D66

Geef gemeenten ruimte voor maatwerk softdrugsbeleid

24 november 2008

D66-Tweede Kamerlid Boris van der Ham wil dat het kabinet gemeenten meer ruimte geeft om lokaal softdrugsbeleid te voeren. Hij doet daartoe drie concrete voorstellen. Op die manier kan beter maatwerk geleverd worden. Van der Ham komt met zijn voorstellen naar aanleiding van de `wiettop' die vrijdag gehouden werd in Almere. "Het kabinet wil geen veranderingen doorvoeren in het softdrugsbeleid en komt pas volgend jaar met een visie. Maar in de tussentijd kan er wel degelijk meer maatwerk worden geleverd. Daar kan nu al mee worden begonnen."

Doorrechercheren bij opsporen

D66 wil dat gemeenten en politieregio's meer ruimte krijgen voor lokaal beleid. Van der Ham: "De ene gemeente is de andere niet. In de grensregio's moet je anders opereren dan in de Randstad." Bij de opsporing en vervolging van wiettelers moeten de goede van de slechte worden gescheiden, meent de sociaal-liberaal. Nu wordt bij alle telers die ontdekt worden onmiddellijk ingegrepen. Van der Ham: "Verstandiger is juist dóór te rechercheren, en te onderzoeken welke telers ook echt verweven zijn met andere vormen van misdaad. Die moeten hard aangepakt worden. Diegenen die zich verre van dergelijke criminele activiteiten houden, krijgen dan geen prioriteit. Politieregio's moeten de vrijheid krijgen hierin een eigen afweging te maken. Je zorgt dan voor een 'schonere' keten. Dit kan al binnen de huidige regels."

Flexibel zijn met maximum hoeveelheid wiet

De maximum hoeveelheid aan voorraad wiet bij coffeeshops moet volgens D66 flexibel kunnen worden ingezet. Nu is het maximum voor voorraad in een coffeeshop 500 gram. Van der Ham: "Sommige gemeenten, zoals Eindhoven, willen meer kleinere coffeeshops, dus voldoet die hoeveelheid. Andere gemeenten willen de verkoop van softdrugs juist concentreren. Nadeel daarvan is nu dat de coffeeshops dan vaker bevoorraad moet worden en er een groter verkeer is van drugsrunners, met veel neveneffecten. Gemeenten die willen concentreren moeten de ruimte krijgen om de maximum hoeveelheid voorraad wiet op te hogen."

250-grens gebruiken als richtsnoer

Van der Ham wil ook dat het aan gemeenten zelf gelaten wordt waar coffeeshops mogen staan: "De wens van het kabinet om in een straal van 250 meter rond scholen geen coffeeshops te hebben, kan een richtsnoer zijn. Maar laat het aan gemeenten hoe ze dit willen invullen. Veel gemeenten, zoals Amsterdam, werken goed samen met coffeeshops om wietgebruik bij minderjarigen uit te bannen. Daar is de 250-meter grens onnodig."