ChristenUnie


Bijdrage Ernst Cramer plenaire afronding belastingplan 2009

Bijdrage Ernst Cramer plenaire afronding belastingplan 2009

woensdag 19 november 2008 13:57

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Na zestien uur vergaderen volgt vandaag de plenaire afronding van het Belastingplan 2009. Zo'n moment is toch altijd weer bijzonder. Wij hebben twee volle dagen met elkaar in een vergaderzaaltje opgesloten gezeten, met ingewikkelde maar immer boeiende discussies over het fiscale beleid. Uiteindelijk volgt dan de apotheose. Toch was ik na het afgelopen weekend bang dat de staatssecretaris zijn bakens had verzet en dat Nederland voor hem te klein zou zijn geworden. Gelukkig vond hij echter dat één dag wereldleider zijn wel weer genoeg was. Ik geef hem daarin geen ongelijk. Wat is er immers leuker dan hier het Belastingplan 2009 te behandelen?

Het Belastingplan 2009 borduurt naar de mening van mijn fractie goed voort op de fiscale doelen van het kabinet, namelijk vergroening, het stimuleren van ondernemerschap en vereenvoudiging. Tot mijn tevredenheid heeft de staatssecretaris benadrukt dat de huidige problemen als gevolg van de kredietcrisis en de zich ontwikkelende economische recessie, niet andere grote problemen mag gaan overschaduwen. Wij moeten streven naar een duurzame economische groei in de breedste zin van het woord. Dat bevordert de innovatie en, belangrijker nog, draagt bij aan de leefbaarheid van ieders omgeving. De ChristenUnie is ervan overtuigd dat juist via de fiscaliteit stevige impulsen aan duurzaamheid kunnen worden gegeven. Wij zullen daarvoor nog een aantal concrete voorstellen formuleren.

Aan het beginpunt van een duurzame economie staat de ondernemer. Het is goed dat er gekeken wordt naar een verbetering van de fiscale maatregelen die het ondernemerschap moeten bevorderen. In dat licht is het verstandig van de staatssecretaris dat hij de zelfstandigenaftrek toch gaat indexeren voor 2009. Ondernemers die traditioneel maar weinig winst maken, mogen volgens ons niet de dupe worden van een herzien beleid. Het heeft even geduurd voordat de staatssecretaris dat ook inzag, maar beter laat dan nooit zullen wij maar zeggen. Wij zijn hem er dankbaar voor. Ook ben ik blij dat de staatssecretaris onze suggestie om in de mkb-winstvrijstelling een basisvrijstellingsbedrag op te nemen met daarboven een winstafhankelijk bedrag, in de discussie met het bedrijfsleven gaat betrekken. Wij worden graag tijdig geïnformeerd over de voortgang en uitkomst van deze consultatieronde.

Wat betreft het inkomensbeleid is het goed dat er nu een doorwerkbonus en een houdbaarheidsbijdrage komen. Op die manier wordt er een concrete bijdrage geleverd aan het betaalbaar houden van onze overheidsfinanciën. Wel heeft mijn fractie nog steeds moeite met het dubbele signaal dat het kabinet uitzendt, door enerzijds een doorwerkbonus te introduceren en anderzijds het sparen in de levensloop voor vervroegde uittreding fiscaal te faciliëren. Daar moeten wij nog eens een stevig debat over voeren. Over de ouderschapskorting heb ik nog wat vragen. Zoals eerder gezegd, is de ChristenUnie blij dat de korting nu wordt losgekoppeld van de levensloop. De regeling zal zo veel aantrekkelijker worden en daarmee ook het opnemen van verlof. Tegelijkertijd blijft het raar dat je de korting pas krijgt als je belastbaar inkomen in het jaar van opname lager is dan in het voorgaande kalenderjaar. Als je het ouderschapsverlof verspreid over een aantal jaren opneemt, een goede promotie krijgt, of start met opname aan het einde van het jaar, is de kans groot dat je niet aan deze voorwaarden voldoet. Dat werkt de flexibilisering van het verlof -- één van de kabinetsdoelstellingen -- niet in de hand. Ik zou de staatssecretaris willen vragen of hij deze problemen onderkent en wat hij eraan gaat doen.

Met het Belastingplan 2009 wordt het ouderschapsverlof per 1 januari 2009 verlengd van 13 naar 26 weken. Dat is prima. Maar wie schetst mijn verbazing? Op de website van het ministerie van SZW staat dat je pas voor de 26 weken in aanmerking komt als je het verlof aanvraagt per 1 januari 2009. Doorgaans moet dit zo'n twee maanden voor opname van het verlof gebeuren.

Daarom gaat de regeling feitelijk pas in per 1 maart. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Kan de staatssecretaris toezeggen dat iedereen die nu een aanvraag voor ouderschapsverlof indient per 1 januari aanstaande daadwerkelijk daarop recht krijgt? Op dit punt heb ik samen met collega Omtzigt een amendement ingediend.

Voor de vergroeningsinitiatieven heb ik de staatssecretaris al eerder een compliment gegeven. Op het terrein van de mobiliteit is naar de mening van de ChristenUnie een aantal goede stappen gezet, maar wij kunnen verdergaan. Ik heb daartoe twee voorstellen gedaan. Het ene betreft een heffing op brommers. De staatssecretaris onderkent de effectiviteit van de maatregel, maar wijst op de administratieve lasten. Ik waag te betwijfelen of dit laatste zo'n probleem oplevert. Het is bovendien van belang dat ook brommers zuiniger en schoner worden. Daarom vraag ik de staatssecretaris om ruim voor het volgende belastingplan met een aantal opties te komen voor een brommerbelasting. Daartoe dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet een vergroening van mobiliteit nastreeft,

overwegende dat brommers meer fijnstof uitstoten dan auto's;

constaterende dat het kabinet niet voornemens is het gebruik van schone en zuinige (elektrische) brommers te stimuleren;

van mening dat het principe "de vervuiler betaalt" ook moet gelden voor brommerrijders;

verzoekt de regering ruim voor het volgende Belastingplan met een aantal opties te komen voor een heffing op brommers, die uitgaat van een vrijstelling voor elektrische brommers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Cramer en Tang. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53 (31704).

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn tweede punt op het terrein van mobiliteit betreft de oldtimers. Mijn fractie blijft van mening dat de vrijstelling motorrijtuigenbelasting voor steeds meer mensen reden is om een oude auto te kopen voor het woon-werkverkeer en dat daardoor de vrijstelling oneigenlijk gebruikt kan worden. Ook kan de vrijstelling straks forse schommelingen veroorzaken bij de invoering van de kilometerbeprijzing. Wij kunnen daarop voorsorteren door de vrijstelling nu te bevriezen. De budgettaire opbrengst wil mijn fractie inzetten om een ook door de branche vurig bepleite sloopregeling te financieren. Die sloopregeling moet dan in samenspraak met de branche medio 2009 vormgegeven worden. Op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan een verdere vergroening van het wagenpark. Samen met collega's de Tang en Sap heb ik hiertoe een amendement ingediend.

De heer Remkes (VVD):

Voorzitter. Zou de heer Cramer cijfermatig kunnen aantonen dat auto's ouder dan 25 jaar speciaal gekocht worden om ze te gebruiken voor het woon-werkverkeer? Zou dat verschijnsel ook iets te maken kunnen hebben met het gewijzigde bijtellingsregime?

De heer Cramer (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie is van mening dat de oldtimers waarvoor nu geen motorrijtuigenbelasting wordt betaald, zorgen voor een gat in het systeem. Wij hebben er begrip voor dat mensen die nu een oldtimer hebben met een regeling tegemoet worden gekomen. De heer Remkes vraagt of ik de door mij geschetste ontwikkeling diepgaand heb onderzocht. Dat heb ik niet gedaan, maar er zijn wel degelijk signalen op de markt van tweedehands auto's die aangeven dat voor het genoemde doel auto's geïmporteerd en aangeschaft worden. Er zijn zelfs sites op internet te vinden waar wordt gezegd dat de aanschaf van een oldtimer een gunstige oplossing is voor het woon-werkverkeer en waarop voor dat doel auto's worden aangeboden. Dus het gebruik van deze auto's voor dit doel neemt toe. De ChristenUnie wil graag iets regelen voordat het gebruik van deze auto's voor dit doel op zodanige schaal voorkomt dat de kilometerheffing wordt uitgehold. De tweede vraag van de heer Remkes ben ik vergeten.

De heer Remkes (VVD):

Zou u iets kunnen zeggen over de mogelijk oorzakelijke relatie met het gewijzigde bijtellingsreginme?

De heer Cramer (ChristenUnie):

Die relatie zou er kunnen zijn. Des te meer reden om nu iets te regelen, want dan slaan wij twee vliegen in een klap. Dank voor deze boeiende vraag.

Voorzitter. Tijdens een apart AO hebben wij de degens gekruist over de btw-heffing op medische diensten. Ik ben blij met de toezegging van de regering dat de invoering van de voorgestelde regeling met een half jaar wordt uitgesteld om in de verkregen extra tijd te kunnen bezien op welke wijze voor niet BIG-gerelateerd medisch handelen alsnog btw-vrijstelling kan gelden.

Uiteraard zullen daarvoor de benodigde criteria moeten gelden om de kwaliteit van het medisch handelen te waarborgen. Mijn fractie heeft vertrouwen in de uitkomst, alhoewel ik moet toegeven dat de laatste brief van het ministerie van VWS mij toch een erg "kauwgomballengevoel" gaf. Het is wel erg kauwen om dit er uiteindelijk door te krijgen. In die zin ben ik ook benieuwd naar de reactie van de staatssecretaris op dit punt.

Ten aanzien van de stadsherstellichamen heeft de staatssecretaris een geste gedaan om met zijn collega van OCW te kijken naar een oplossing. Ik ga ervan uit dat er in de geest van mijn motie wordt gehandeld en dat er daadwerkelijk een oplossing komt. Ik zou graag tijdig worden geïnformeerd over de vorderingen en uitkomsten van dit traject, maar ik dank hem in ieder geval voor deze geste.

Wij hebben in de afgelopen debatten stevig gediscussieerd over nut en noodzaak van een apart tarief bij stakingswinsten. Ik wil vandaag nog een keer een pleidooi houden voor zo'n apart tarief en wel om twee redenen. Stakingswinsten bestaan voor het grootste deel uit fiscale boekwinsten op onroerend goed. Dientengevolge bestaan ze vaak voor een substantieel deel uit inflatiewinst. Dat is geen reële winst, maar schijnwinst. Deze winsten zijn daarnaast vaak in meerdere jaren ontstaan, maar ze worden nu wel in een keer belast en dan ook nog eens met een hoog tarief. Daarom vraag ik of de staatssecretaris bereid is voor volgend jaar te bezien of er in de richting van het Belastingplan 2010 iets mee kan gebeuren om deze onregelmatigheid op te lossen. Ik heb daarvoor de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat met de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 de bijzondere tarieven voor stakingswinsten zijn komen te vervallen;

constaterende dat stakingswinsten meestal voor het grootste deel bestaan uit fiscale boekwinsten op onroerend goed en dientengevolge vaak voor een substantieel deel uit inflatiewinst bestaan (wat in wezen geen reële winst is maar schijnwinst);

voorts constaterende dat deze winsten vaak in de loop van een groot aantal jaren zijn ontstaan, maar in een keer belast worden, waardoor er meestal grotendeels wordt afgerekend tegen het toptarief;

is van mening dat IB-ondernemers een lagere belastingdruk zouden moeten hebben ten aanzien van stakingswinsten;

verzoekt de regering voor Prinsjesdag 2009 met een analyse te komen naar de mogelijkheid van het invoeren van een stakingswinsttarief van maximaal 40%,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Cramer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55 (31704).

De heer Cramer (ChristenUnie):

Ik dank de staatssecretaris voor zijn toezegging volgend jaar terug te komen op onze voorstellen rondom defiscalisering van vorderingen en schulden die ontstaan krachtens het erfrecht en ook dat hij gaat bekijken hoe inkomstenbelastingschulden, waarvoor op grond van een bedrijfopvolgingsfaciliteit in de invoeringswet 1990 uitstel van betaling is verleend, in box 3 in aanmerking kunnen worden genomen. Wij kijken met spanning uit naar uw voorstel.

Deze week is door de commissie-Rinnooy Kan het rapport "Landschap verdient beter!" gepresenteerd. In dit rapport wordt verkend welke mogelijkheden er zijn om naast overheidsfinanciering gebruik te maken van private financiering. Het is naar mijn mening een zeer doorwrocht rapport. Alleen behoeft het verdere uitwerking, onder andere om naar een aantal fiscale mogelijkheden te kijken die in het rapport worden benoemd. Ik wil de staatssecretaris via een motie dan ook vragen dat te doen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het advies "Landschap verdient beter!" van de Task Force Financiering Landschap Nederland dat is aangeboden aan het kabinet;

voorts overwegende dat een mooi en gevarieerd landschap onderdeel uitmaakt van onze nationale identiteit en van groot belang is voor onze economie, de biodiversiteit en het welzijn van huidige en toekomstige generaties;

constaterende dat ook fiscale instrumenten door het kabinet overwogen dienen te worden waardoor het voor private partijen aantrekkelijker wordt om in de kwaliteit van landschap te investeren;

van mening dat de aantasting van ons landschap urgent maatregelen behoeft;

verzoekt de regering, met het oog op de vergroening van het lastenkader, op korte termijn een oordeel te geven ten behoeve van het Belastingplan 2010 over een aantal punten in genoemd rapport:


1. een uitbreiding van de werking van de Natuurschoonwet (NSW), zodat ook de door de Task Force genoemde waardevolle agrarische cultuurlandschappen inbegrepen zijn;


2. de regeling groenprojecten uit te breiden, zodat ook projecten die betrekking hebben op landschapsmaatregelen in Nationale Landschappen, Rijksbufferzones en ook de door de Task Force genoemde waardevolle agrarische cultuurlandschappen van deze regeling gebruik kunnen maken;


3. het toevoegen aan de lijst Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) van private organisaties die de rol van landschapsvertegenwoordiger hebben en mede uitvoerder zijn van het landschapsbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Cramer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56 (31704).

De heer Van der Vlies (SGP):

Het is een sympathieke motie, maar ik verbaas mij er even over. Het rapport is nog slechts kort in de openbaarheid aan de regering aangeboden. Het is niet ongebruikelijk dat de regering dan met een reactie naar de Kamer komt. Nu wordt er alvast een deeltje van belegd. Dat vond ik een beetje merkwaardig. Had u er niet beter aan gedaan een integrale reactie af te wachten, uiteraard inclusief de fiscale instrumenten? De doelstelling is mij sympathiek, maar het gaat mij even om de methodiek.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Ik snap de opmerking van collega Van der Vlies, maar vandaag behandelen wij het Belastingplan. Ik zeg niet tegen de staatssecretaris dat hij dit gelijk moet uitvoeren. Het oordeel van de regering over het rapport moet nog komen. In het licht van de vergroeningsmaatregelen waarover wij bij dit debat ook spreken, vraag ik het oordeel van de staatssecretaris over deze motie. Ik kan het mij voorstellen dat dat oordeel vlak na de kabinetsreactie op het rapport komt. Het is mijn bedoeling dat wij dit snel agenderen en dat wij er tijdig werk van maken, zodat wij er in het Belastingplan 2010 nog iets mee kunnen doen.