Tuchtrechter: tegenover BFT slaagt beroep op verschoningsrecht
De Raad van Discipline Den Bosch bepaalde afgelopen maandag in drie
uitspraken dat drie advocaten zich tegenover toezichthouder BFT
konden beroepen op hun geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht. Het
BFT vorderde de gegevens als toezichthouder op de naleving van de Wid
en de Wet MOT. Het BFT wilde onder meer inzage in algemene
kantoorgegevens, waaronder cliëntgegevens, drie concrete dossiers en
alle fiscale inkeerdossiers van het kantoor.
De Raad oordeelt dat onderzoek door het BFT naar algemene
kantoorinformatie het verschoningsrecht illusoir zou maken. Uit tekst
en wetsgeschiedenis van de Wet MOT kan niet worden geconcludeerd dat
de wetgever een algehele doorbreking van het verschoningsrecht wilde.
Het BFT kan alleen gegevens over een bepaalde transactie vorderen als
het een verhoogd risico aantoont. Werkzaamheden bij
bezwaarschriftprocedure en inkeerprocedure vallen onder een
vrijstelling van de Wet MOT, omdat de advocaat daarbij optreedt in een
vertrouwenspositie.
Het BFT 'bestudeert de uitspraak' en weet nog niet of het in beroep
gaat.
---
Nederlandse Orde van Advocaten