Onderzoek naar re-integratie broddelwerk?
Staatssecretaris Aboutaleb moet de aanbevelingen in het NICIS-rapport
naar re-integratietrajecten serieus lezen. Dat stelt econome
Margaretha Buurman, universitair docent in opleiding op het
opinieplatform van de Erasmus School of Economics. Vorige week bracht
het instituut NICIS een onderzoek uit, waaruit zou blijken dat de
kosten van re-integratietrajecten per persoon wel EUR 537.000 bedragen
en dat van de jaarlijkse kosten van re-integratie ook een
Zuiderzeespoorlijn aangelegd had kunnen worden. Staatssecretaris
Aboutaleb deed het onderzoek af als "broddelwerk" en gaf aan dat hij
morgen zou stoppen met re-integratie als dat zo duur was.
"Het zou jammer zijn als staatssecretaris Aboutaleb het rapport
vanwege de cijfers zou afdoen als stemmingmakerij en niet de
aanbevelingen over re-integratie leest. Die zijn namelijk best
verstandig," aldus Buurman.
Zij onderzoekt hoe je via verschillende manieren van aansturing ervoor
kunt zorgen dat casemanagers elke cliënt het juiste
re-integratietraject geven.
Buurman kan zich volledig vinden in de aanbeveling van NICIS om
allereerst re-integratie toe te spitsen op mensen die er baat bij
hebben. "Het gaat bij re-integratie om wat nu eigenlijk voor wie
werkt. In tegenstelling tot de aanleg van een Zuiderzeespoorlijn,
waarbij je slechts kunt kiezen tussen wel en niet aanleggen, kun je
bij re-integratie veel meer verschillende keuzes maken in de inzet van
instrumenten en doelgroepen. Dat is in het verleden veel te weinig
gebeurd."
Ook pleit NICIS voor een meer 'evidence based' inzet van
re-integratie, betere onderzoeksmethoden en zelfs de inzet van
experimenten. Volgens Buurman is een 'evidence based' therapie in de
gezondheidszorg heel gewoon. "Dus waarom niet bij re-integratie?"
Voor het volledige artikel en meer (achtergrond) informatie op het
opinieplatform www.economieopinie.nl, het online opinieplatform van
economen van de Erasmus School of Economics over actuele onderwerpen
in binnen- en buitenland.
Erasmus Universiteit Rotterdam