden. Ook dit lijkt ons geen juiste
gang van zaken.
3. Komt het vaker voor dat er met aangiften niets gedaan wordt? Zo ja,
hoe vaak en hoe beoordeelt het college deze gang van zaken?
Met vriendelijke groet,
Hennie van Schaik
Leefbaar Rotterdam