4. Reactie op de monitor extramurale AWBZ zorg 2007 - 2008
Reactie op de monitor extramurale AWBZ zorg 2007 - 2008
Kamerstuk, 21 november 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-CB-U-2885225
21 november 2008
De Vaste Commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft bij brief
van 10 oktober jongstleden verzocht om mijn reactie op de Monitor
extramurale AWBZ zorg van de NZa die ik u bij brief van 7 oktober 2008
(DLZ/SFI-U-2882038) heb aangeboden.
Met deze brief kom ik aan dat verzoek tegemoet.
Algemeen
De NZa monitort - sinds de opheffing van de contracteerplicht voor die
zorg - de extramurale zorgverlening zoals die is gedefinieerd in het
Besluit zorgaanspraken AWBZ, dat wil zeggen alle functies met
uitzondering van verblijf. De NZa doet dat met het oog op toezicht op
ontwikkelingen in de zorgmarkt die direct de belangen van cliënten
raken en om te zien hoe de publieke belangen van kwaliteit,
toegankelijkheid en betaalbaarheid worden gediend door die
ontwikkelingen.
Concentratiegraad, budgetgaranties en prijzen
De extramurale AWBZ zorg heeft de afgelopen jaren behoorlijke
veranderingen ondergaan. Niet alleen is de contracteerplicht voor deze
vormen van zorg komen te vervallen met als doel de keuzemogelijkheden
voor cliënten te vergroten en kwaliteit van zorgverlening een
belangrijke graadmeter te laten zijn bij het sluiten van contracten
tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders, ook het pakket van te
leveren functies is gewijzigd. De huishoudelijke verzorging is als
aanspraak in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
komen te vervallen. Cliënten die huishoudelijke verzorging nodig
hebben richten zich thans in het kader van de Wet op de
maatschappelijke ondersteuning tot die aanbieders van die zorg die
daarvoor een contract hebben kunnen sluiten met de gemeenten.
Binnenkort wordt wederom wijziging gebracht in de aanspraken zoals die
zijn geformuleerd in het Besluit zorgaanspraken AWBZ. Ik heb u
hierover geïnformeerd in de brieven van 13 juni 2008, DLZ/KZ-2856771,
en recent 4 november 2008, DLZ/ZI-U-289516.
Bovenstaande ontwikkelingen maken dat ik waarde hecht aan de inhoud
van de monitor Extramurale AWBZ zorg zoals die door de NZa wordt
opgesteld.
In de monitor die ik u heb aangeboden constateert de NZa opnieuw dat
er een langzame maar gestage groei is in het aantal aanbieders van
extramurale AWBZ zorg.
Daarnaast komt het nog steeds voor dat in bepaalde regio's de
concentratiegraad erg hoog is (weinig verschillende aanbieders) en dat
bovendien is gebleken dat bij grote aanbieders er minder
prijskortingen te behalen zijn dan bij kleinere aanbieders.
Meer zorginstellingen leidt tot meer keuzemogelijkheden voor cliënten.
Zorginstellingen zullen dan immers meer druk voelen om meer rekening
te houden met de wensen van hun cliënten en gestimuleerd worden een
goede kwalitatieve zorg te leveren tegen een aanvaardbare prijs. Ik
hecht eraan dat de zichtbare trend van de afgelopen jaren doorzet en
waar mogelijk wordt versneld. Ik onderschrijf om die reden dan ook van
harte de aanbeveling van de NZa die er op ziet dat de NZa bij de
zorgkantoren zal aandringen op het verlagen van de door de
zorgkantoren geboden budgetgarantie aan aanbieders. De NZa heeft
berekend dat voor bepaalde functies de garanties lager kunnen zijn dan
tot nu toe gegeven en bepleit een neerwaartse bijstelling van de
waarden voor het komend jaar. Door meer middelen beschikbaar te houden
voor de vrije contractering zijn meer aanbieders en ook de kleinere
aanbieders in de gelegenheid om door het bieden van goede kwaliteit
tegen een scherpe prijs zich een (groter) marktsegment te bemachtigen.
Dit betekent meer gediffentieerd aanbod tegen goede prijzen, van een
goede kwaliteit.
Juist ook met het oog op de betaalbaarheid van de zorg onderschrijf ik
de door de NZa voorgenomen actie. Immers, gebleken is dat bestaande
grote aanbieders minder geneigd zijn tot het bieden van scherpe
prijzen juist vanwege hun marktsegment en de omvang van hun
cliëntpopulatie. Kleinere aanbieders en nieuwe aanbieders zijn veel
vaker bereid scherp te offreren en houden daardoor de zorg langer voor
meer mensen toegankelijk. Ik hecht daar zeer aan. Overigens ben ik van
oordeel dat het bod dat aanbieders doen wel een reëel bod moet zijn.
Niemand is er bij gebaat als dusdanig lage prijzen worden aangeboden
dat de instelling daarmee niet uitkomt en eventueel in financiële
problemen geraakt.
De NZa constateert eveneens dat sommige zorgkantoren eisen stellen bij
de zorginkoop waaraan nieuwkomers moeilijk kunnen voldoen. Niettemin
zijn in die regio's toch niet minder aanbieders toegetreden dan in
andere regio's. Dat lijkt erop te duiden dat in de toepassing van de
regels coulant wordt gehandeld. De NZa stelt zich terecht op het
standpunt dat het verkrijgen van een contract niet moet afhangen van
de coulante, maar subjectieve invulling door een medewerker van een
zorgkantoor van een offerte. Vooraf moeten de eisen die aan nieuwe
aanbieders worden gesteld helder en bekend zijn. En het moeten eisen
zijn waaraan nieuwkomers tegemoet kunnen komen. Transparantie in de
zorg staat hoog in het vaandel van elke betrokken instantie, van de
overheid tot de aanbieder. Uiteindelijk is de cliënt bij die
transparantie gebaat. Ik onderschrijf daarom de aanbeveling van de NZa
dat zij zal toezien op een verbetering op dit punt van de
aanbestedingsreglementen van zorgkantoren.
Cliëntinformatie en AWBZ brede ZorgRegistratie (AZR), toegankelijkheid
Een belangrijke reden voor de NZa om de ontwikkelingen in de
extramurale AWBZ zorg te monitoren is om te zien of de
systeemveranderingen daadwerkelijk leiden tot de voor de cliënt
gewenste grotere keuzevrijheid en ruimere keuzemogelijkheden.
Belangrijk om aan deze veranderingen inhoud te kunnen geven is om te
bezien of cliënten de juiste informatie op de juiste manier kunnen
vergaren om op basis daarvan hun keuzes te kunnen maken.
De informatie die voor cliënten belangrijk is moet voor een
aanmerkelijk deel door verzekeraars en aanbieders van zorg worden
geleverd. Aan elkaar maar ook aan de cliënt. De NZa contateert dat
weliswaar enorme vooruitgang is geboekt in het onderlinge
berichtenverkeer, maar dat er niettemin ook nog veel te verbeteren
valt. Betere communicatie kan leiden tot betere contractafspraken,
waarin kwaliteit en prijs een rol spelen. Die verbeterde
informatiestromen leveren uiteindelijk ook betere informatie op voor
de cliënt. De NZa zal in de prestatiemeting van de zorgkantoren
nadrukkelijk met dit doel aandacht besteden aan een verbeterd gebruik
van het AZR. Eveneens zullen zorgaanbieders nadrukkelijk gewezen
worden op het goed "vullen" van het AZR-systeem. Ook informatie die
beschikbaar komt uit het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg zal in het
inkoopproces worden betrokken.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport