Dreigingsbeeld georganiseerde misdaad 2008
Persbericht | 21-11-2008
De in- en uitvoer van heroïne en cocaïne en de productie van
synthetische drugs zijn belangrijke vormen van georganiseerde misdaad
die een bedreiging vormen voor de Nederlandse maatschappij. Verder
zijn er signalen van mensenhandel en is Nederland aantrekkelijk voor
witwassen via vastgoed. Dat blijkt uit het Nationaal Dreigingsbeeld
2008 dat vandaag door de ministers Hirsch Ballin van Justitie en Ter
Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede
Kamer is gezonden.
Het Nationaal Dreigingsbeeld (NDB) wordt om de vier jaar opgesteld
door het Korps landelijke Politiediensten en omschrijft de
ontwikkelingen in de georganiseerde misdaad. Deze ontwikkelingen
worden afgezet tegen de maatschappelijke gevolgen van dergelijke
vormen van criminaliteit. Mede op grond van het NDB stellen de
ministers van Justitie en BZK de speerpunten vast in de aanpak van de
georganiseerde misdaad.
Uit het dreigingsbeeld komt naar voren dat Nederland nog altijd een
belangrijk in- en doorvoerland is voor heroïne en cocaïne en een
productieland voor synthetische en softdrugs. Verder zijn er signalen
die wijzen op mensenhandel. Nederland is verder aantrekkelijk voor
witwassers, onder meer door criminele investeringen in vastgoed. Het
gebruik van geweld door criminele samenwerkingsverbanden baart zorgen.
Het NDB omschrijft in totaal zeventien soorten criminele activiteiten
als een daadwerkelijke dreiging.
Voor de periode 2008-2012 zijn onder meer op basis van het NDB de
volgende speerpunten vastgesteld:
1. Witwassen (onder andere via vastgoed)
2. Mensenhandel- en smokkel
3. Terrorisme en extreme vormen van ideologische gemotiveerde misdaad
4. Grootschalige hennepteelt
5. Handel in cocaïne en heroïne
6. Productie van en handel in ecstasy en amfetamine
Deze speerpunten worden primair opgepakt door de Dienst nationale
recherche van het Korps Landelijke Politiediensten en het landelijk
parket van het openbaar ministerie. Maar de bestrijding van de
georganiseerde misdaad moet ook op regionaal en bovenregionaal niveau
plaatsvinden. Regionale criminaliteitsanalyses kunnen aanleiding geven
om ook andere vormen van georganiseerde misdaad aan te pakken. Vormen
waar de regio last van heeft, zoals overvalcriminaliteit door
criminele bendes.
Eind vorig jaar zijn de intensiveringsprogramma's Versterking Aanpak
Georganiseerde Misdaad (PVGAM),,Financieel Economische criminaliteit
en Cybercrime van start gegaan. Deze programma's gaan ervoor zorgen
dat de politie beter in staat is financieel of digitaal te
rechercheren. Daarnaast richten ze zich op thema's als mensenhandel,
hennepteelt, witwassen en onverklaarbaar vermogen, vastgoed,
kinderporno, fraude/heling op het internet en ICT als doelwit. Rondom
deze thema's zijn proeftuinen ingericht waarin alle, ook innovatieve,
opsporingsmethoden worden benut en getoetst.
Bovendien zal het beeld worden gebruikt bij de intensivering van de
bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad. Het zal een basis
vormen voor de activiteiten van de tien regionale informatie- en
expertisecentra. In een volgend dreigingsbeeld zal een sterkere
koppeling worden gemaakt met informatie uit de bestuurlijke sfeer
alsmede dreigingen die voor de bestuurlijke aanpak van belang zijn .