Ingezonden persbericht


Ontwikkeling paddenstoelenparadijs van start.

100-jarige krijgt paddenstoelenparadijs cadeau

Persbericht

Start ontwikkeling paddenstoelenparadijs

De Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV) bestaat dit jaar 100 jaar. Natuurmonumenten geeft deze jarige als cadeau de mogelijkheid om een paddenstoelenparadijs te ontwikkelen. Op 20 november heeft Jan Akkerman, beheerder van Natuurmonumenten, het gebruik van het gebied Voorsterbos/Leemringveld in de Noordoostpolder symbolisch overhandigd aan het bestuur van de Nederlandse Mycologische Vereniging. Als start van de ontwikkeling van het gebied is door beide organisaties gezamenlijk een linde geplant. Deze linde is geschonken door leden van de NMV.

Voor het eerst in Nederland zal er door natuurontwikkeling een zogenaamde paddenstoelenboomweide gecreëerd worden. Het is een unicum in de Europese natuurontwikkeling, dat er speciaal voor paddenstoelen een gebied wordt ontwikkeld. Soortgerichte natuurontwikkeling was tot nu toe meestal beperkt tot vogels, planten of zoogdieren. Deze boomweide zal door de NMV in samenwerking met Natuurmonumenten zo aangelegd worden dat er vele bedreigde en zeldzame soorten paddenstoelen in dit gebied gaan verschijnen. De boomweide grenst aan het huidige Voorsterbos (ook van Natuurmonumenten) in de Noordoostpolder, een bos dat nu als erg rijk is aan verschillende paddenstoelensoorten.

Hoe wordt de paddenstoelenboomweide ontwikkeld?
Het Paddenstoelenparadijs komt op een stuk voormalig landbouwgrond en wordt een half open landschap, begraasd door runderen. Van 23 hectare wordt in 2009 de stikstofrijke toplaag verwijderd. Daarna wordt het gebied plaatselijk met bomen ingeplant, zodanig dat een boomweidelandschap ontstaat. Dit is een biotoop dat in ons land nauwelijks voorkomt. Voorbeelden in Europa laten zien dat dit type landschap vaak heel rijk aan zeldzame paddenstoelen kan zijn.

De boomweide wordt samengevoegd met een stuk van het Voorsterbos dat zijn mycologische waarde al lang bewezen heeft. Dit haagbeukenbos op keileem herbergt namelijk een aantal grote zeldzaamheden, zoals verschillende gordijnzwammen, aardtongen, wasplaten, de haagbeukboleet en de haagbeukmelkzwam. De meeste van deze soorten zijn bedreigd en worden genoemd in de pas verschenen Rode Lijst Paddenstoelen. In ons land komen zo'n vierduizend soorten paddenstoelen voor - van niet groter dan een speldenknop tot zo groot als een voetbal. Van ongeveer 2600 soorten bestaan voldoende verspreidingsgegevens om een eventuele voor- of achteruitgang te kunnen vaststellen. Op de nieuwe Rode Lijst Paddenstoelen die in oktober 2008 is uitgekomen, staan maar liefst 1600 soorten die in Nederland bedreigd worden of kwetsbaar zijn. De sterke achteruitgang van vroeger algemene soorten als Cantharel en Tolzwam is een gevolg van de grote hoeveelheid stikstof die jaarlijks in ons land naar beneden komt. Deze vermesting zorgt er onder meer voor dat bossen op arme zandgrond vergrassen en verbramen en dat er alleen nog algemene paddenstoelensoorten voorkomen die weinig eisen stellen aan het milieu. Begin dit jaar werden er in de Tweede Kamer vragen gesteld over het feit 'dat veel bospaddenstoelen uit Nederland verdwijnen'. Het antwoord van Minister Verburg luidde dat dit een ongewenste ontwikkeling is en dat een actief soortenbeleid noodzakelijk is om te voldoen aan de Europese verplichting van het in stand houden van de biodiversiteit! In die zin kan de ontwikkeling van deze boomweide een eerste stap zijn in een gericht soortenbeleid gericht op paddenstoelen.

Waarom een boomweide?

De afgelopen veertig jaar is een grote hoeveelheid stikstof in de vorm van zure regen over Nederland neergedaald. Daardoor is de strooisellaag in bossen zo dik geworden dat veel paddenstoelen die in symbiose met bomen leven, alleen nog maar voorkomen langs bosranden en paden. Daar is de strooisellaag dunner. Om die reden zijn paddenstoelensoorten die hoge eisen stellen aan het milieu het meest achteruitgegaan. Het open karakter van een boomweide maakt dat afgevallen blad makkelijk wegwaait en zich weinig strooisel ophoopt. Begrazing houdt de begroeiing kort. Zo ontstaan gunstige voorwaarden voor juist die paddenstoelen die het in ons land bedreigd zijn.

Wie doet wat?

Natuurmonumenten zorgt voor de inrichting van het gebied en het beheer. De Nederlandse Mycologische Vereniging zal zorg dragen voor de aanschaf van bomen voor de boomweide. De NMV is een relatief kleine vereniging, maar de ruim 600 leden hebben al een flink bedrag bijeengebracht waarmee een 10 meter hoge linde is gekocht die nu een markant punt vormt in het verder nog lege gebied. Het andere plantmateriaal voor de boomweide zal bestaan uit inheemse, jonge bomen. Natuurlijk wordt gekozen voor boomsoorten waarmee paddenstoelen in symbiose kunnen leven. Dit zijn onder meer eik, beuk, berk, linde, den en haagbeuk. Leden van de Nederlandse Mycologische Vereniging gaan de komende jaren de ontwikkeling van paddenstoelenflora nauwgezet volgen. Op die manier kan getoetst worden of het gebied de verwachting van een uniek paddenstoelenparadijs kan waarmaken. Tevens zal de NMV samen met Natuurmonumenten paddenstoelenexcursies voor het publiek geven.

Met elkaar gaat het een gebied vormen van 60 ha (boomweide gecombineerd met het huidige bos) dat voor natuurliefhebbers heel interessant beloofd te worden. Op dit moment zijn al 370 soorten paddenstoelen in het Voorsterbos gevonden, waarvan 60 Rode Lijst-soorten. Dit aantal zal gaan toenemen door de ontwikkeling van de boomweide. Al met al wordt het Paddenstoelenparadijs met zijn boomweide en sleedoornhagen een visueel zeer aantrekkelijk landschap met een bijna on-Nederlands karakter!



Ingezonden persbericht