Vrouwen zorgen, mannen verdienen de kost
Nederlandse vrouwen werken nog te veel in kleine deeltijdbanen, aldus
Dijkstra. "In Nederland heerst nog steeds de mentaliteit: vrouwen zijn
er om te zorgen, mannen om het geld te verdienen." Dat moet anders.
De voorzitter van de Taskforce Deeltijdplus sprak afgelopen vrijdag
(21 november) in Den Haag op een conferentie over `Seksegelijkheid en
arbeidsparticipatie'. De bijeenkomst was een initiatief van de Zweedse
en Nederlandse overheid.
Zweden loopt voorop als het gaat om het aantal vrouwen dat (fulltime)
werkt. De Zweedse overheid doet er ook veel aan om vrouwen in het
arbeidsproces te krijgen, zoals het bieden van kinderopvang en een
royaal aantal ouderschapsverlofdagen. Nederland is vooral kampioen
deeltijdwerken. Als je kijkt naar cijfers van de EU, zie je dat het
aantal parttimers in Nederland uit 74.9 procent uit vrouwen bestaat,
tegenover 23,7 procent mannen. Gemiddeld werkt de Nederlandse vrouw
zo'n 23 uur. Dat is behoorlijk onder het EU-gemiddelde van ongeveer 32
uur per werk.
Toch willen vrouwen over het algemeen méér werken, weet Dijkstra. Vijf
uur meer, om precies te zijn. Maar vrouwen moeten ook flexibeler zijn,
vindt Dijkstra. Te vaak ziet ze vrouwen van "veertig plus", zonder
kleine kinderen om voor te zorgen, die in een parttime baan blijven
hangen. "Omdat het comfortabel is". Dat is jammer, vindt Dijkstra.
In de toekomst zijn er meer mensen nodig om de tekorten in - vooral -
de zorg op te vangen. Daarom is het belangrijk voor vrouwen om te
werken. De Taskforce wil vrouwen stimuleren grotere (deeltijd)banen te
nemen. De Taskforce DeeltijdPlus is in april opgericht. Leden zijn
behalve Pia Dijkstra ook Judith Ploegman, congresadviseur FNV, en
Désirée van Gorp, directeur Nyenrode.
ABVAKABO FNV