Erasmus MC
---
Peuters lager opgeleiden thuis veiliger
Ouders met een lagere opleiding blijken beter om te gaan met de
veiligheid van hun peuter in huis dan hoger opgeleide ouders. De lager
opgeleiden bergen vaker medicijnen en schoonmaakmiddelen op buiten
bereik van hun kinderen en maken vaker gebruik van de hekjes die ze
bij hun trap hebben bevestigd.
Tinneke Beirens concludeert dit in haar onderzoek dat zij uitvoerde
bij de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC,
in samenwerking met de Stichting Consument en Veiligheid. Woensdag 19
november promoveert ze op haar onderzoek.
Traphekjes
Ieder jaar worden zo'n 44.000 kinderen van 0-4 jaar medisch behandeld
voor een letsel door een ongeval. Het is de belangrijkste reden waarom
kinderen van deze leeftijd in het ziekenhuis moeten worden opgenomen.
De meeste ongevallen gebeuren rond de leeftijd van één jaar. Veel van
die ongevallen kunnen worden voorkomen door veiligheidsmaatregelen als
het installeren van traphekjes, die dan wel gebruikt moeten worden, en
het buiten bereik plaatsen van medicijnen en schoonmaakmiddelen.
Buiten bereik
Uit het onderzoek van Beirens blijkt dat ongeveer 80% van de ouders in
Nederland met een peuter van één à twee jaar oud aangeven een traphek
in huis te hebben. Van die groep maakt 50% vervolgens ook goed gebruik
van het traphekje (dus 40% van de totale groep ouders). Aanbevolen
wordt om zowel boven- als onderaan de trap een hekje te plaatsen. Dit
doet slechts 5% van de ouders. Verder geeft driekwart van de ouders
aan medicijnen kindveilig op te bergen en 60% bewaart hun
schoonmaakproducten buiten het bereik van hun kind. Beirens
concludeert op basis van haar onderzoek dat lager opgeleide ouders met
ruim 60% een veiliger omgeving voor hun kind creëren wat betreft
gebruik van traphekjes en voorkomen van vergiftiging dan hoger
opgeleide ouders (met ruim 50%).
Nuttig
Uit het onderzoek van Beirens blijkt ook dat in huishoudens met één
kind minder maatregelen werden genomen ter voorkoming van een val van
de trap of vergiftiging door schoonmaakmiddelen en medicatie dan in
huishoudens met meer kinderen. Ouders die het gevoel hebben de
maatregelen daadwerkelijk te kunnen nemen en ze nuttig te vinden om de
kans op een ongeval te verkleinen zullen dit ook sneller doen. Verder
blijken ouders die veiligheidsinformatie hadden gekregen van de
Stichting Consument en Veiligheid vaker veiligheidsmaatregelen te
nemen.
Op basis van deze gegevens concludeert Beirens dat veel ouders
veiligheidsmaatregelen nemen. Er is volgens haar echter wel ruimte
voor verbetering. Haar onderzoeksresultaten kunnen helpen om nieuwe
effectieve interventies te ontwikkelen die veiligheidsgedrag bij
ouders kunnen bevorderen om zo ongevallen bij kinderen te voorkomen.
Publicatiedatum: 18 november 2008