Symptoom van een tweedeling
maandag 24 november 2008
Afgelopen week heeft Radakishun het initiatief genomen om een open brief brief te schrijven. De brief is onder andere ondertekend door een aantal prominente en minder prominente Marokkaanse-Nederlanders. In de brief wordt met name aan de Marokkaanse-Nederlanders gevraagd afstand te nemen van de probleemjongeren. De ondergetekenden stellen expliciet dat ze niet geassocieerd willen worden met de randjongeren. Deze jongeren zijn de afgelopen jaren het onderwerp geweest waar de politiek en opiniemakers over gestruikeld zijn. Het illustreert een dyamiek binnen de Marokkaanse gemeenschap wat al enige tijd aan de gang is.
Integratie van Marokkanen in Nederland is een complexe ontwikkeling. Een groot gedeelte van onze jongeren slaagt erin om te studeren en een carriére op te bouwen. Deze jongeren slagen erin om deel uit te gaan maken van de middenklasse.Hun belangrijkste obstakels zijn beeldvorming, het samengaan van hun Islam met moderniteit en hun strijd om onderdeel uit te maken van de gevestigde orde. Hun belangrijkste frustratie is de beeldvorming rondom de Marokkaanse jeugd de laatste tijd. In een samenspel van media en politiek is deze geslaagde groep in een positie van verantwoording gemanouvreerd. Ze moeten zich verantwoorden voor het gedrag van met name tieners in een aantal gemeenten. Het ironische is dat juist deze" randjongeren" in een tijd van stigmatisering juist behoefte hebben aan steun van deze laag van de Marokkaans-Nederlands gemeenschap. De disproportionele aandacht voor Marokkanen en het verdraaien van feiten door journalisten en politiek moet juist door een zelfverzekerde middenklasse bestreden worden.
He feit dat sommigen van de ondergetekenden zich hebben ingezet of inzetten voor allochtonen doet niks af aan deze analyse. Door deze brief doet men de illusie voortleven dat met name Marokkanen verantwoordelijk zijn voor de problemen in de wijken. Er is juist behoefte aan een keiharde confrontatie in het publieke debat om valse beeldvorming tegen te gaan. De jeugd in Gouda, Ede, Veenendaal, Nijmegen en Amsterdam-West heeft niets aan afstand nemen. Een crimineel dient inidividueel gestraft te worden, maar een straf mag nooit bestaan uit het beleid om afstand te nemen als aanpak.
Criminaliteit is ondanks een beter registratie juist afgenomen de afgelopen tien jaar. De afgelopen tien jaar zijn juist ook kenmerkend vanwege de komst van een kwantitatief grote groep Marokkaanse tieners in de grote steden. Vooropgesteld is het in ieders belang om vandalisme en andere crimineel gedrag tegen te gaan. Marokkanen bedekken dit gedrag niet met de mantel der liefde, maar zien zich geconfronteerd met een falend integratiebeleid. Een beleid dat met name Marokkaanse jongeren van de Nederlandse samenleving vervreemdt. Kenmerkend was de beruchte reportage van Premtime waarbij jongeren zich onfatsoenlijk gedragen en gedreigd hebben.Deze kinderen zijn ondanks hun straattaal zich bewust van de media-aandacht en politieke tendensen van hun aanwezigheid in de steden. Ze zijn het zat om als zondebok en electorale koe te dienen voor poltiek Nederland. Het is een houding wat ze zichzelf hebben opgemeten door de behandeling van hun als groep. In Nederland bestaan er geen "no go areas" Er bestaat wel zoiets als een groep dat getergd en geprovoceerd wordt.
Nederland moet stoppen met dit toneelstuk dat Marokkanendrama heet. Het moet erkennen dat ze faalt in het integratiebeleid. De ondergetekenden dienen te begrijpen dat zij juist nu geen afstand mogen nemen van jongeren. Tweedeling zal integratie van de gehele Marokkaanse gemeenschap verlammen. Deze jongeren hebben behoefte aan een sterk front tegen stigmatisering van hen als groep.
Abdoulmouthalib Bouzerda
AEL Voortzitter Nederland