Brussel, 19 november 2008
De Commissie trekt 90 miljoen euro per jaar uit voor een schoolfruitregeling
De Raad van landbouwministers heeft vandaag, zeer tot genoegen van de
Europese Commissie, een politiek akkoord bereikt over het Commissievoorstel
tot instelling van een voor de hele Europese Unie geldende regeling voor de
verstrekking van groenten en fruit aan schoolgaande kinderen. Het Europese
fondsenpakket van 90 miljoen euro per jaar zal worden gebruikt voor de
aankoop en verstrekking van verse groenten en fruit aan scholen; lidstaten
die van het programma gebruik willen maken, moeten hier een gelijkwaardig
bedrag aan nationale en privé-middelen tegenover stellen. De
schoolfruitregeling moet jongeren aanzetten tot gezondere eetgewoonten: ook
op dit gebied blijkt op basis van diverse studies namelijk dat jong geleerd
oud gedaan is. De regeling voorziet niet alleen in de verstrekking van
groenten en fruit aan een doelgroep van schoolgaande kinderen, maar
verplicht de deelnemende lidstaten er ook toe nationale strategieën in te
voeren met daarin initiatieven op het gebied van voorlichting, bewustmaking
en uitwisseling van beste praktijken. Naar schatting hebben ongeveer
22 miljoen kinderen in de EU last van overgewicht. Meer dan 5 miljoen van
hen zijn zwaarlijvig en deze groep zal naar schatting met 400 000 per jaar
aangroeien. Betere voeding kan een belangrijke rol spelen in de oplossing
van dit probleem.
"Fijn dat de Raad zo snel werk heeft gemaakt van de goedkeuring van
ons programma", aldus Mariann Fischer Boel, EU-commissaris voor
Landbouw en plattelandsontwikkeling. "Het is van levensbelang kinderen
op een jonge leeftijd goede eetgewoonten aan te leren, aangezien zij
deze meenemen in hun latere leven. Te veel kinderen eten veel te
weinig groenten en fruit en weten vaak niet hoe lekker deze producten
zijn. Je hoeft maar door een willekeurige Europese hoofdstraat te
lopen om een beeld te krijgen van de omvang van het probleem van
overgewicht bij kinderen. Nu kunnen we daar iets aan doen".
Deskundigen zijn het erover eens dat een gezond voedingspatroon een
doorslaggevende rol kan spelen in het terugdringen van obesitas en het
verminderen van de risico's op ernstige gezondheidsproblemen - zoals
aandoeningen aan hart en bloedvaten en diabetes 2 - op latere
leeftijd. Uitermate belangrijk in dit verband is het eten van
voldoende groenten en fruit. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie
zou iedereen op zijn minst 400 gram groenten en fruit per dag moeten
eten. De meeste Europeanen halen die hoeveelheid niet en de dalende
trend is het opvallendst bij jongeren.
Uit studies blijkt dat gezonde eetgewoonten tijdens de kindertijd
worden aangeleerd. Wie als kind veel groenten en fruit eet, blijft dat
later doen. Mensen die als kind weinig groenten en fruit hebben
gegeten, neigen er niet toe hun gewoonten later te veranderen en geven
deze bovendien door aan hun eigen kinderen. Onderzoek heeft tevens
bewezen dat gezinnen met een laag inkomen meestal minder groenten en
fruit eten. De verstrekking van deze gezonde producten kan dus echt
een verschil maken, vooral in achtergestelde gebieden.
De analyse van bestaande beleidsmaatregelen en de raadpleging van
deskundigen hebben de Commissie ervan overtuigd dat de schoolregeling
nog meer voordelen kan opleveren als niet alleen fruit wordt
verstrekt, maar kinderen ook bewust worden gemaakt en op een
pedagogische manier worden doordrongen van het belang van goede
eetgewoonten. Bovendien zullen stimulerende maatregelen worden genomen
voor de vorming van netwerken tussen de verschillende nationale
autoriteiten die efficiënte schoolfruitregelingen hebben ingevoerd. In
een aantal lidstaten zijn reeds schoolfruitregelingen, in diverse
vormen, van kracht. Dit neemt echter niet weg dat veel meer kan worden
gedaan en dat deze EU-regeling het perfecte platform biedt om nieuwe
programma's te lanceren.
De Commissie legt 90 miljoen euro per jaar op tafel om in scholen
groenten en fruit te verstrekken. Het besluit om al dan niet in deze
regeling te stappen, ligt bij de overheden van de lidstaten. De
programma's worden gecofinancierd door de lidstaat enerzijds en de
Gemeenschap anderzijds, hetzij tegen een 50/50-ratio, hetzij tegen een
75/25-ratio in de zogenaamde "convergentieregio's, waar het BBP/capita
lager ligt, en in de ultraperifere gebieden. De lidstaten mogen van de
ouders een verplichte bijdrage vragen. Dit geld mag niet worden
gebruikt voor de vervanging van reeds bestaande nationale
financiering, maar dient voor de bevordering van extra initiatieven
die gekoppeld mogen zijn aan bestaande programma's of volledig van nul
worden opgestart. Het staat de lidstaten vanzelfsprekend vrij om meer
geld ter beschikking te stellen dan op grond van het
cofinancieringspercentage van hen wordt vereist.
De nationale autoriteiten moeten in samenwerking met de instanties
voor volksgezondheid en onderwijs, het bedrijfsleven en
belangenverenigingen een strategie uitwerken die toegesneden is op hun
eigen prioriteiten.
Informatie en documenten over de schoolfruitregeling kunt u vinden op
het internet op
http://ec.europa.eu/agriculture/markets/fruitveg/sfs/index_en.htm
European Union