19 november 2008:
Dag van het Toilet
19 november 2008, Geneve - De Wereldgezondheidsorganisatie van de
Verenigde Naties (WHO) houdt vandaag een Wereldtoiletdag. Deze dag
staat volledig in het teken van het toilet, of liever gezegd het
gebrek eraan. In totaal heeft 40 procent van de wereldbevolking geen
beschikking over toiletvoorzieningen. We spreken hier over 2,6 miljard
mensen, onder wie bijna één miljard kinderen.
Ook de Wereld Toiletten Organisatie (WTO), die wereldwijd de toilet-
en sanitaire voorzieningen probeert te verbeteren, brengt op deze dag
de gevaren van slechte hygiëne onder de aandacht. Een gebrek aan
toiletvoorzieningen kan leiden tot een hoge kindersterfte en een
verhoogd risico op besmettelijke ziektes zoals diarree.
Unicef helpt bij het bouwen van latrines. Foto: Unicef/Marieke van
der Velden
Unicef helpt bij het bouwen van latrines. Foto: Unicef/Marieke van der
Velden
Unicef is al ruim veertig jaar wereldwijd actief op het gebied van
schoon water, sanitaire voorzieningen en hygiëne. In Nederland voert
Unicef de komende maanden actie met de slogan "Schoon water voor elk
kind". Wereldwijd sterven er 1,5 miljoen kinderen onder de 5 jaar door
gebrek aan hygiëne. Daarom helpt Unicef bij het slaan van waterpunten,
het repareren van waterpompen en het zuiveren
van water.
Ook steunt Unicef lokale organisaties die samen met de lokale
bevolking toiletten en latrines bouwen. Kennis over hygiëne is van
levensbelang. Om die reden worden er trainingen gegeven, op scholen en
bij mensen thuis, over het gebruik van water- en toiletvoorzieningen
en goede hygiëne. Op scholen krijgen jongens en meisjes gescheiden
toiletten en lesmateriaal over schoon water.
Op scholen krijgen kinderen les over hygiëne. Foto: Unicef/Marieke
van der Velden
Op scholen krijgen kinderen les over hygiëne. Foto: Unicef/Marieke van
der Velden
Door relatief kleine investeringen kunnen er al aanzienlijke
verbeteringen in de toiletvoorziening plaatsvinden. Volgens de WHO en
de WTO moeten daarom alle landen zich inspannen om de situatie te
verbeteren. "Kinderen, huishoudens en gemeenschappen in agrarische
gebieden en in arme stedelijke gebieden zullen er het meeste van
profiteren", aldus Margaret Chan, algemeen directeur van de WHO.