17 november 2008
Grote sabeltandkat opgevist uit de Noordzee
Weer heeft de Noordzeebodem een geheim prijsgegeven. De TX 1, de Texelse viskotter Klasina-J. van schipper Cor Vonk, heeft begin augustus 2008 voor de kust van East Anglia een fossiel opperarmbeen opgevist van de grote sabeltandkat (Homotherium crenatidens). Het is de eerste vondst van een overblijfsel van dit circa 400 kilo zware roofdier in Noordwest-Europa. Het fossiel - een flink stuk van de linker voorpoot met een ouderdom tussen de 2.600.000 en 850.000 jaar - wordt vanaf dinsdag 18 november tentoongesteld in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam in de expositie '
De dichtstbijzijnde reeds bekende vindplaatsen van de grote sabeltandkat liggen in Duitsland (Untermassfeld) en Zuid-Frankrijk (Senèze). Uit het destijds droog liggende Noordzeegebied was voorheen slechts de veel kleinere (en geologisch jongere) sabeltandkat Homotherium latidens bekend.
Dick Mol (Natuurhistorisch Museum Rotterdam, kenner van de fossiele fauna van de Noordzee) en Wilrie van Logchem (specialist op het gebied van fossiele katachtigen) hebben de identiteit van het fossiel vastgesteld na vergelijkend onderzoek in het Duitse Weimar, waar veel fossiele resten van katachtige roofdieren in de collectie van het 'Forschungsstation für Quartärpaleontologie' bewaard worden. Zij concluderen dat het fossiel afkomstig is van een groot individu, vrijwel zeker van een mannelijk dier.
De grote sabeltandkat kwam al in het Plioceen (circa 3 miljoen jaar geleden) voor en maakte daarna in het Vroeg-Pleistoceen (2,6 miljoen tot 850.000 jaar geleden) deel uit van een warmteminnende groep diersoorten, waaronder de mastodont (Anancus arvernensis), de zuidelijke mammoet (Mammuthus meridionalis), het oernijlpaard (Hippopotamus antiquus), de Etruskische neushoorn (Stephanorhinus etruscus), een groot paard(Equus major), een reusachtige kortsnuit-hyena (Pachycrocuta brevirostris) en verschillende soorten herten. Toen maakte het zuidelijke Noordzeebekken deel uit van een uitgestrekt en warm savannegebied. Later in de IJstijd kwam in Noordwest-Europa een
De nieuwe vondst is welwillend in bruikleen afgestaan door de fossielenverzamelaar Bert Schagen.