Brief Vereniging tot Behoud Boer en Milieu
21 november 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister reageert op eeen brief van een kleine
vereniging van melkveehouders. De vereniging meent dat het emissiearm
toedienen van mest slecht is voor bodemstructuur en bodemleven.
Geachte Voorzitter,
In uw bovenvermelde brief verzoekt u mij om reactie op een brief, gedateerd oktober
2008, van de Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM).
Bij de brief heeft de VBBM een rapportage gevoegd met kanttekeningen bij een
deskstudie die WUR op mijn verzoek heeft verricht naar bekende neveneffecten van
emissiearm toedienen van dierlijke mest. Deze studie is bedoeld als een van de
bouwstenen voor een evaluatie van de wettelijke voorschriften voor het toedienen van
mest. De minister van VROM heeft in overeenstemming met mij aan het Planbureau voor
de leefomgeving (PBL) gevraagd die voorschriften, die dateren van begin jaren negentig,
te evalueren op doeltreffendheid, doelmatigheid en neveneffecten. Ik heb uw Kamer
hierover eerder geïnformeerd (TK, 2007-2008, nr. 2389).
Ten behoeve van de evaluatie heb ik een maatschappelijke klankbordgroep ingesteld. De
VBBM heeft mij gevraagd het rapport met kanttekeningen in dit overleg te agenderen. In
overeenstemming met de secretaris van de VBBM is besloten dat niet te doen omdat dat in
dit stadium minder zinvol is. In plaats daarvan is het rapport aangeboden aan het PBL met
het verzoek de bevindingen te betrekken bij de evaluatie.
Zoals ik u rapporteerde was de planning dat het PBL de evaluatie eind 2008 zou afronden.
Recent is echter besloten dat het PBL in de evaluatie ook de resultaten zal betrekken van
een onderzoek van WUR, dat mede in mijn opdracht wordt uitgevoerd in de Noordelijke
Friese Wouden. In dat onderzoek staat de vraag centraal in hoeverre het mogelijk is om op
andere wijze dan door emissiearme toediening, de emissie van ammoniak te reduceren.
Over dat onderzoek zal WUR in december a.s. rapporteren. In verband daarmee is de
evaluatie van het PBL pas in de loop van januari-februari 2009 te verwachten.
In haar brief zegt de VBBM bevreemd te zijn dat onduidelijk is of indertijd een milieueffectrapportage
is uitgevoerd voorafgaand aan het besluit ondernemers te verplichten
dierlijke mest emissiearm toe te dienen. Zoals ik ook heb geantwoord op een eerder
verzoek van de VBBM (brief nr. TRCJZ/2008/1632) beschik ik niet over een dergelijk
rapportage. Voor zover ik heb kunnen nagaan is indertijd uitsluitend gekeken naar
eventuele nadelige effecten voor weidevogels.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit