4. Handhaving rookvrije horeca
Handhaving rookvrije horeca
Kamerstuk, 17 november 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP/ADT 2894963
17 november 2008
Tijdens het spoeddebat op 7 oktober 2008 heb ik met u gesproken over
de handhaving van de rookvrije horeca. De aanleiding daarvoor was het
bericht dat de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) vanaf 1 oktober 2008
aan horecaondernemers die de rookvrije horeca willens en wetens
overtreden meteen een boete oplegt. Ik heb u toen gemeld dat de
naleving in het algemeen goed is, maar dat deze in bepaalde sectoren
nog achterloopt. De VWA is zich meer op de sectoren gaan richten waar
de naleving achterbleef. Inmiddels heeft de VWA zo'n 500 boetes
opgelegd. Diverse horecagelegenheden hebben voor de tweede of derde
keer een boete gekregen. Desondanks klinkt in de media en vanuit de
branche zelf regelmatig de roep om strengere handhaving.
Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat het het kabinet
ernst is. In dit land dienen wetten nageleefd te worden en dat geldt
voor iedereen. Daarom neemt het kabinet de handhaving ook zeer serieus
ter hand. Naast het bestaande regime van bestuurlijke boetes zal de
VWA in nauwe samenwerking met het Openbaar Ministerie (OM) gebruik
gaan maken van de Wet op de Economische Delicten. Er zullen daar waar
de naleving niet verbetert gerichte acties worden ondernomen. Het OM
overlegt met parketten over versnelde afhandeling van structurele
overtredingen zodat er ook sprake is van een direct `lik op stuk'
beleid. Wanneer de VWA daarom vraagt, biedt de politie de
opsporingsambtenaar van de VWA ondersteuning.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport