Kamerbrief inzake verslag reis minister Koenders naar Jemen 28-29 oktober
2008
20-11-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Op 28 en 29 oktober bracht ik een bezoek aan Jemen op uitnodiging van
vice-premier en minister van Planning en Internationale Samenwerking
Al-Arhabi en naar aanleiding van de dertigjarige samenwerkingsrelatie
met Jemen. Het bezoek vond plaats vlak nadat Jemen was getroffen door
zeer ernstige overstromingen, die geleid hadden tot vele dodelijke
slachtoffers en omvangrijke schade aan de infrastructuur.
Naast mijn counterpart minister Al-Arhabi sprak ik onder meer met
president Saleh, premier Mujawer, diverse vakministers,
parlementsleden, mensenrechtenverdedigers, vertegenwoordigers van het
maatschappelijk middenveld en de Jemenitische pers. Tevens bracht ik
een veldbezoek aan Dhamar. Belangrijkste onderwerpen van gesprek
waren: de resultaten en toekomst van de OS-relatie, voortgang MDGs,
elementen van fragiliteit die het ontwikkelingsproces kunnen
ondermijnen, de bestuurlijke hervormingsagenda, mensenrechten,
economische ontwikkeling en de recente overstromingen.
Gesprekken met President Saleh, Premier Mujawer en parlementsleden
Bij president Saleh, premier Mujawer en een groep parlementariërs
bracht ik de Nederlandse steunbetuigingen over aan de slachtoffers van
de recente overstromingen in het zuidoosten van Jemen. President Saleh
stelde dat 50 tot 60% van de infrastructuur in de getroffen gebieden
was vernietigd en dat Jemen voor de reddingsoperaties behoefte had aan
mobiele ziekenhuizen. Ik zegde toe te onderzoeken op welke wijze NL
een humanitaire bijdrage zou kunnen leveren, op basis van de
gezamenlijke needs assessment van multilaterale instellingen in
samenwerking met de Jemenitische regering.
President, premier en parlementariërs spraken hun dank uit voor de
steun die Nederland de afgelopen 30 jaar had gegeven. President Saleh
sprak de hoop uit dat deze steun voortgezet en geïntensiveerd zou
worden. Ik benadrukte daarbij het belang van de bestuurlijke
hervormingen, met name ten aanzien van het meer transparant maken van
de overheidsfinanciën, teneinde meer via overheidssystemen te kunnen
werken. Premier Mujawer wees op de voortgang die reeds is geboekt bij
de bestrijding van corruptie, het verbeteren van openbare
aanbestedingsprocedures en het rationaliseren van het
ambtenarenapparaat. Ik onderstreepte hoe belangrijk (meisjes)onderwijs
en hogere overheidsinvesteringen in gezondheid zijn voor de
ontwikkeling van het land.
Vanuit het parlement werd belangstelling getoond voor voortgezette
Nederlandse steun op het gebied van democratisering en voor interactie
met het Nederlandse parlement. Door vertegenwoordigers van de
oppositie werd benadrukt dat het van groot belang is dat de overheid
transparanter wordt inzake de overheidsfinanciën.
Beleidsdialoog met Minister Al-Arhabi en vakministers
Tijdens de beleidsdialoog over de ontwikkelingsrelatie met de minister
van Planning en Internationale Samenwerking Al-Arhabi en de diverse
vakministers stonden mijn gesprekspartners en ik stil bij wat de
30-jarige samenwerking heeft opgeleverd en de weg vooruit. Van
Jemenitische zijde waren ministers aanwezig van Onderwijs, Hoger
Onderwijs, Gezondheid, Water en Milieu, Lokaal Bestuur, Financiën,
Openbaar Besuur, Mensenrechten, Landbouw & Irrigatie, Informatie en
Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De diverse gesprekspartners toonden zich open en direct over de
problemen van Jemen. De Nederlandse steun aan Jemen wordt door de
Jemenitische partners zeer gewaardeerd. De laatste 30 jaar is veel ten
goede veranderd. Met name in Noord-Jemen, waar dertig jaar geleden nog
de meest basale voorzieningen ontbraken, zijn grote sprongen vooruit
gemaakt. Door Nederland gesteunde innovatieve benaderingen op het
gebied van drinkwater en watermanagement hebben een vertaling gekregen
in het nationale beleid. Een recente IOB studie, die u binnenkort zult
ontvangen, heeft geconstateerd dat 85% van gerealiseerde
drinkwatervoorzieningen nog adequaat functioneert en een positieve
invloed heeft gehad op het welzijn van de lokale bevolking. De positie
van de vrouw is in deze periode verbeterd. Zo gaan er meer meisjes
naar school en is de reproductieve gezondheidszorg aanzienlijk
verbeterd. Met de meer recente overgang naar steun voor nationale
programma's in de sectoren onderwijs, gezondheid en water heeft
Nederland een belangrijke bijdrage geleverd aan de uitbreiding van
sociale dienstverlening en versterking van nationale instituties.
Niettemin hadden de resultaten beter kunnen zijn bij een hogere
kwaliteit van het openbaar bestuur. De beperkte bestuurlijke
capaciteit op alle niveaus, mede als gevolg van de pas zeer recente
trend naar universeel onderwijs, is een groot knelpunt.
Minister Al-Arhabi sprak zijn dank uit voor de jarenlange Nederlandse
steun. Het opbouwen van een moderne overheid en de bijbehorende
structuren en instituties was een weg van lange adem, maar er werd
duidelijk vooruitgang geboekt en het commitment van Jemen was sterk,
aldus Al-Arhabi. Met name het decentralisatieproces was nu belangrijk,
voor het verbeteren van de dienstverlening en het geven van inspraak
door de bevolking. Op 28 oktober werd door het kabinet een nieuwe
decentralisatiestrategie goedgekeurd die ruimere bevoegdheden aan het
districtsniveau toekent. Met betrekking tot de MDGs zag Jemen zich
volgens minister Al-Arhabi voor grote problemen gesteld. Met name
onderwijs voor meisjes en moeder- en kindersterfte vormen grote
uitdagingen. Al-Arhabi benadrukte ook het belang van economische
diversificatie, verbetering van het investeringsklimaat, integratie
met de GCC-landen en verhoging van de ODA.
Ik onderstreepte het belang van coördinatie binnen de overheid van de
diverse hervormingsagenda's en sprak mijn zorg uit over factoren die
de stabiliteit bedreigen, en de noodzaak in dit licht prioriteiten te
stellen. Zo zijn fiscale hervormingen en civil service reform cruciale
voorwaarden voor verdere voortgang in de sectoren. Daarbij zouden
fiscale decentralisatie en decentralisatie in de sectoren goed
afgestemd moeten worden. Ook een adequaat systeem voor resultaatmeting
is een vereiste. Civil society organisaties zouden hierbij ook moeten
worden betrokken. Mensenrechten en corruptiebestrijding zullen voor
Nederland deel blijven uitmaken van de beleidsdialoog.
Mijn gesprekspartners en ik waren het eens over het belang van
voortgezette steun aan de drie sectoren, aangevuld met een meer
betekenisvolle (politieke) dialoog. Politieke kwesties spelen ook in
de sectoren: zo dienen landbouw - inclusief de qatproductie - en
waterbeheer veel meer dan nu in onderlinge samenhang te worden
benaderd, en zijn sterke instellingen noodzakelijk voor monitoring van
het waterbeheer. Ik benadrukte voorts het belang van de focus op
vrouwen en meisjes in het onderwijs en de gezondheidszorg, zowel
vanuit een mensenrechtenperspectief, als vanuit de brede
ontwikkelingsrelevantie. Tevens noemde ik het belang van economische
diversificatie en verwees ik in dit verband naar het Nederlandse
bedrijfsleveninstrumentarium.
Na afloop van de beleidsdialoog ondertekenden mijn Jemenitische
counterparts en ik een MoU over de uitbreiding van de Nederlandse
steun voor het nationale programma inzake "Maternal and Neonatal
Health".
Ontmoeting met traditionele donoren
Ik sprak tevens met de vertegenwoordigers van de belangrijkste
traditionele donoren: Europese Commissie, Verenigd Koninkrijk,
Frankrijk, Duitsland, Verenigde Naties en de Wereldbank. De donoren
waren eensgezind in hun analyse van de problematische situatie waarin
Jemen verkeert. Tevens benadrukten de gesprekspartners dat de
coördinatie met de Gulf Cooperation Council (GCC) over de ontwikkeling
van Jemen verbeterd kon worden. Ook liep de realisatie van de GCC-hulp
aan Jemen achter bij de toezeggingen. Ik sprak met de donoren af op de
aanstaande conferentie in Doha op 29 november over de follow up van de
Monterrey Consensus bij de GCC-landen te zullen pleiten voor een meer
gezamenlijke strategie.
Tegenover mijn Europese gesprekspartners benadrukte ik dat het nodig
is de politieke dialoog tussen de EU en Jemen te intensiveren.
Eensgezind EU-optreden is belangrijk, zowel ten aanzien van
donorcoördinatie, als ten aanzien van politiek en mensenrechten. Het
is tevens cruciaal voor de ontwikkeling van Jemen dat de EU in de
economische ontwikkeling van Jemen investeert en economische
samenwerking bevordert.
Mensenrechtenverdedigers - Maatschappelijk middenveld
Een belangrijk deel van mijn bezoek vormden de gesprekken met
mensenrechtenverdedigers, vertegenwoordigers van het maatschappelijk
middenveld en de Jemenitische pers (waaronder Nadia Al-Saqqaf,
hoofdredacteur van de Yemen Times).
Met name de mensenrechtenverdedigers maakten zich sterk voor een
blijvende inzet op het verbeteren van de positie van de vrouw. Ik
zegde daarvoor blijvende Nederlandse steun toe. In mijn gesprekken met
de Jemenitische autoriteiten ben ik zeer duidelijk geweest over de
prioriteit die mensenrechten hebben in het Nederlandse beleid. Ik heb
er dan ook geen misverstand over laten bestaan dat het Nederlandse
ontwikkelingsprogramma er op gericht zal blijven een einde te maken
aan vrouwenbesnijdenis en kindhuwelijken, en dat toegang van meisjes
tot onderwijs een van de speerpunten zal blijven vormen.
Verder benadrukte ik in deze gesprekken het belang van een sterk
parlement en professionele maatschappelijke organisaties voor duurzame
sociaal-economische ontwikkeling en politieke stabiliteit. Ook op dit
terrein zegde ik blijvende Nederlandse steun toe.
Vluchtelingen
Ik sprak tevens over de problematische situatie van de Somalische
vluchtelingen in Jemen. De tolerante houding van de Jemenitische
autoriteiten ten aanzien van Somalische vluchtelingen is zeer
prijzenswaardig. Ik heb daarom besloten tot een additionele bijdrage
van euro 1 miljoen aan UNHCR Jemen voor de opvang van deze
vluchtelingen.
Ik heb tevens aandacht gevraagd voor andere vluchtelingen, waaronder
Ethiopische en Eritrese vluchtelingen, die nu vaak teruggestuurd
worden of in de illegaliteit verdwijnen en ik heb de Jemenitische
autoriteiten opgeroepen hen volgens de bepalingen van de
internationale vluchtelingenconventies te behandelen.
Veldbezoek aan de provincie Dhamar
Tijdens mijn veldbezoek aan de provincie Dhamar - het dorp Jarf Isbeel
en de provinciehoofdstad - stond het inzichtelijk maken van de
resultaten van de dertigjarige bilaterale OS-relatie centraal. Mede
dankzij de Nederlandse inspanningen beschikken kleine dorpen in de
regio over redelijk tot goed functionerende waterbronnen,
waterleidingen en tevens over "water user associations" (WUA), die
verantwoordelijk zijn voor het gebruik en onderhoud van de
voorzieningen. In Jarf Isbeel ziet de WUA met succes toe op naleving
van de regels inzake grondwatergebruik voor irrigatiedoeleinden. De
WUA ziet toegang van de armen tot water eveneens als de
verantwoordelijkheid van de dorpsgemeenschap zelf. Bij mijn bezoek aan
een dorpsschool en gezondheidscentrum, en aan het met Nederlandse
steun opgezette Reproductive Health Centre in de stad Dhamar, sprak ik
met onderwijzeressen, verpleegsters en vroedvrouwen. Uit deze
gesprekken kwam onder meer naar voren dat er een nauwe relatie is
tussen meisjesonderwijs en volksgezondheid; dat de rol van
vroedvrouwen steeds meer wordt geaccepteerd en gewaardeerd; dat
religieuze leiders een actieve rol spelen bij bewustwording over het
belang van meisjesonderwijs, reproductieve gezondheid en family
planning; en dat het programma gericht op rekruteren van vrouwelijke
leerkrachten in afgelegen gebieden tot een tastbare toename van het
aantal meisjes in onderwijs heeft geleid.
Tevens sprak ik met gouverneur Al-Amri van de provincie Dhamar over
onder meer de noodzaak de bestuurlijke capaciteit te versterken. Wat
betreft toekomstige steun aan de provincie lichtte ik toe dat
Nederland thans steun verleent aan de nationale hervormingsagenda in
de drie sectoren, waarvan de inzet expliciet ten goede van Dhamar
diende te komen. Ik tekende aan dat de Nederlandse ambassade in
dialoog met de regionale overheden zal blijven in hoeverre dit
daadwerkelijk het geval is.
Richting voor de toekomst
De positieve resultaten van 30 jaar ontwikkelingssamenwerking in Jemen
staan onder druk van factoren van politieke, bestuurlijke,
economische, demografische en ecologische aard. De olie-inkomsten, die
de belangrijkste financieringsbron vormen voor de overheid, zullen de
komende jaren afnemen, terwijl er nauwelijks sprake is van economische
diversificatie. Daar bovenop komen de internationale financiële en
voedselprijscrisis, toenemende waterschaarste, een explosieve
bevolkingsgroei, hoge werkloosheid, tribale loyaliteiten, uitsluiting
van vrouwen uit het openbare leven, de opkomst van terroristische
groeperingen en de vluchtelingenstroom uit Afrika. Deze situatie vormt
een groot risico voor de stabiliteit van Jemen.
De ratio voor het continueren van de OS-relatie (armoedevermindering,
democratisering en mensenrechten, tegengaan van voedingsbodems voor
extremisme, bevorderen regionale stabiliteit) is zodoende sterker dan
ooit. In het bilaterale programma zullen de `klassieke' sectoren
water, onderwijs en gezondheid vooralsnog centraal blijven staan,
aangezien deze belangrijke problemen adresseren die een rol spelen bij
de fragiliteit van Jemen, zoals de hoge bevolkingsgroei,
waterschaarste, en het gebrek aan brede participatie in ontwikkeling.
Daarbij zal een meer gerichte politieke dialoog worden gevoerd over
knelpunten op gebieden als openbare financiën, civil service reform,
decentralisatie, investeringsklimaat en democratisering. Tevens blijft
inzet op gelijke kansen en rechten van vrouwen noodzakelijk. Deze
activeiten zullen nadrukkelijk in het perspectief geplaatst worden van
het leveren van een bijdrage aan het duurzaam stabiliseren van de
politieke-en sociaal-economische situatie in het land.
Bestuurlijke en politieke hervormingen zijn de sleutel tot verdere
voortgang in ontwikkeling en armoedebestrijding. Daarom zal Nederland
samen met andere donoren nauwlettend de voortgang op deze agenda
volgen en bespreken. De criteria voor voortgangsmonitoring zullen
ontleend worden aan de eigen hervormingsagenda van Jemen zelf, hetgeen
de inzet van het Ministerie van Planning en Internationale
Samenwerking in het kabinetsbeleid ondersteunt.
Het is bovendien van belang dat de internationale gemeenschap
eensgezind, efficiënt en voorvarend optreedt. Niet in de laatste
plaats omdat instabiliteit en toenemende armoede in Jemen grote
regionale gevolgen kunnen hebben, zoals een sterkere invloed van
radicale islamistische bewegingen en een toename van piraterij.
Grotere inspanningen van de Arabische buurlanden zijn essentieel. Het
is van belang dat zij (financieel) bijdragen aan de ontwikkeling van
Jemen en dat zij zich inzetten om Jemen te integreren in de regionale
economie. De inspanningen van de Arabische en traditionele donoren
dienen vanzelfsprekend goed gecoördineerd te worden. In mijn dialoog
met de GCC-landen zal ik hier dan ook sterk voor pleiten.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken