Onjuiste berichtgeving over baarmoederhalskankervaccinatie
21/11/2008 13:24
GlaxoSmithKline BV
HPV vaccinatie juist héél zinvol!
Onjuiste berichtgeving over baarmoederhalskankervaccinatie
Zeist, 21 november 2008 - GlaxoSmithKline (GSK) stelt dat het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) met het artikel in Medisch Contact van vandaag zowel de medische beroepsgroep als het algemene publiek op het verkeerde been zet.
Verkeerde conclusies
Naar aanleiding van het verschijnen van het artikel van Boomsma et al van het NHG in Medisch Contact van vrijdag 21 november 2008, heeft GSK onmiddellijk contact gezocht met de NHG auteurs.
Op basis van het gevoerde gesprek heeft GSK vastgesteld dat in het artikel -aantoonbaar- een aantal onjuiste aannames zijn gemaakt. Daardoor zijn vervolgens weer verkeerde conclusies getrokken. "De medische beroepsgroep en het algemene publiek worden door het artikel op het verkeerde been gezet. ", zegt Dr. Rudolf van Olden, Medisch Directeur van GSK. "Diverse kranten maken melding van dit artsen-onwaardige artikel, waarin het belang van vaccinatie tegen baarmoederhalskanker op basis van onjuiste argumenten ter discussie wordt gesteld."
Huidige inzichten
Deskundigen zijn het er over eens dat de beste baarmoederhalskankerpreventie bestaat uit een combinatie van primaire preventie -vaccinatie- en secundaire preventie -screening via een uitstrijkje-.
GSK deelt dat wetenschappelijke inzicht.
GSK wijst er in dat verband bovendien op dat het Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker plaatsvindt bij vrouwen vanaf 30 jaar, terwijl het Rijks Vaccinatie Programma met ingang van 2009 meisjes in de leeftijd van 12 tot en met 16 jaar vaccinatie aanbiedt.
"Bij het NHG zou het terdege bekend moeten zijn dat de Gezondheidsraad zich momenteel over de vraag buigt hoe de beste aansluiting kan worden gemaakt tussen het screeningsprogramma en het Rijks Vaccinatie Programma (RVP). De gevaccineerde leeftijdsgroepen in 2009 bereiken pas over 14 jaar (!) het eerste screeningsmoment. Een het meisje van 16 jaar is over 14 jaar namelijk 30 jaar oud en ontvangt dan pas een eerste oproep voor het uitstrijkje", zegt van Olden.
"Huisartsen zouden preventie via het vaccinatieprogramma juist moeten omarmen. Zij hebben bovendien een essentiële rol in de voorlichting van hun vrouwelijke patiënten over het bewezen belang van het uitstrijkje. Als zij hun begeleidende rol serieus nemen en goed uitvoeren, is er een enorme gezondheidswinst te behalen voor vrouwen."
////Einde persbericht////
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl