SGP
19 - 11 - 08 | Belastingplan niet vriendelijk voor gezin
Belastingplan niet vriendelijk voor gezin
Het Belastingplan van het kabinet is niet echt gezinsvriendelijk.
SGP-fractievoorzitter Van der Vlies zei dat in de Tweede Kamer bij de
behandeling van het Belastingplan 2009. Bepaald gezinsonvriendelijk is
de afschaffing van de algemene heffingskorting. Die gaat ten koste van
gezinnen waarin ouders zich zelf verantwoordelijk voelen voor de zorg
voor hun kinderen. Hetzelfde geldt voor de verlaging van de
alleenstaande-ouderkorting met maar liefst 840 euro. De (financiele)
druk op die ouders, die het sowieso al moeilijk hebben, wordt zo nog
groter. Verder heeft de SGP haar pleidooi herhaald voor een
vuurwerkheffing. Die is niet alleen goed voor het milieu, maar kan er
ook toe bidjragen dat de overlast vermindert.
________________________________________
BELASTINGPLAN 2009
Van der Vlies
19 november 2008
Voorzitter, het heffen van belastingen is letterlijk en figuurlijk zo
oud als de weg naar Rome. Zodra de Romeinen een volk overwonnen
hadden, werd hun grondgebied eigendom van de Romeinen, waarna ze voor
het gebruik van diezelfde grond belasting moesten betalen. Dat mensen
ook toen al vragen hadden rond het betalen van belasting, blijkt uit
een bekende geschiedenis uit het Nieuwe Testament . Toen een aantal
mensen naar Jezus kwam met de vraag of zij de keizer schatting moesten
geven of niet, was het antwoord kort maar krachtig. Hij vroeg wiens
beeld en opschrift op de penningen stond. Toen de omstanders zeiden
dat het beeld van de keizer daarop stond, zei Hij tot hen: Geeft dan
den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. Voorzitter, dat
is ook vandaag de dag nog hoogst actueel, zodat ik die tweeledige
oproep graag herhaal!
Waar de belastingheffing in het verleden vooral een budgettaire
functie kende, krijgt het belastinginstrument vandaag de dag steeds
meer een gedragssturende functie. Een groot aantal maatregelen in het
voorliggende Belastingplan getuigt daarvan. Daarmee vervalt de
neutraliteit van de maatregelen, en komt het er steeds meer op aan of
je het als politieke partij met de te sturen gedragingen eens bent. In
deze bijdrage zal ik mij dan ook daarop focussen.
DE HOOGSTE PRIORITEIT BIJ GEZINSVRIENDELIJK BELEID
Voorzitter, laat ik dan beginnen bij de instrumenten die de
arbeidsparticipatie stimuleren. Ik word soms een beetje moe om op
hetzelfde aambeeld te moeten blijven hameren, maar wij willen de
hoogste prioriteit bij een zo gezinsvriendelijk mogelijk beleid. Dat
is niet allemaal met een schaartje te knippen, maar wij willen daaraan
uitdrukkelijk prioriteit toekennen. In dat kader stel ik het bij velen
bestaande beeld ter discussie dat vrouwen niet meer uren werken omdat
overheid en bedrijfsleven niet in staat zouden zijn om de juiste
voorwaarden te scheppen. Uit een recent rapport van het SCP blijkt
juist -opnieuw!- het tegenovergestelde: veel vrouwen kiezen bewust
voor deeltijdwerk. Omdat ze andere keuzes maken! Waarom dan de
keuzevrijheid van vrouwen zo beknotten? Professor Stevens stelt dat
ook aan de orde. âAlhoewel het kabinet steeds beweert de burger weer
meer regie over zijn leven te geven, wordt het gezin juist ontmoedigd
om een geheel eigen invulling aan de taakverdeling tussen de partners
te geven.ââ Dat zou het kabinet toch weleens aan het denken moeten
zetten. Gevolgd door de bijbehorende gezinsvriendelijke maatregelen
uiteraard!
Mijn fractie maakt in ieder geval een duidelijke keuze. Mijn fractie
is het oneens met de verlaging van de algemene heffingskorting, maar
op dit moment ligt onze prioriteit bij de drastische verlaging van de
alleenstaande ouderkorting met â¬840. Ik heb een amendement ingediend
dat die verlaging voor tweederde terugdraait. De staatssecretaris gaf
in zijn betoog vorige week aan dat de alleenstaande ouders
gedeeltelijk gecompenseerd worden. Dat komt dus neer op het vest -
broekzak verhaal. Mijn fractie kiest liever voor twee gevulde
broekzakken - of rokzakken - voor alleenstaande ouders!
De dekking voor dit amendement is gevonden in een minder grote
stijging van de Inkomensafhankelijke combinatiekorting. Let wel: het
maximumbedrag stijgt in mijn amendement nog steeds met â¬1381 ten
opzichte van vorig jaar. Hierdoor ontstaat een politieke win-win
situatie, zodat ik een brede steun verwacht voor mijn amendement.
IN ACTIE TEGEN DE VERGRIJZINGSPROBLEMATIEK
Voorzitter, mijn fractie heeft al eerder aangegeven dat een
AOW-heffing voor rijkere ouderen met een ruim aanvullend pensioen
onontkoombaar is om de overheidsfinanciën ook in de toekomst houdbaar
te houden. Aan de daarbij door ons gestelde voorwaarden is voldaan: de
maatregel geldt alleen voor nieuwe 65 plussers en moet stapsgewijs
ingevoerd worden.
Wat betreft de doorwerkbonus: die heeft mijn fractie als uitgangspunt
altijd gesteund. Maar bij de uitwerking heeft mijn fractie een aantal
fundamentele vragen ter discussie gesteld. Waarom maar een verwacht
effect van 0,6% in plaats van de 2,5% in het voorstel van de
commissie? Dat is en blijft een laag rendement voor zoveel geld! En
toch nog maar eens de vraag over zware en slijtende beroepen. Ik blijf
het onbevredigend vinden dat de staatssecretaris aangeeft geen
adequate afbakening van de definitie "zwaar of slijtend beroep" te
kunnen geven. Dat is inderdaad lastig, maar het doorwerken tot de 65
is voor mensen die bijvoorbeeld hun hele leven stenen getild hebben
onmogelijk! Ook omscholen is voor lang niet iedereen een reële
mogelijkheid.
VERGROENING FISCALITEIT
Mijn fractie staat positief tegenover de vergroening van de
fiscaliteit. De bescherming van het milieu is een belangrijk goed.
Vorig jaar is er al een grote stap gezet om de belasting van het
milieu door te berekenen in de fiscaliteit. En ook dit jaar worden er
weer verdere vergroeningen doorgevoerd, met name in de mobiliteit.
Maar de staatssecretaris zal het met mij eens zijn dat er nog grote
winsten voor het milieu te behalen zijn. In dat verband vraagt mijn
collega Van der Staaij al enkele jaren aandacht voor de invoering van
een vuurwerkheffing. Door het afsteken van vuurwerk ontstaat er
jaarlijks grote milieuschade, om het nog maar niet te hebben over het
grote aantal letselgevallen als gevolg van vuurwerk, met alle
maatschappelijke kosten van dien.
Dat de SGP-fractie de vuurwerkheffing dit jaar opnieuw onder de
aandacht brengt, heeft zijn aanleiding in het recent verschenen
rapport van de Commissie Overlast Jaarwisseling, âEen prettige
jaarwisselingâ. De Commissie geeft ter overweging mee dat het gebruik
van vuurwerk ontmoedigd zou moeten worden en dat het principe van âde
vervuiler betaaltâ ook mag worden doorgevoerd bij vuurwerk. Het
bezwaar tegen de invoering van een milieubelasting op vuurwerk wat tot
gevolg kan hebben dat er sneller gekozen wordt voor illegaal vuurwerk
is ook zeer relevant, dat erken ik. De commissie is daarom ook van
mening dat een milieubelasting samen moet gaan met een intensievere
bestrijding van de import en het gebruik van illegaal vuurwerk. Omdat
een verzoek voor een milieuheffing het beste op zijn plaats is bij de
behandeling van het Belastingplan, dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat bij het afsteken van vuurwerk fijn stof en gassen,
als NOx vrijkomen met de ongewenste milieueffecten van dien, dat het
aantal letselgevallen als gevolg van vuurwerk tijdens de jaarwisseling
fors is gestegen met de maatschappelijke kosten van dien, en dat ook
voorlichting, toezicht, handhaving en afvalverwijdering
maatschappelijke kosten met zich meebrengen;
overwegende, dat de Commissie Overlast Jaarwisseling in overweging
geeft het gebruik van vuurwerk te ontmoedigen, en dat het principe van
âde vervuiler betaaltâ ook doorgevoerd mag worden bij vuurwerk.
overwegende, dat via een heffing op vuurwerk de maatschappelijke
kosten als gevolg van het afsteken van vuurwerk doorberekend kunnen
worden aan de gebruiker;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe en wanneer een heffing op
vuurwerk ingevoerd kan worden en de Kamer hierover in het voorjaar van
2009 te rapporteren;
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Vlies
STIMULEREN ONDERNEMERSCHAP
Voorzitter, een bloeiend ondernemerschap kan door de fiscaliteit
worden bevorderd en worden tegengewerkt. Met name die laatste
mogelijkheid baart mijn fractie zorgen. Volgens recent onderzoek van
PricewaterhouseCoopers is de complexiteit van het Nederlandse
belastingregime onverminderd groot en is een onderneming 180 uur per
jaar kwijt aan het afhandelen van de belastingen. Ter vergelijking
wordt een aantal landen genoemd, waaronder Ierland met niet meer dan
76 uur. Ik geef toe dat het kabinet een aantal goede initiatieven
neemt, zoals de aanpak van de verschillende loonbegrippen. Maar welke
nieuwe initiatieven gaat de staatssecretaris de komende tijd
ontwikkelen om de toch nog grote papierwinkelverplichting verder aan
te pakken? Met zijn eerdere uitspraak dat hij liever 20% reductie
heeft mét, dan 25% zonder applaus, gaan wij natuurlijk niet akkoord.
Een man een man, een woord een woord.
ZELFSTANDIGENAFTREK EN MKB-WINSTVRIJSTELLING
Voorzitter, de staatssecretaris heeft ook na zijn beantwoording onze
zorg niet weg kunnen nemen over het idee om de zelfstandigenaftrek op
de langere termijn om te zetten in de MKB-winstvrijstelling. Wij
begrijpen dat we hier nog een vervolgtraject over in zullen gaan, en
zullen op dat geëigende moment verder met elkaar daarover debatteren.
TANTE AGAATH
Voorzitter, twee weken geleden heb ik aandacht gevraagd voor een
problematiek die al langere tijd speelt bij het overnemen van MKB
bedrijven. In de afgelopen jaren is de oude Tante-Agaathregeling wel
geïndexeerd, maar niet uitgebreid. En dat terwijl de overnamebedragen
van bedrijven de afgelopen jaren veel sterker zijn gestegen dan de
indexatie. De staatssecretaris gaf daarop als antwoord dat slechts
ongeveer één op de zes beleggers meer dan ⬠100 000 in startende
ondernemingen heeft belegd, wat volgens hem betekent dat een ruime
meerderheid van de beleggers blijft binnen de 'kritische grenzen' van
de Tante Agaath-regeling, te weten ⬠54 223 (voor fiscale partners
â¬108 446). Dat klopt natuurlijk feitelijk. Maar is de
staatssecretaris het met mij eens dat beleggers juist binnen de
grenzen van de tante Agaath regeling willen blijven omdat een grotere
belegging fiscaal nadeliger uitpakt? Om die reden zou ik graag willen
dat de staatssecretaris de overnamebedragen van bedrijven als
uitgangspunt neemt bij zijn beoordeling, en niet het aantal beleggers
dat binnen de regeling blijft. Graag reactie.