4. Voorcalculatie tarieven 2009
Voorcalculatie tarieven 2009
Kamerstuk, 20 november 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA-CB-U-2890634
20 november 2008
In uw brief d.d. 28 oktober vraagt u mijn reactie op de brief van de
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) te
Utrecht d.d. 7 oktober 2008 inzake voorcalculatie tarieven 2009. In
deze brief stelt de KNOV dat het voorcalculatiepercentage 2009 te laag
is vastgesteld en bijgesteld zou moeten worden.
Ik ben de NZa en de sector op hun uitdrukkelijke wens tegemoet gekomen
door het voorcalculatiepercentage eerder dan gebruikelijk beschikbaar
te stellen. Normaal verstrekte ik deze cijfers onmiddellijk na
Prinsjesdag. Dat werd door partijen te laat geacht om tot een tijdige
vaststelling van de DBC-tarieven te kunnen komen. Ik verstrek het
percentage daarom vanaf dit jaar vóór 1 juli van het jaar voorafgaand
aan het jaar waarop het betrekking heeft.
Het voorcalculatiepercentage is met onzekerheid omgeven. Evenals in
eerdere jaren hanteer ik daarom bij de vaststelling van dit percentage
een veiligheidsmarge. Door eerdere verstrekking van de percentages
neemt de onzekerheid omtrent die cijfers toe. Zo zijn in de eerdere
cijfers de mutaties in de sociale lasten nog niet verwerkt. Ook zijn
de vooruitzichten over de economische ontwikkelingen op dat tijdstip
nog met meer onzekerheden omgeven. Recente ontwikkelingen hebben laten
zien dat het economisch beeld zelfs in een korte spanne tijds
ingrijpend kan wijzigen. Hoe langer de periode tussen voorcalculatie
en vaststelling, hoe groter de kans dat zich dergelijke wijzigingen
voordoen. Omdat ik wil voorkomen dat achteraf tarieven mogelijk
neerwaarts moeten worden bijgesteld, heb ik de veiligheidsmarge
enigszins verhoogd. Een hogere veiligheidsmarge betekent een lager
voorcalculatiepercentage, maar tegelijkertijd ook een hoger percentage
bij de nacalculatie.
Komend jaar wordt zowel de raming voor het daaropvolgende jaar als de
nacalculatie over het dan lopende jaar verstrekt conform deze nieuwe
systematiek. Een lager voorcalculatiepercentage wordt dan
gecompenseerd door de hogere nacalculatie van het jaar ervoor.
Daardoor zal het iets grotere nadeel van de invoering van de nieuwe
systematiek voor de liquiditeitspositie van de instellingen in 2010
tot het verleden behoren.
Verder noemt de KNOV het risico op ongewenste jojo effecten in de
tariefstelling. De veiligheidsmarge wordt echter structureel verhoogd.
Dit betekent dat het voorcalculatiepercentage ook structureel wordt
verlaagd en dat de nacalculatie structureel wordt verhoogd. Deze twee
effecten zullen elkaar compenseren. Naar mijn mening hoeft er dan ook
niet gevreesd te worden voor ongewenste jojo-effecten.
Tegenover de hogere veiligheidsmarge staat, zo heb ik begrepen, het
structurele voordeel voor de instellingen dat zij tijdig beschikken
over het voorcalculatiepercentage. Daardoor hoeven elk najaar niet
alsnog bijgestelde berekeningen te worden gemaakt en in de
administraties te worden doorgevoerd.
Al met al blijf ik daarom van mening dat de nieuwe
voorcalculatiemethode een goed compromis vormt tussen de verschillende
in geding zijnde belangen.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport