Gerechtshof Arnhem
Hof Arnhem: âAmphia ziekenhuis geen publiekrechtelijke instellingâ
Het Amphia ziekenhuis te Breda heeft indertijd ter uitvoering van het
vonnis van de rechtbank Breda uit 2004 (gevolgd door het arrest van
het hof âs Hertogenbosch uit 2005) alsnog een Europese
aanbestedingsprocedure moeten starten voor de levering van
voedselverdeelwagens, omdat zij als een âpubliekrechtelijke
instellingâwerd aangemerkt.
Na verwijzing door de Hoge Raad, heeft het hof Arnhem nu beslist dat
het Amphia ziekenhuis niet als een publiekrechtelijke instelling moet
worden gekwalificeerd. Reden hiervoor is dat het toezicht zoals dat
door de overheid op Amphia wordt uitgeoefend niet zover strekt dat
hiermee beslissende invloed wordt uitgeoefend op het beleid van Amphia
inzake het verstrekken van opdrachten aan leveranciers van
voedselverdeelwagens.
Nu het Amphia ziekenhuis volgens het Arnhemse hof niet als een
publiekrechtelijke instelling en daarmee ook niet als een
aanbestedende dienst heeft te gelden, hoefde zij de opdracht voor de
voedselverdeelwagens niet Europeesrechtelijk aan te besteden.
De kern van de beslissing van het gerechtshof luidt:
âNaar het oordeel van het hof dient bij beantwoording van de vraag in
hoeverre het beheer dat Amphia voert onderworpen is aan - kort gezegd
- overheidstoezicht, te worden beoordeeld of uit deze regelingen een
afhankelijkheid voortvloeit die tot een reële beïnvloeding van haar
beleid, in het bijzonder met betrekking tot het plaatsen van
opdrachten als de onderhavige (te weten die tot levering van
voedselverdeelwagens) zou kunnen leiden.(â¦)
Het antwoord luidt ontkennend. Het toezicht op het beheer van Amphia
heeft, gelet ook op de door partijen aangevoerde wettelijke
regelingen, met name betrekking op toezicht op de bouw van een
ziekenhuis, aanschaf van medische apparatuur en de budgettering van
een ziekenhuisâ.
LJ Nummer
BG4586
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 18 november 2008 Naar boven