Persbericht
Datum 18 november 2008
Kenmerk Pb-223
Convenant overheid en bedrijfsleven over toekomst
Houthaven en NDSM-werf
De gemeente Amsterdam (de stadsdelen Amsterdam-Noord en Westerpark, en de
centrale stad), de provincie Noord-Holland en de havenbedrijven Cargill/Igma,
Amfert en Eggerding hebben in mediation overeenstemming bereikt over een
convenant over woningbouw op terreinen in de Houthaven en op de voormalige
NDSM-werf, en de gevolgen daarvan voor de bedrijven.
De dagelijkse besturen van de stadsdelen, het college van B&W en Gedeputeerde Staten
van de provincie hebben deze week met het convenant ingestemd en zullen het voor 1
februari 2009 ter goedkeuring aan de stadsdeelraden, gemeenteraad en Provinciale
Staten voorleggen.
Aanleiding van het convenantoverleg was de jarenlange juridische strijd over de
voorgenomen woningbouw in het Houthavengebied. De bedrijven waren bevreesd voor de
gevolgen voor hun bedrijfsvoering als woningen in hun directe omgeving zouden worden
gebouwd.
De havenbedrijven aanvaarden de voorgenomen woningbouw in de Houthaven en ook het
principe van woningbouw op de voormalige NDSM-werf, en aanvaarden bovendien
tijdelijke functies in het havengebied, zoals studentenhuisvesting en het vierde
Gymnasium.
Afgesproken is dat de woningbouw niet ten koste zal gaan van de bestaande milieuruimte
van de bedrijven. Daarover worden ook afspraken gemaakt met de toekomstige
ontwikkelaars en bewoners. Op deze manier wordt positief samengewerkt aan de
ontwikkeling van zowel bedrijven als woningbouw.
De gemeente stelt een fonds van 9.000.000 in, waaruit de havenbedrijven een bijdrage
kunnen krijgen voor innovatieve milieumaatregelen, waardoor de bedrijven hun
werkzaamheden schoner en stiller kunnen uitvoeren en de overlast voor de nieuwe
woningen zal afnemen.
De gemeente en de stadsdelen zullen de komende vijftien jaar geen nieuwe
woningbouwplannen in procedure brengen die het functioneren van de havenbedrijven in
de Coenhaven en de Vlothaven kunnen belemmeren. Zulke plannen kunnen pas na twintig
jaar tot uitvoering komen.
Als op de lange termijn (na twintig jaar) verdere woningbouw binnen de Ring A10
noodzakelijk wordt gevonden, dan zal de gemeente zich tot het uiterste inspannen om
voor de bedrijven alternatieve locaties te vinden.
Pb-223
Gemeente Amsterdam