Persbericht
14 november 2008
NB Embargo tot 14 november, 16.30 uur
Oratie prof. Chris Backes over rechtsmachtverdeling tussen bestuursrechter en burgerlijk rechter
'Tijd voor ingrijpende herziening rechtsmachtverdeling is rijp'
De huidige verdeling van de rechtsmacht tussen bestuursrechter en burgerlijk rechter is hoogst onbevredigend. De politieke wil tot verandering is nu aanwezig en moet aangegrepen worden om principiële veranderingen door te voeren. Dat beweert prof. mr. Ch. (Chris) Backes vandaag in zijn oratie, onder de titel "Suum cuique?-enkele opmerkingen over de rechtsmachtverdeling tussen bestuursrechter en burgerlijke rechter". Op 1 oktober 2007 werd hij benoemd tot hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit Maastricht.
De huidige rechtsmachtverdeling, waarbij de rechtsmacht wordt bepaald door de aard van het besluit, leidt soms tot kromme situaties. Slechts tegen een deel van het overheidshandelen staat rechtsbescherming bij de bestuursrechter open, terwijl men zich voor een ander deel van het overheidshandelen tot de civiele rechter moet wenden. Als bijvoorbeeld de politie een bevel tot ontruiming van een pand slechts mondeling via een megafoon geeft, gaat het om feitelijk handelen dat door de burgerlijke rechter beoordeeld wordt. Heeft de politie tijd om het bevel tot ontruiming op schrift te stellen en te overhandigen aan betrokkenen, dan gaat het om een beschikking waartegen rechtsbescherming bij de administratieve rechter open staat.
Prof. Backes pleit voor een verruiming van de opdracht van de Commissie Scheltema, die in mei 2007 een voorontwerp voor een nieuwe regeling voor de overheidsaansprakelijkheid en nadeelcompensatie publiceerde. Een nieuwe commissie zou de rechtsmachtverdeling tussen bestuursrechter en burgerlijk rechter in zijn algemeenheid moeten vastleggen en in een ruimer kader voor rechtsbescherming tegen overheidshandelen moeten plaatsen.
Volgens de orator is er een belangrijke reden om niet zonder meer de door Commissie Scheltema aanbevolen weg in te slaan. Door deze regeling is weliswaar de ergste druk van de ketel omdat hiermee de meest nijpende problemen worden opgelost. Echter, zodra deze voorstellen tot wet worden verheven zal de principiëlere discussie over de rechtsmachtverdeling tussen bestuursrechter en burgerlijke rechter voor vele jaren of misschien zelfs vele decennia gesloten worden verklaard zonder dat goed is gekeken naar de kritiek op de in Nederland geldende rechtsmachtverdeling en zonder dat de reeds gedane voorstellen tot verandering voldoende serieus zijn gewogen.
Prof. Backes bespreekt in zijn oratie drie alternatieve modellen voor de thans bestaande 'magische lijn': het geheel opheffen van de administratieve rechtsbescherming, aanvulling van het bestaande stelsel met een verzoekschriftenprocedure op bepaalde deelterreinen of vervanging van het besluit als criterium voor de rechtsmachtverdeling door een ander criterium, bijvoorbeeld de publiekrechtelijke rechtsbetrekking, zoals dat bijvoorbeeld in het Franse of Duitse recht van toepassing is.
Universiteit Maastricht