Persbericht
Nationale-Nederlanden sluit overeenkomst met Stichting
Verliespolis en Stichting WPC (Woekerpolis Claim)
· Overeenkomst vergelijkbaar met eerder door Stichtingen afgesproken regeling in de sector
· Overeenkomst geldt voor klanten van Nationale-Nederlanden, Postbank Verzekeringen en
RVS
· Totale kosten van de tegemoetkoming worden gewaardeerd op ca. 365 miljoen
· Ombudsman Financiële Dienstverlening ondersteunt de regeling
Den Haag, 21 november 2008 / 057
Nationale-Nederlanden maakt vandaag bekend dat na een periode van intensieve
onderhandelingen een overeenkomst is gesloten met de Stichting Verliespolis en de Stichting
WPC, de Vereniging van Effectenbezitters, de Vereniging Eigen Huis en de Vereniging Consument
& Geldzaken.
In de overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de maximale hoogte van de kosten van
beleggingsverzekeringen die afgesloten zijn bij Nationale-Nederlanden, Postbank Verzekeringen en RVS.
De overeenkomst is vergelijkbaar met de eerder overeengekomen regeling tussen Delta Lloyd en de
consumentenorganisaties.
Op basis van de regeling ontvangen klanten een tegemoetkoming op de einddatum van hun verzekering,
indien blijkt dat de ingehouden kosten boven het afgesproken maximum uitkomen. Voor ING worden de
kosten van de tegemoetkoming gewaardeerd op ongeveer 365 miljoen inclusief een fonds van 70
miljoen ten behoeve van klanten in schrijnende situaties. ING heeft reeds eerder afdoende voorzieningen
getroffen voor deze tegemoetkoming.
Lard Friese, directievoorzitter Nationale-Nederlanden: `Het is goed dat we deze overeenkomst met de
consumentenorganisaties hebben gesloten. Wij vertrouwen er op dat hiermee een eind komt aan de
onzekerheid en onduidelijkheid onder onze klanten. Met deze vergaande stap laten we zien dat onze
klanten op ons kunnen blijven rekenen.'
De portefeuille van de drie ING-onderdelen omvat ongeveer 730.000 beleggingsverzekeringen, hiervan
komt naar schatting ruim de helft voor een tegemoetkoming in aanmerking. De overige polissen voldoen
al aan de afgesproken kostennormen. De gerechtelijke procedure van de Stichting WPC en de Vereniging
Consument & Geldzaken tegen Nationale-Nederlanden inzake beleggingsverzekeringen wordt beëindigd
afhankelijk van een positieve uitkomst van een peiling die zal plaatsvinden onder de bij Stichting WPC
aangesloten polishouders.
De Ombudsman Financiële Dienstverlening vindt de overeenkomst een redelijke en juiste regeling. De
regeling geldt voor alle polishouders van particuliere beleggingsverzekeringen, ongeacht of men is
aangesloten bij één van de twee stichtingen.
De regeling
De regeling kent een kostenmaximering over de gehele looptijd van de verzekering (uitgedrukt als
percentage van de opgebouwde waarde):
1. Max. 2,45% kosten p.jr. (oorspronkelijke aanbeveling Ombudsman maximaal 3,5% kosten)
Voor beleggingsverzekeringen met een bruto premie-inleg in het eerste polisjaar van ten minste
1.200 per jaar of met een koopsom van ten minste 12.000 - zonder garantie op het
fondsrendement
2. Max. 2,85% kosten p.jr. (oorspronkelijke aanbeveling Ombudsman maximaal 3,5% kosten)
Voor beleggingsverzekeringen met een bruto premie-inleg in het eerste polisjaar van minder dan
1.200 per jaar of met een koopsom van minder dan 12.000 - zonder garantie op het
fondsrendement
3. Max. 2,9% kosten p.jr. (oorspronkelijke aanbeveling Ombudsman maximaal 4,5% kosten)
Voor beleggingsverzekeringen met een bruto premie-inleg in het eerste polisjaar van ten minste
1.200 per jaar of met een koopsom van ten minste 12.000 - indien en voor zover sprake is
van garantie op het netto fondsrendement van ten minste 3%. Voor het NN InterRente Fonds
geldt een maximum van 3,1% kosten p.jr.
4. Max. 3,3% kosten p.jr. (oorspronkelijke aanbeveling Ombudsman maximaal 4,5% kosten)
Voor beleggingsverzekeringen met een bruto premie-inleg in het eerste polisjaar van minder dan
1.200 per jaar of met een koopsom van minder dan 12.000 - indien en voor zover sprake is
van garantie op het netto fondsrendement van ten minste 3%. Voor het NN InterRente Fonds
geldt een maximum van 3,5% kosten p.jr.
Naast de eerdere aanbeveling van de Ombudsman om de premies voor overlijdensrisico te maximeren,
zijn nu verdergaande afspraken gemaakt over de te gebruiken sterftetafels bij de bepaling van deze
premies en de maximale kosten die in de premie berekend kunnen worden.
Gevolgen voor de polishouder
Per polis zal worden berekend wat de effecten van de regeling zijn. Als blijkt dat de polishouder op de
einddatum van de verzekering meer kosten heeft betaald dan dit vastgestelde maximum, wordt het
verschil in waardeopbouw op de einddatum extra aan de klant uitgekeerd.
Daarnaast zal ING maximaal 70 miljoen beschikbaar stellen voor een fonds voor klanten die door de
werking van hun beleggingsverzekering terecht zijn gekomen in een schrijnende situatie en in aanmerking
komen voor een specifieke tegemoetkoming.
De regeling wordt automatisch toegepast voor alle lopende beleggingsverzekeringen. De polishouders
hoeven zelf geen actie te ondernemen en worden hier op korte termijn schriftelijk over geïnformeerd. De
regeling is tevens van toepassing op de al beëindigde verzekeringen. Deze klanten moeten zichzelf
melden, informatie over hoe dat moet, volgt binnenkort. Vanaf 2010 zal per polis inzicht gegeven worden
in de effecten van de regeling.
---
Nationale-Nederlanden Nederland B.V.(statutair gevestigd te Den Haag), handelsregisternr. 33231790.
Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. N.V.(statutair gevestigd te Rotterdam), handelsregisternr. 24042211.
Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V.(statutair gevestigd te Den Haag), handelsregisternr. 27023707.
ING Insurance Services N.V. (statutair gevestigd te Den Haag), handelsregisternr. 27127537
Nationale-Nederlanden