Transparante regeling voor dotaties koningshuis
(15/11/08)
Donderdag werd in de plenaire Kamer een wetsvoorstel in overweging
genomen van N-VA-fractieleider in de Kamer Jan Jambon in verband met
de dotaties voor de leden van de Koninklijke familie. Jan Jambon wil
die dotaties beperken tot het staatshoofd, de weduwe of weduwnaar van
het vorige staatshoofd en de eerste troonopvolger. Een week voordien
is nog een tweede wetsvoorstel van hem in overweging genomen, waarmee
hij wil zorgen voor meer transparantie in de begroting voor alle
dotaties, zowel die van het koningshuis als die van Kamer en Senaat,
het Grondwettelijk Hof, het Rekenhof etc.
Voor de dotaties van het koningshuis bevat het wetsvoorstel van Jan
Jambon de volgende concrete elementen:
* Alleen het staatshoofd, de weduwe of weduwnaar van het vorige
staatshoofd en de eerste troonopvolger krijgen nog een dotatie,
dus niet de andere leden van de Koninklijke familie.
* Het staatshoofd krijgt een persoonlijke vergoeding die overeenkomt
met het salaris van de Eerste Minister, de eerste troonopvolger
een vergoeding die overeenkomt met het salaris van een federale
minister. De weduwe of weduwnaar van het vorige staatshoofd krijgt
een pensioen dat 60% bedraagt van de vergoeding van een federale
minister.
* Deze persoonlijke vergoedingen zijn belastbaar en er moeten ook
sociale bijdragen op betaald worden.
Wat betreft meer transparantie in de begroting stelt Jan Jambon het
volgende voor:
* Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds de
persoonlijke vergoedingen (zie boven) en anderzijds de
werkingskosten.
* De dotaties voor de werkingskosten van het koningshuis (de
zogenaamde civiele lijst), de Kamer en de Senaat, alsook een
aantal instellingen zoals het Grondwettelijk Hof en het Rekenhof,
moeten meer in detail in de begroting opgenomen worden tot op het
niveau van de basisallocaties. Er is immers nood aan meer
transparantie. Nu gaat er in 2008 bijvoorbeeld een kleine 10
miljoen euro naar de civiele lijst, maar niemand weet waar al dat
geld precies naar toe gaat. De civiele lijst slaat immers op
allerlei kosten: administratie, personeel, verwarming en onderhoud
van paleizen, reiskosten, voertuigen etc.
* Alle werkingskosten verbonden aan de Koninklijke familie moeten
onder één noemer worden opgenomen. Nu staan er voor maar liefst
16,7 miljoen euro kosten in de begroting onder andere
departementen zoals Buitenlandse Zaken, Wetenschapsbeleid,
Defensie en Binnenlandse Zaken.
Pas wanneer alle werkingskosten verbonden aan het koningshuis onder
één noemer geplaatst worden en tegelijk in detail worden opgesomd in
de begroting, kan het parlement ten gronde oordelen hoeveel middelen
aan het koningshuis ter beschikking gesteld moeten worden.
Auteur:
Jan Jambon
N-VA-fractieleider Kamer
Meer informatie:
Contactpersoon: Jeroen Overmeer, woordvoerder
Telefoon: 02/219 49 30
Fax: 02/217 35 10
E-post: jeroen.overmeer@n-va.be
Url: www.n-va.be
Nieuw-Vlaamse Alliantie